Cursusmodel gebaseerd op ‘social learning’

Binnen het hoger onderwijs weten online cursussen lerenden vaak weinig te boeien. Bovendien dragen deze cursussen vanwege hun ontwerp niet bij aan effectief leren. Dat kan anders.

Online learning
Foto: Gajus-Images, Deposit Photos

Brian Basgen en Peter A. Testori hebben een cursusmodel voor online leren ontwikkeld dat volgens eigen zeggen gericht is op ‘social learning’ en het vergroten van de betrokkenheid van studenten (student engagement). Interactie is daarbij essentieel om een gepersonaliseerde leerervaring te kunnen realiseren.

Zij hebben dit model ontwikkeld als reactie op de praktijk binnen veel cursussen waar sprake is van geringe ‘student engagement’ en een laag academisch niveau. Het model bestaat dan uit vijf elementen:

  1. Koppel instructies aan een overkoepelend project.
    Het heeft volgens de auteurs geen zin als klassieke instructies worden vervangen door het verstrekken van grote hoeveelheden leesteksten, waarbij weinig wordt gecontroleerd of lerenden de teksten hebben begrepen. Zij stellen daarom voor om verschillende leesteksten aan diverse groepen lerenden te verstrekken, en lerenden elkaar te laten instrueren over de leerstof die zij hebben bestudeerd. De groepen lerenden worden afhankelijk van elkaar. Als docent bewaak je vooral het proces, en ga je in op hiaten in kennis die je constateert. Laat lerenden ook met elkaar in kleine groepen -asynchroon- aan teksten werken. Het gaat er daarbij om dat lerenden vooral leren om zich kernachtig uit te drukken. Elke groep heeft ook een leider. Het leiderschap rouleert echter.
  2. Laat lerenden in groepen met elkaar samenwerken. 
    Daarbij worden enerzijds synchrone leeractiviteiten gebruikt (F2F en online). Via dergelijke veelal zelfgeorganiseerde leeractiviteiten ontwikkelen lerenden namelijk ook interpersoonlijke vaardigheden. Verder worden principes van coöperatief leren toegepast (rond een bepaald project of taak). De auteurs benadrukken dat lerenden op deze manier aan gemeenschapsvorming doen en vakoverstijgend kunnen leren. Deze manier van werken, mits goed uitgevoerd, bevordert echter ook kennisontwikkeling.
  3. Bevorder het voeren van effectieve online discussies.
    Dit vereist volgens Basgen en Testori een grote betrokkenheid van docenten en het helder maken van verwachtingen bij lerenden. Het gaat namelijk vooral om het actief luisteren en onderbouwd beargumenteren. Het gaat om genuanceerde discussies waarbij lerenden de kans hebben hun eigen perspectief naar voren te brengen. Het gaat daarbij ook niet om het aantal reacties, maar om de kwaliteit:

    Responsiveness matters, and the online bias against synchronous activity must be rigorously questioned: Is it too rigorous an academic requirement to ask students to be highly responsive to a classroom debate?

    De auteurs pleiten daarom voor gestructureerde discussies waarbij lerenden bepaalde standpunten innemen, rollen gebruiken zoals moderatoren en waarbij sommige deelnemers synthese aanbrengen in het debat.

  4. Bevorder dat lerenden de kans krijgen om het geleerde in een authentieke praktijk toe te passen, en dat zij reflecteren vanuit de praktijk op het geleerde (experiential learning).
    Dat kan bijvoorbeeld ook via vrijwilligerswerk, en hoeft niet altijd via stages vorm te krijgen. Verder kun je ook simulaties gebruiken waarin het geleerde kan worden toegepast. Bij simulaties staan wel leerdoelen van de opleiding centraal, niet de leerdoelen van de lerende.
  5. Kijk bij het beoordelen van het leren vooral naar het groepswerk en ga uit van een flexibele manier van beoordelen die de lerende meer centraal stelt.
    Zo kun je lerenden de keuze geven in welk format zij een werkstuk willen inleveren (denk aan een paper of video). Lerenden laten dan op verschillende manieren zien wat zij geleerd hebben. Er worden ook groepsbeoordelingen gebruikt waarbij de groep als geheel een cijfer krijgt, en oop basis daarvan de lerende op basis van diens individuele bijdrage. De beoordelaar krijgt daarvoor ook toegang tot de online groepsruimte. De beoordelaar richt zich daarbij ook vooral op de leeruitkomsten.

De auteurs benadrukken hierbij dat deze manier van werken best wel veel vraagt van docenten. Ze zijn er echter van overtuigd dat deze aanpak leidt effectief leren en tot het reduceren van uitval.

Brian Basgen en Peter A. Testori gaan in hun cursusmodel inderdaad uit van een aantal effectieve leeractiviteiten zoals elkaar instrueren en coöperatief leren. Hun artikel verdient echter een verdiepingsslag om echt toepasbaar te kunnen zijn.

Aan de voorgestelde wijze van beoordelen kleven ook risico’s (denk aan groepsdruk bij het bepalen van een cijfer of de werklast van het monitoren van discussies). Verder valt op dat de auteurs toch ook sterk uit gaan van geschreven instructiemateriaal, en niet uitgaan van het gebruik van online video.

De vraag is ook of zij de term ’social learning’ niet onterecht gebruiken, al moet ik zeggen dat lerenden bij Basgen en Testori best wel veel controle hebben over hun leren. Samenwerkend leren wordt ook toegepast, maar zo te zien worden sociale media weer niet gebruikt. Met Bandura’s social learning theory heeft dit model ook niets te maken.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

2 reacties

  1. Wellicht nog beter: studenten werken aan een echte opdracht (vb. Robot bouwen). De kennis die zij nodig hebben kunnen ze ‘just in time’ on-line opzoeken. De kunst is om zo’n project te maken of organiseren dat daar ook alle kennis aan bod komt die de student moet kennen. Resultaat gegarandeerd.

  2. Dank voor je reactie. Bepaalde basiskennis kennis zal bijv. via direct instruction eerst geleerd moeten woorden voordat studenten effectief en efficiënt just in time kennis kunnen opzoeken. Maar een echte opdracht -whole task- werkt idd prima. Dit is volgens mij ook wat de auteurs bedoelen met een overkoepelend project.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *