De betekenis van Learning Experience Platforms voor het onderwijs

Het leermanagementsysteem is voortgekomen uit het hoger onderwijs. Vervolgens hebben ook bedrijven LMS-en omarmd. Het Learning Experience Platform (LXP) heeft wortels in het bedrijfsleven. Zal het (hoger) onderwijs het LXP ook gaan omarmen?

Tannis Morgan heeft een paar dagen geleden een interessante blogpost geschreven over de relevantie van LXP’s voor het (hoger) onderwijs. Een aantal kernpunten uit deze bijdrage zijn wat mij betreft:

  • Daar waar een LMS zich richt op de cursus als leerervaring, kan een LXP meer diversiteit aan leerervaringen faciliteren. Een belangrijke kenmerk daarbij is de mogelijkheid om verschillende vormen van content te ontsluiten. Ook content van derden (bijvoorbeeld artikelen of aanbod van de Khan Academy).
  • Volgens Morgan verschillen LXP’s onderling ook sterker van elkaar, dan LMS-en dat doen. Daar komt bij dat de interface van LXP’s zeer gebruikersvriendelijk is.
  • LMS-en maken het mogelijk om aanbod in een catalogus te zoeken (eventueel rekening houdend met eerdere leerervaringen), terwijl een LXP gericht is op leren tijdens je werk (just in case vs just in time leren?).
  • AI, data, dashboards en data analytisch nemen een centrale positie in binnen een LXP. Dat betekent dat een LXP ook gebruikt kan worden voor “employee surveillance”.
  • Een LXP is vaak duur. De meeste leveranciers richten zich dan ook op grote bedrijven. Het (hoger) onderwijs maakt vermoedelijk nog nauwelijks gebruik van een LXP (al wordt Curatr wel binnen verschillende onderwijsinstellingen gebruikt, aanvankelijk als platform voor social learning).

Volgens Morgan kan het gebruik maken van content van derden via een LXP de nodige reuring veroorzaken binnen een onderwijsinstelling. Een student met een leervraag kan bijvoorbeeld terechtkomen bij een goedkope, korte, online cursus van een extern aanbieder, in plaats van een cursus van de eigen onderwijsinstelling. Content van grote “content marketplace” als Coursera, HBR of EdX wordt immers ook via een LXP toegankelijk gemaakt.

Wat dat betreft zou een LXP dus kannibaliserend kunnen werken voor het eigen aanbod.

Een aantal opmerkingen hierbij:

  • De hoge prijs van veel LXP’s vormt een aanzienlijke drempel voor onderwijsinstellingen. Vooral voor instellingen die recent een implementatietraject van een nieuw LMS achter de rug hebben. Bovendien worden LXP’s ook vaak gebruikt als schil bovenop een LMS. De extra kosten komen er bovenop.
  • Het is de vraag of het concept van het LXP pas bij het nog steeds sterk aanbodgerichte karakter van het (hoger) onderwijs. Op z’n best kennen onderwijsinstellingen een mengvorm van aanbod- en vraaggericht. Dit impliceert waarschijnlijk ook het gebruik van een LXP in combinatie met een LMS. Met hogere kosten als gevolg.
  • Het is voor menig student erg lastig om een afweging te maken tussen een cursus van de eigen instelling, en een alternatieve leerervaring. Keuzeprocessen van studenten binnen onderwijsinstellingen verlopen anders dan keuzeprocessen van werknemers. Studenten zullen ook vaak nog basiskennis moeten ontwikkelen, terwijl werknemers hun kennis willen aanvullen.
  • Uitgaande van het huidige onderwijssysteem zul je alternatieve leerervaringen moeten valideren en voorzien van studiepunten, willen deze een plek kunnen krijgen binnen curricula.
  • Het maken van keuzes uit verschillende typen aanbod kan in een commercieel systeem werken. Nu schrijven studenten zich echter in voor een opleiding van een instelling en kunnen zij deelnemen aan aanbod van die instelling. Zij hoeven daar niet apart voor te betalen, tenzij het commercieel aanbod betreft dat buiten het curriculum valt.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *