De brug tussen de PLE en de ELO

Jonathan Mott probeert met een open leernetwerk een brug te slaan tussen de persoonlijke leeromgeving (PLE) en de elektronische leeromgeving (ELO) van de onderwijsinstelling.

De ELO ligt de laatste jaren -vooral in kringen van radicale onderwijsvernieuwers- onder vuur. Een ELO zou vooral sterk zijn voor de administratieve kant van het leren, maar veel minder voor het primaire proces zelf. Te inflexibel ('ommuurde cursussen'), onderbenut en relatief duur. Dat zijn drie bekende klachten.

Diverse betrokkenen in het onderwijs richten daarom hun eigen persoonlijke leeromgeving in. Dat is de laatste jaren steeds gemakkelijker geworden omdat diverse applicaties webbased (en 'gratis' of goedkoop) beschikbaar zijn gekomen. Het gebruik van een PLE kent echter ook risico's, zoals de betrouwbaarheid en continuïteit van de applicaties.

Met het "open learning network" (OLN) wil Mott het beste van beide werelden verenigen. Want beide paradigma's hebben sterke en minder sterke kanten, zo illustrereert hij via een tabel. Mott schrijft:


the OLN aims to reconcile the apparently competing paradigms of the secure, private, proprietary institutional network and the public, dynamic, social web.


Een OLN heeft dan drie kenmerken:

  • Het is modulair, flexibel, interoperabel en open.
  • Er wordt gebruik gemaakt van web technologie die nog niet bestond toen de ELO's eind jaren negentig werden ontwikkeld (webservices die authenticatiefederatie en dataportabiliteit mogelijk maken).
  • Er is sprake van een evenwicht tussen "privé en veilig" en toegankelijke data (via de 'cloud').


Een service oriented architecture ligt ten grondslag aan een OLN. Standaarden zijn daarbij van belang, net als


implement role-based security and authentication protocols to manage data and application access and permissions.


Onder de motorkap ziet de OLN er complex uit. De eindgebruiker wordt echter alleen geconfronteerd met een portaal van waar uit functionaliteiten toegankelijk worden gemaakt.


Een mooi concept. Mott laat echter ook zien dat de OLN in de praktijk -bij de Brigham Young University- wordt gerealiseerd. Althans: de eerste stappen zijn gezet. Daarbij valt op dat het wederom om een administratieve component van het OLN gaat (cijferregistratie).


Ik denk ook dat we de brug moeten slaan tussen de persoonlijke leeromgeving en de elektronische leeromgeving van de onderwijsinstelling. De ontwikkeling en implementatie van een OLN is echter complex. Ik denk zelf inmiddels dat elektronische leeromgevingen zelf meer gepersonaliseerd zouden moeten kunnen worden, waarbij lerenden en onderwijsgevenden eigen webapplicaties zouden moeten kunnen integreren in ELO's. Daarnaast denk ik dat het gemakkelijker moet worden om data gedurende je hele loopbaan 'mee te nemen' . Als dat is gerealiseerd, dan hebben we al een hele wereld gewonnen.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Een reactie

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *