Het SAMR-model kan helpen bij de implementatie van ICT in het onderwijs. Toch heeft dit model twee belangrijke beperkingen.
SAMR beschrijft vier typen gebruik van ICT in het onderwijs:
- Substitution. Je kunt net zo goed analoge technologie gebruiken.
- Augmentation. Technologie voegt wat toe aan de bestaande manier, zonder dat sprake is van een functionele verbetering.
- Modification. Technologie leidt tot verbetering van het onderwijs, zonder dat sprake is van een radicale verandering (bijvoorbeeld van het onderwijsconcept).
- Redefinition. Hierbij is sprake van een transformatie die met behulp van technologie wordt mogelijk gemaakt. Je voert bijvoorbeeld leeractiviteiten uit die zonder ICT niet uitgevoerd zouden kunnen worden, waarbij in feite ook volgens een ander didactisch concept wordt gewerkt.
Dit kader bevat daarmee meer nuance dan het onderscheid 'substitutie, innovatie, transformatie' dat vaker wordt gebruikt. Dat is positief.
Toch mis ik nog twee aspecten bij dit model. In de eerste plaats 'efficiëntie'. Cijfers administreren kan ook met analoge technologie. Maar met ICT kan dit -mits goed uitgevoerd- wel leiden tot verbetering van de efficiëntie. SAMR richt zich op het leren. Sommige secundaire processen spelen echter ook binnen de klas.
Op de tweede plaats beperkt SAMR zich tot het niveau van docenten en lerenden. Binnen schoolorganisaties heb je echter ook te maken met het niveau van de organisatie en met het strategisch niveau. Een schoolorganisatie kan bijvoorbeeld tablet PC's invoeren om een ander onderwijsconcept in te voeren, terwijl een grote groep docenten niet verder wil gaan dan 'modification'. Bijvoorkeur liggen de typen ICT-gebruik op de verschillende niveaus, op één lijn.
Je zult in elk geval aandacht besteden aan typen gebruik op verschillende niveaus binnen een onderwijsorganisatie.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Een reactie