Het elektronische portfolio wordt vaak gezien als een belangrijk instrument voor het beoordelen van lerenden. Richard J. Shavelson, Stephen Klein en Roger Benjamin zien echter vooral beperkingen:
- Een gebrek aan standaardisatie. Volgens de auteurs zouden lerenden onder dezelfde condities en met dezelfde criteria en methodes beoordeeld moeten worden.
- Het e-portfolio is te arbeidsintensief om op grote schaal gebruikt te kunnen worden als beoordelingsinstrument (o.a. doordat volgens de auteurs voor een betrouwbare beoordeling minimaal twee beoordelaars nodig zijn):
Simply put, the time, content expertise, and other challenges — and hence feasibility — of grading portfolios substantially exceeds that of grading constructed responses (e.g., essays) that are administered and scored under standardized conditions. - De inhoud van een e-portfolio is niet anoniem, en dus 'gekleurd'. Dat kan bias in de hand werken.
De auteurs zien daarom meer in performance assessments: het beoordelen van taken in een realistische situatie waarbij gebruik wordt gemaakt van standaard beoordelingslijsten. Zij concluderen onder meer:
Gathering valid data about student performance levels and performance improvement requires making comparisons relative to fixed benchmarks and that can only be done when the assessments are standardized. Consequently, we urge the higher education community to embrace authentic, standardized performance-assessment approaches so as to gather valid data that can be used to improve teaching and learning as well as meet its obligations to external audiences to account for its actions and outcomes regarding student learning.
E-portfolio goeroe Helen Barrett vindt deze bijdrage (en de reacties er op) een illustratie van wat zij noemt
a clash in philosophies of learning and assessment, between traditional, behaviorist models and more progressive, cognitive/constructivist models.
Zij is vooral pleitbezorger van een e-portfolio als ontwikkelingsgericht instrument, voor formatieve beoordelingen.
Ik denk dat Barrett zeker een punt heeft. De bezwaren van Shavelson, Klein en Benjamin illustreren wat mij betreft één ding: je kunt een elektronisch portfolio voor beoordelingsdoeleinden niet op een goede manier gebruiken, als je niet ook de rest van je curriculum verandert. Het heeft alles te maken je opvattingen over leren. Een beoordelingsportfolio "doe je er niet bij". Dit 'studentgecentreerde' instrument fungeert dan als een "Fremdkörper" binnen een 'docentgecentreerd' onderwijsprogramma.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie