Competentiegericht leren, onderwijsvisies en ICT

Tijdens de Surf Onderwijsdagen 2007 (OWD 2007) wist de Utrechtse hoogleraar Robert-Jan Simons op een orginele manier vier onderwijsvisies, denken over competentieontwikkeling en ICT met elkaar te combineren in een inhoudelijk sterke sessie. Daarbij presenteerde hij een vernieuwende kijk op reflectie. Met dank aan een aantal van zijn promovendi.

In één van de deelsessies ging mijn ‘oude baas’ Robert-Jan Simons in op competentiegericht leren door reflectie, en hoe ICT daar een bijdrage aan kan leveren. Simons wist het werk van een aantal van zijn promovendi daarbij op een goede manier in te kaderen.

Robert-Jan Simons stelde eerst dat competentiegericht leren volgens hem gericht zou moeten zijn op leerproducten èn op prestatieproducten. Hij gaf aan dat bij competentiegericht leren vaak de nadruk eenzijdig wordt gelegd op één van de twee. Volgens Simons is het daarbij noodzakelijk dat gereflecteerd wordt op zowel het leerproces als op het leveren van prestaties. Het geven van feedback en het zichtbaar maken van leerprocessen zijn dan essentieel om die reflecties te bewerkstelligen.

Vervolgens ging Simons in op manieren van leren. Hij refereerde daarbij aan een recent proefschrift van Manon Ruijters (Liefde voor Leren), die vijf metaforen voor leren onderscheidt:

  • De kunst van het afkijken
  • Participeren
  • Ontdekken
  • Kennis verwerven
  • Oefenen

De eerste drie vormen van leren zijn sterk gekoppeld aan werk, de andere twee aan leren binnen een onderwijsinstelling. Je kunt echter ook meerdere metaforen met elkaar combineren, waardoor in feite een mix tussen formeel en informeel leren ontstaat (er hoeft geen sprake te zijn van formeel òf informeel leren). Ook zou meer rekening gehouden moeten worden met voorkeuren die lerenden hebben voor één of meer van deze metaforen. Ruijters stelt in haar proefschrift onder andere dat je daardoor ook weerstanden van lerenden ten opzichte van leren zou kunnen reduceren. Wellicht een antwoord op de recente bevindingen van de werkgevers in het midden- en kleinbedrijf dat werknemers vaak niet aan scholing willen deelnemen?

Vervolgens ging Robert-Jan Simons in op de relatie tussen onderwijsvisies en de inzet van ICT binnen die visies. De eerste onderwijsvisie omschreef hij als tamelijk traditioneel onderwijs. ICT wordt hierbij bijvoorbeeld ingezet voor formatief en summatief toetsen of door het opnemen, ontsluiten en hergebruiken van hoorcolleges. Bij de tweede onderwijsvisie –actief en zelfstandig leren– wordt ICT bijvoorbeeld ingezet voor peer feedback, het zelfstandig bestuderen van online leerobjecten, het zichtbaar maken van leerprocessen of zelfreflectie. Simons ging daarbij in op een proefschrift vamn Äli Leijen, die in haar proefschrift een orginele rijk op reflectie geeft. Leijen stelt -geïnspireerd door Immanuel Kant- dat je ook vanuit identiteit naar praktijkervaringen moet kijken. Bij reflectie spiegel je vaak gedrag aan onderliggende assumpties (kritische reflectie, Freire) of gedrag aan gestelde doelen (plan, check, act, do: pragmatische reflectie, o.a. Korthagen). Videomateriaal en feedback met behulp van ICT worden kunnen hierbij worden ingezet.
Simons liet verder ook zien hoe je met behulp van social netwerk analyse tools leerprocessen zichtbaar kunt maken (wie is binnen welke fase van het leerproces actief?). Mijn oud-collega Maarten de Laat is mede hierop bij Simons gepromoveerd.

De derde onderwijsvisie typeerde Robert-Jan als context rijk leren. Daarbij gaat het onder meer om het publiceren van producten, het oplossen van problemen van anderen of leren door onderzoek te doen voor anderen. Volgens Simons bieden online multiplayer games en simulaties daar goede mogelijkheden voor. Je kunt binnen zogenaamde epistemic games bijvoorbeeld op een redelijk authentieke manier leren hoe een professional naar bepaalde problemen kijkt.

De vierde en laatste onderwijsvisie is samenwerkend leren. Dankzij ICT kun je dit ook op een goede manier vormgeven. Simons maakte daarbij -met dank aan promovendi Sanne Akkerman- een onderscheid tussen defining en redefining. Bij defining poneren lerenden meningen (bijv. Italianen zijn chaotisch). Bij redefining worden deze opvattingen opnieuw overwogen en bijgesteld. Volgens Simons nodigen veel gebruikte ICT-applicaties (denk aan fora binnen elektronische leeromgevingen) vooral uit tot defining. Er zijn maar weinig tools die het op een goede manier mogelijk maken om aan redefining te doen. Terwijl redefining wel noodzakelijk is voor verdiepend leren. Een annotatiesysteem -ontwikkeld door Jakko van de Pol- biedt die mogelijkheid wel. Lerenden kunnen daarbinnen discussiebijdragen leveren bij passages in een bepaalde tekst. Zij blijven -zo blijkt uit Jakko’s onderzoek- dichter bij de inhoud van de tekst. Ook zijn lerenden meer betekenisgericht aan het discussiëren en minder meningsgericht.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *