Bij virtuele klas-sessies en webinars is het verplicht aan- of uit zetten van de webcam regelmatig punt van discussie. Torrey Trust en Lauren Foss Goodman hebben ervaringen hiermee onderzocht. De uitkomsten leiden tot vier aanbevelingen met betrekking tot het gebruik van de webcam.
Trust en Foss Goodman hebben twee keer na afloop van twee vakken een vragenlijst voorgelegd aan in totaal 70 studenten. In beide cursussen was het gebruik van de camera volledig optioneel, hoewel de docent het gebruik ervan in break-out rooms stimuleerde.
De onderzoekers concluderen dat cameragebruik tijdens synchroon online leren diverse aspecten heeft en een dynamisch vraagstuk is. Er spelen verschillende factoren en individuele behoeften een rol. Zij hebben bijvoorbeeld maar liefst 31 unieke redenen geïnventariseerd waarom lerenden hun camera’s aan- of uitzetten. Lerenden nemen volgens Trust en Foss Goodman – bewust of onbewust – veel variabelen in overweging bij de beslissing om de webcam wel- of niet te activeren.
Andere opvallende bevindingen zijn uit dit betrekkelijk kleinschalige onderzoek zijn:
- Lerenden waren het meest geneigd hun camera’s aan te zetten als ze het gevoel hadden dat ze die op elk moment, en zonder sancties, konden uitzetten.
- Voor sommigen was het aan hebben van camera’s bevorderlijk voor sociale interacties (o.a. beter kunnen communiceren en samenwerken). Niet iedereen heeft dat gevoel echter.
- Lerenden waren het meest geneigd hun camera’s uit te schakelen vanwege privacy in de fysieke omgeving en vanwege fysieke behoeften (bv. eten, bewegen, drinken) of mentale gezondheidsaspecten (bv. vermoeidheid, angst).
- Sociale normen waren van invloed op het cameragebruik van studenten. Als andere camera’s aan staan, dan ben jijzelf ook eerder geneigd de webcam te activeren.
- De didactiek bepaalde het cameragebruik. Hebben lerenden het gevoel dat de ‘webcam aan’ nuttig is voor het leerproces, dan zetten ze deze aan. Bijvoorbeeld als zij in break-out rooms samenwerken. Als zij vooral moeten luisteren naar een docent, dan zetten ze hun camera’s uit.
- De eigenschappen van de gebruikte applicatie beïnvloeden het cameragebruik positief of negatief. Als jij jezelf niet in beeld ziet, dan bevordert dat het cameragebruik. De galerijmodus kan bijvoorbeeld het gevoel dat je door anderen wordt bekeken, versterken.
- Het cameragebruik verschilde per persoon. Sommige lerenden gaven aan zich beter te kunnen focussen met de camera aan, anderen juist met de camera uit.
- Tijdens plenaire sessies zette minder dan de helft van de lerenden de camera aan, tijdens break-out room-sessies zetten bijna alle lerenden volgens eigen zeggen de camera vaak of altijd aan. Of dat echt zo is, weten we niet (lerenden schatten eigen gebruik van een applicatie vaak verkeerd in). Verder zou het feit dat een docent cameragebruik tijdens break-out rooms expliciet bevorderde, hierop van invloed kunnen zijn.
- Het cameragebruik verschilde van tijd tot tijd. Sommigen zetten hun camera aan bij het begin en het einde van een les, anderen halverwege de les als een break-out room-sessie startte.
De auteurs formuleren op basis van hun onderzoek een aantal m.i. aanbevelingen:
- Overweeg een “camera optioneel” beleid voor tenminste enkele onderdelen van de sessie. Dit vermindert een gevoel van ‘video-conferencingvermoeidheid’ en bevordert dat lerenden zich meer op hun gemak voelen. Varieer in leeractiviteiten die lerenden de mogelijkheid geven om hun betrokkenheid te tonen, ook als de camera uitstaat. De auteurs geven hier verschillende voorbeelden van. Bijvoorbeeld: samen een afbeelding annoteren.
- Ontwikkel samen met lerenden ‘camerabeleid’. Dat kun je doen bij aanvang van de eerste live online sessie of voorafgaand via een asynchrone online discussie. De onderzoekers verwachten dat lerenden afspraken eerder nakomen als zij betrokkenheid ervaren bij de totstandkoming van camerabeleid.
- Ontwikkel samen met lerenden sociale normen. “Interpersoonlijke relaties” blijken volgens de respondenten de meest invloedrijke factor bij het cameragebruik. Lerenden dachten onder meer voortdurend na over wat anderen deden. Door samen sociale normen te ontwikkelen, hoeven lerenden minder na te denken over “interpersoonlijke relaties” en kunnen zij zich meer concentreren op de inhoud. Je kunt dergelijke normen ontwikkelen door tijdens een online sessie lerenden te laten chatten over vragen als “wat is de beste manier om anderen te laten weten dat je een tijdje weg moet?”
- Leer de interface kennen van het videoconferentieprogramma dat je gaat gebruiken. Door je vertrouwd te maken met de functionaliteiten en instellingen van de applicatie voor synchroon online leren, kun je ontdekken hoe je negatieve gevolgen zoals “hyper gaze” kunt verminderen (het gevoel aangestaard te worden). Bij het maken van opnames zijn vaak ook alleen sprekers in beeld. Wijs lerenden daarop. Of bijvoorbeeld op de mogelijkheid om een virtuele achtergrond in te stellen.
Bij eenmalige webinars heb je geen tijd en gelegenheid om met deelnemers te sparren over camerabeleid en sociale normen. Je kunt deelnemers wel wijzen op dergelijk beleid, sociale normen en op de functionaliteiten en instellingen van de applicatie. Bij langere leertrajecten, en zeker bij grotere groepen, is het wel zinvol om hier gezamenlijk afspraken over te maken. Vooral als je op basis van je ervaring weet dat lerenden moeite hebben de webcam aan te zetten.
Je wilt in elk geval voorkomen dat het steeds moeten nadenken over “interpersoonlijke relaties” of over de vraag of de webcam aan of uit moet, leidt tot een grote cognitieve belasting. Dit gaat immer ten koste van het leren.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie