Dag 1 van de SURFnet Relatiedagen werd afgesloten met een keynote van bioloog en BN-er Midas Dekkers. Hij ging in op de vraag of samenwerking wel zo natuurlijk is. Dekkers deed dat op zijn geheel eigen wijze, aan de hand van humoristische anekdotes over dieren.
De neus is vooral een orgaan dat je helpt om herinneringen op te halen. Denk aan 4711 van oma, en de sigaar van opa. Wil je terug in de tijd? Koop een puntenslijper, en je bent terug in klas 3A.
Een vlaag van verstandsverbijstering en modernisering zijn vaak hetzelfde. Mensen hebben de behoefte om met z’n allen ergens naar te kijken. Daarom had de Paus nooit de priester naar het volk moeten laten kijken. Men wil God zien.
Mensen zijn sociale diersoorten. Wolven zijn dat ook, zij leven in grote groepen. Tijgers daarentegen zijn solitair. Door middel van domesticatie zijn zij hond en kat geworden. Honden zijn sociaal, poezen niet. Alles wat in onze handen valt, wordt tandeloos. Van Domela Nieuwenhuis hebben we Diederik Samsom gemaakt.
Het wezen van een sociaal dier is dat zij bazen accepteren. Een poes is tevreden met een gebakje, een hond wil met z’n allen een taart te veroveren om deze vervolgens te verdelen in gebakjes.
Solitaire dieren hoeven nergens rekening mee te houden. Sociale dieren moeten voortdurend een afweging maken tussen groepsbelang en individueel belang. Dat is een groot probleem. Het valt niet mee om sociaal te worden. Kijk naar de complexiteit van relaties aangaan.
Mensen kunnen door evolutie socialer worden, maar dat kost tijd. Mensen veranderen sneller door een fles jenever dan door evolutie. Het valt niet mee om mensen samen te laten werken. Bij meeuwen zie je bijvoorbeeld het conflict tussen egoïsme en groepsgedrag. Meeuwen zijn geen sociale dieren, maar werken wel met elkaar samen. Als ééntje een stukje brood ziet, duikt de rest er achteraan. Dat is schijnbaar toch voordeliger dan je als groep meeuwen te verdelen over een groot gebied.
Met z’n allen zijn termieten tot iets heel slims in staat, waar je afzonderlijke termieten niet toe in staat acht. Is leiderschap daarvoor voorwaarde? Nee, want een bijenkoningin heeft ook niets te zeggen. Zij zorgt alleen voor de voortplanting. Bijen kennen geen managers en flip overs.
Mensen kunnen zich niet voorstellen dat we met z’n allen iets doen zonder dat iemand de baas is. Mieren, termieten en bijen kunnen dat wel. Deze dieren communiceren o.a. met reuk de hele dag met elkaar. Als je maar met voldoende entiteiten met elkaar communiceert, kom je wel tot iets slims. Mensen communiceren echter niet met elkaar met de neus. Onze ogen staan naar voren, waardoor er eigenlijk geen ruimte is voor de neus. De neus is een rudimentair orgaan. Je kunt er een bril opzetten, maar verder heeft de neus eigenlijk geen doel. We zijn dus gehandicapt bij het communiceren. Wij zijn zintuigelijk zeer onthand.
Daardoor zijn wij buitengesloten van de sociale status van de mier, ware het niet dat we de computer en het wereldwijde web hebben uitgedacht. Daardoor denken mensen dat we beter kunnen communiceren. Zijn wij echter de dode vliegen in het web, of de aloverheersende spin? Je bent meer vlieg dan je zou willen zijn.
Wat is de optimale groepsgrootte voor mensen? Een normale menselijke groep bestaat ongeveer uit dertig personen. Daartoe zou je je moeten beperken. Dekkers bekritiseerde uiteraard ook het sporten. Als je iets veel gebruikt, dan slijt het namelijk. Hoe hard je ook traint, je spieren worden maximaal 1/3 sterker dan ze zijn. Onze tong wordt immers ook niet groter van het vele geleuter.
Trainen van de geest dan? Er is een waandenkbeeld in ons onderwijs getreden dat ‘kenniseconomie’ heet. Dankzij onderwijs zouden we veel geld moeten verdienen. Daarom mogen we ook geen zesjes meer behalen. Hoe dien je kennis echter te vergaren? Omdat je het leuk vindt! Als jij alle kinderen, die een zesje halen, opjaagt om een zeven te halen, dan vernietig je motivatie. We moeten kennis niet gebruiken om meer te verdienen, maar we moeten verdienen om leuke dingen te doen. Zoals kennis ontwikkelen.
Midas Dekkers ging tenslotte in op leiderschap en het nemen van besluiten. Buffels kennen niet één leider die bepaalt. Daar nemen enkele oude en wijze buffels samen het initiatief om ergens te gaan grazen. Je merkt waar de groep naar toe gaat. Daartoe neem je geen officiële besluiten.
Bij mensen en Elritsen (een klein visje) neemt één individu het initiatief en de rest gaat er achteraan.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie