“The report of my death was an exaggeration”. Dit beroemde citaat van Mark Twain lijkt ook van toepassing te zijn op het leermanagement systeem of de elektronische leeromgeving.
De laatste jaren is stevige kritiek geuit op het LMS en de ELO. Kosten zouden niet opwegen tegen baten. De bijdrage aan beter leren, onderwijs en opleiden zou gering zijn. Marktanalist MarketsandMarkets voorspelt echter volgens InsideHigherEd dat de markt van LMS-en de komende jaren verder zal groeien (25% per jaar). Deze groei vindt wel vooral buiten het (hoger) onderwijs plaats. Verder zijn het vooral organisaties in Latijns-Amerika en Azië die over zullen gaan tot de aanschaf en implementatie van een LMS, hoewel Noord-Amerika de grootste markt zal blijven.
Leermanagement systemen en elektronische leeromgevingen worden niet als 'sexy' beschouwt, maar wel als belangrijk. Deze toepassingen worden ook geavanceerder, en proberen steeds beter leren en ontwikkelen te faciliteren. Hoewel de gehanteerde terminologie ook veel marketing bevat.
Binnen het hoger onderwijs gebruiken de meeste instellingen al een LMS of ELO. Binnen die markt zullen instellingen dus hooguit gaan veranderen van systeem. Ook ziet men daar een toename in gebruik. In VS is het aantal cursussen dat binnen een ELO wordt aangeboden in twee jaar tijd gegroeid van 58 naar 62%. Verder zal daar vooral sprake zijn van een toename van mobiel gebruik, gehoste oplossingen en van learning analytics.
Phil Hill gaat meer gedetailleerd in op cijfers dan InsideHigherEd. Hij gaat onder meer in op het gebruik van verschillende elektronische leeromgevingen. Daarbij valt bijvoorbeeld op dat BlackBoard in 39,6% van de instituties wordt gebruikt. Dat cijfer is volgens mij ooit veel hoger geweest. Toch blijven diverse andere aanbieders daar behoorlijk bij achter. Verder valt op dat BlackBoard in het Verenigd Koninkrijk een groter marktaandeel heeft dan in de VS of Canada.
Hill presenteert ook een wereldkaart met het gebruik van elektronische leeromgevingen. Daarbij valt op dat BlackBoard binnen Europa alleen marktleider is in Denemarken en Nederland. Moodle is overall marktleider, als je naar het gebruik binnen de verschillende landen kijkt. Aangezien in de VS het meest intensief gebruik wordt gemaakt van een ELO, is BlackBoard mondiaal gezien nog steeds het meest toegepaste systeem.
Hill laat ook zien dat aanbieders van massive open online courses als ELO dikwijls BlackBoard gebruiken, maar voor MOOCs een platform als Coursera of edX.
Phill Hill maakt gebruik van verschiillende bronnen. Daarbij valt op dat Blackboard de ene keer wel, en de andere keer niet marktleider is binnen het Verenigd Koninkrijk. Dit heeft vermoedelijk te maken met verschillende meetcriteria.
Mijn conclusies:
- Het LMS en de ELO zijn inderdaad nog lang niet dood.
- Deze markt is wel behoorlijk versnipperd.
- Veel keuzemogelijkheden houdt aanbieders scherp op het gebied van functionaliteit, kwaliteit en prijs.
- BlackBoard is zijn dominante positie aan het verliezen.
- Meer keuzemogelijkheden zullen verschuivingen binnen de onderwijsmarkt bevorderen.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
De ontwikkelingen bij Blackboard staan niet stil.
Ken je de nieuwe tools van Blackboard?
Wat denk je van het ‘Rentention center’ waarmee op basis van ‘learning analytics’ leerlingen binnenboord gehouden kunnen worden?
‘Video-everywhere’ waarmee overal in de ELO video kan worden opgenomen en afgespeeld.
‘Rubrics’ om projecten efficiënt en transparant te beoordelen.
Met ‘Item analysis’ is de toetsmodule van Blackboard op hetzelfde niveau als het toetsprogramma QMP. Het ‘Inline grading’, de ‘notifications’ via Bb Mobile.
Kort om, Blackboard is springlevend!
Dat van dat Retention Center had je al eens geschreven. Het zou ook een erg slechte zaak zijn als BlackBoard niet door zou ontwikkelen. Maar los daarvan: ze verliezen wel markt. Hoe zou dat komen?
Het idee dat op internet alles gratis moet zijn. Blackboard kost geld, Facebook en Twitter niet.
Maar ook de onderbenutting van de mogelijkheden is reden geweest om niet meer te betalen voor een elo.
Oplossing: voldoende professionele ruimte voor docenten die optimaal profiteren van de geavanceerde mogelijkheden van een elo.
Dat meen je niet serieus! Sociale media zijn geen concurrent van Blackboard. Het verlies van BB gaat gepaard met de groei van andere ELO’s. Ik geloof ook niet dat voldoende professionele ruimte voor docenten bij draagt aan een betere benutting van de mogelijkheden. Dat is belangrijk, maar daarnaast is professionalisering en ondersteuning nog belangrijker voor betere benutting. Maar nogmaals: als dit een oorzaak zou zijn van het marktverlies van BB dan zou de markt van ELO’s geen groeimarkt, maar een krimpmarkt zijn.
In het HO gebruikt bijna iedereen Blackboard. MBO en VO scholen vinden Blackboard vaak te duur. Bij gebrek aan beter gebruiken docenten Groepspagina’s in Facebook en Twitterspreekuren.
Met professionalisering en ondersteuning zijn we al jaren bezig. Dé Onderwijsdagen verkondigen al die tijd hoe geweldig ICT in het onderwijs is, jammer dat docenten er zo weinig mee doen.
De belangrijkste oorzaak voor het achterblijven van ICT in het onderwijs is de professionele ruimte voor docenten. Het ontbreekt docenten aan tijd om optimaal te profiteren van een geavanceerder elektronische leeromgeving.
Omdat klassikale lessen wel en elektronische lessen niet worden gesubsidieerd door OCW.
Dit is geen antwoord op mijn vorige argument. Als jouw laatste suggestie zou kloppen, zouden diverse landen last moeten hebben van die wetgeving. En ook andere ELO’s. Er is dus iets anders aan de hand.
In veel landen wordt kwaliteit opgevat als kwantiteit. Finland onderscheidt zich met “Teach less, learn more” als het beste onderwijs van Europa.
Ken je het geheim van Shanghai (beste onderwijs ter wereld)? Daar geeft een docent 3 lessen per dag. Ik geef er 6!
Oplossing: #HetAlternatief voor meer professionele ruimte van docenten.
We hadden het volgens mij over de oorzaken van het afnemende marktaandeel van BlackBoard….
Marktaandelen interesseren mij niet.
Wel de vraag hoe het komt dat docenten zo weinig gebruik maken van de mogelijkheden van een geavanceerde elektronische leeromgeving?
I rest my case.
Correctie: op 11 Hogescholen wordt Three Ships N@Tschool! gebruikt w.o. Hogeschool Rotterdam, Fontys Hogescholen en Hogeschool Windesheim. Dit jaar is Windesheim overgegaan van Blackboard op N@Tschool! en prijs was daarvoor een van de redenen.
In het aanhoudende pleidooi van Eus (ga zo door) voor professionele ruimte voor docenten kan ik me wel vinden, al verschilt dat naar mijn ervaring per onderwijsniveau. In het HO is die ruimte geen issue, inzet van ICT en gebruik van de ELO is standaard en een vast onderdeel van de jaartaak. In het MBO ligt dat al anders, mede omdat door de vele onderwijsvernieuwingen processen minder eenduidig zijn en daardoor minder gemakkelijk te ondersteunen met ICT. Wel zijn veel MBO’s met een grote inhaalslag bezig.
In het VO is dat weer anders. Er zijn weinig scholen met een duidelijke visie op de inzet van ICT om het onderwijs te ondersteunen en inzet van een ELO is dan vaak van vrijblijvende aard. Waar wel een duidelijk visie is, bijvoorbeeld bij een Scholen aan Zee te Den Helder waar 2.500+ leerlingen dagelijks gebruik maken een laptop van school, is gebruik van de ELO standaard in de onderwijsleerpraktijk en wordt de professionele ruimte door de schoolleiding gemaakt. Dan is gebruik van een professionele ELO ook niet in discussie, simpelweg omdat iedereen er voordeel van heeft. http://bit.ly/1czM6sK
@Elbert Interessante info.
Biedt Windesheim garanties over de duurzaamheid van hun nieuwe ELO?
Het switchen van elo’s is voor docenten een belemmering om veel tijd te investeren in de inrichting ervan.
Ook interessant is de professionele ruimte die er wel is in het HO. Heeft dit te maken met onderwijstijd en de rol van ‘oppassers’ die docenten in het VO hebben?
@Eus Graag gedaan.
Windesheim werkt met een Stuurgroep-Werkgroep-Projectleiding-Functioneel Beheer model waarin deskundige en betrokken mensen met visie regie voeren. Na de aanbesteding, keuze en migratie van 3.000+ BB courses werden 250+ keyuser-docenten opgeleid in werken met de nieuwe ELO.
Begin dit schooljaar was er even frictie omdat docenten de courses aan hun studenten moesten uitdelen, maar dat kwam vooral door een nieuwe werkwijze waarbij voorheen studenten zelf hun weg moesten zoeken in duizenden courses, terwijl ze nu door docenten voor hun ‘eigen’ studenten zijn klaargezet. Nu alles klaarstaat en dat een verbetering heeft opgeleverd is die frictie achter de rug.
Aan duurzaamheid wordt gewerkt. De ambities van Windesheim zijn hoog. Het komende jaar wordt veel aandacht besteed aan doorontwikkeling, zodat de ELO als ‘tool’ voor kwalitatief goed onderwijs nog beter tot zijn recht komt.
Voor wat betreft je vraag over VO. Oppassers zou ik niet weten, daarin zijn m.i. VO-scholen gelijk. Naar mijn ervaring is de visie van de school en de bereidheid die visie uit te voeren bepalend. Zie het voorbeeld van Scholen aan Zee.