Leren is een cognitief en sociaal proces. Het cognitieve aspect is over het algemeen prima online te faciliteren. Het sociale proces is lastiger online mogelijk te maken. En dan met name het realiseren van de pedagogische relatie tussen docent en lerende als cruciaal element voor dit sociale proces.
Gisteren schreef ik over een onderzoek waarin naar voren kwam dat de meeste lerenden het huidige onderwijs op afstand niet prettig ervaren. In een uitvoerige reactie wees Maria Trepp daarbij op een interview met hoogleraar Justus Uitermark.
Emotionele energie
Uitermark haalt hierin socioloog Randall Collins aan die veel onderzoek heeft gedaan naar interactie. Collins stelt dat fysiek samenzijn noodzakelijk is voor het opwekken van ‘emotionele energie’. Dit type energie vormt dan het fundament van betekenisvolle sociale relaties. Volgens Uitermark kun je dit online wel deels ondervangen (bijvoorbeeld via live online interactie zoals videobellen), maar is dat niet eindeloos vol te houden.
Uitermark stelt dat je daarom ook ‘scholing’ niet alleen online kunt organiseren. ‘Kennisoverdracht’ kun je wel online faciliteren. Maar het genereren van sociale verbondenheid, van een bepaalde betrokkenheid, van een relatie met anderen en het bevorderen van motivatie, is veel moeilijker.
Uitermark verwijst daarbij ook expliciet naar live, synchroon, online communiceren. Hij ervaart zelf dat je hiermee ook met anderen kunt lachen en discussiëren. De hoogleraar verwacht echter dat de nieuwigheid en de gedeelde corona-ervaringen hier aan bijdragen. De motiverende effecten hiervan zijn tijdelijk van aard. Verder ziet hij ook beperkingen:
Je kunt je niet afscheiden en met iemand op de bank gaan zitten, of in de keuken. Nu zie je op je scherm dat mensen afhaken, iets anders gaan doen.
Daarnaast grijpen mensen ook weer terug op oude communicatiemiddelen, zoals de telefoon.
Wederzijdse afhankelijkheid
Justus Uitermark signaleert tegelijkertijd ook meer verbondenheid “omdat we dit ook allemaal voortdurend aan den lijve ervaren én real-time die ervaringen kunnen delen via whatsapp of signal, videoconferencing of sociale media“. Hij meent dat het corona-virus ons doordringt van wederzijdse afhankelijkheidsrelaties.
Ik ervaar zelf ook het motiverende en verbindende effect van het elkaar kunnen zien dankzij videobellen, nu face-to-face ontmoeten niet mogelijk is. Maar inderdaad: er kan ook sprake zijn van het ‘novelty effect‘.
Transactional distance
Ik denk dat Uitermark een belangrijk punt aansnijdt. Zijn punt heeft naar mijn mening ook te maken met Michael Moore’s theorie van ‘transactional distance‘: de psychologische of communicatieve ruimte die de docent van lerenden scheidt in de onderlinge transactie, die plaatsvindt in de gestructureerde of geplande leersituatie.
Je moet en kunt hierbij bij online leren rekening houden. In deze blogpost geef ik daar ook handreikingen voor. Verder kun je ook bij online leren allerlei maatregelen treffen voor het bevorderen van de motivatie van lerenden. Zie: Hoe kun je lerenden bij online leren gemotiveerd houden?
Pedagogische relatie
Desalniettemin is het online opwekken van ‘emotionele energie’ ingewikkeld. Dat geldt met name voor interacties die te maken hebben met de pedagogische relatie tussen de docent en de individuele lerende, op jongere leeftijd. Het bemoedigende gesprek als het even niet meezit, het onmiddellijk kunnen reageren, de schouderklop, het leggen van een hand op een arm. Dit bijvoorbeeld:
Ik had n gesprekje met n mentorleerling. Het gaat even niet zo goed met haar. Ze huilde. En ik wilde haar knuffelen. Mag niet.
Dus troostte ik haar met woorden. Tot ze zei: ‘Heb jij nou ook tranen?’
‘Nee joh. Het regent precies in mn oog.’En ze lachte weer.#anderhalvemeter
— Iris Driessen (@irismp) April 17, 2020
Dit kun je online niet evenaren. Mede daarom is volledig online leren met volwassenen beter te realiseren dan met jongeren, en zou ik normaliter voor het basis- en voortgezet onderwijs nooit kiezen voor volledig online leren op afstand.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Wat leuk Wilfred, dat je er een hele nieuwe blogpost van hebt gemaakt. Ik ben op zich zeer gemotiveerd als docent om verder te kijken hoe de emotionele relatie goed kan worden ondersteund bij het online leren en zal je overige posts nog erop na lezen.
Twee opmerkingen: jij onderstreept de lerende op jongere leeftijd. Mijn studenten zijn allemaal van middelbare leeftijd, en hebben veel beroepservaring, vaak ook in pedagogische of leidinggevende functies. Toch hebben zij een zeer grote behoefte aan informele relaties, niet alleen met mij maar met name ook met de groep. Lachen, door elkaar heen spreken, zijdelings gefluister, koffiepauzes, gezamenlijke lunch en netwerken is uiterst belangrijk en een deel van de reden om de studie te gaan doen. Ik heb zelf over de pauzes nagedacht, die zouden ook online deels informeel kunnen zijn, met koffie achter de laptop. Helaas trek ik dat niet, ik heb pauze nodig tijdens de intense online dagen van 6 uur. OOk de studenten kiezen dan voor een thuispauze en niet een gedeelte groepspauze. Wat mist is dus niet zo zeer alleen de pedagogische relatie maar de groepsdynamiek.
Ik blijf experimenteren en je blogs lezen en reageren!
Dank voor je bijdrage, weer. In normale situaties besteed je geen zes uur per dag aan online leren en communiceren. Dat maakt de huidige situatie ‘bijzonder’. Verder kun je bij volwassenen het gemis aan F2F-contact beter compenseren, omdat de aard van dat contact anders is dan bij jongeren. Als je normaliter deel neemt aan online leren, dan heb je wel op andere manieren F2F-contact.