Businessmodellen voor Open Educational Resources deel 2  (#in #SA_OER)

Vandaag heb ik een seminar van de SURF Academy over businessmodellen voor Open Educational Resources (OER) bezocht. Dit is de tweede blogpost over dit seminar. Hierin staan met name praktijkcases centraal.

Ellen Kuipers van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen gaf aan dat OER bij de HAN nog in de kinderschoenen staat. De ontwikkeling vindt momenteel fragmentarisch plaats. De HAN probeert deze initiatieven nu te verbinden.

Scripties worden nog niet altijd gepubliceerd vanwege privacygevoelige data (denk aan bedrijfsgegevens), en vanwege de aarzeling van opleidingen om ook minder goede scripties te publiceren ('de zesjes').  De readers van docenten bleken ook niet altijd in goede mate rekening te houden met auteursrechten. Zij hebben ook een auteursrechten werkgroep die recent heeft geadviseerd om CC-BY licenties te gaan gebruiken.

De HAN heeft diverse websites waar OER ontsloten gaat worden. Ook wil men OER in het kader van online leren toepassen rond proefstuderen.

Volgens Sebastiaan Mooij is de Avans Hogeschool ook nog maar pas bezig met OER.  Zij gaan pilotten met weblectures die als OER worden aangeboden (bouwconstructie en CAD instructies, plus een professionaliseringscursus rond digitaal toetsen). De belangrijkste prikkel was het efficiënter organiseren van het onderwijs. Een business model is er nog niet. Avans Hogeschool zal nog het nodige werk moeten verrichten om OER in te bedden, aldus Mooij. Veel betrokkenen zijn  bereid, maar afwachtend. Ook willen veel docenten vooral halen, en niet brengen.

Peter Bloemendaal ging in op MedischOnderwijs.nl, waarin allerlei e-learningmodules opgeslagen en toegankelijk gemaakt worden. In totaal zo'n 1400 modules, die door een groot aantal gebruikers van diverse instituten worden gebruikt (ongeveer 40 duizend). Het LUMC is hoofdleverancier, andere instituten leveren echter steeds meer modules. De modules worden meestal via de eigen elektronische leeromgeving gebruikt. Een deel van de modules is gratis (mits geregistreerd), een ander deel niet. Modules worden ook door professionals beoordeeld. Een service level intention zorgt er o.a. voor dat de stekker van dit initiatief er niet zo maar uit gaat. Medischleren.nl richt zich op complete cursussen.

De financiering van het materiaal gebeurt vanuit reguliere middelen. De instelling wordt gefinancierd om onderwijs te verzorgen. Het materiaal dat in dit kader wordt ontwikkeld, wordt teruggegeven aan de gemeenschap. Een eenvoudig businessmodel, in feite.

Nicolai van der Woert van het UMC Radboud vertelde over een Europees project rond blended learning op het gebied van neurologie. Op dit gebied is er een grote opleidings- en bijscholingsbehoefte. In dit verband is ook een educatieve databank met (deels reeds ontwikkelde) content gemaakt. De inhoud wordt ook gepeer reviewed. Verder heeft men de content ivm privacy van patiënten (echte cases) niet vrij toegankelijk gemaakt.

Na de projectfase werd de financiering een probleem. Bovendien verdween het committment bij de leidinggevenden doordat de betrokken manager vertrok. Verpleegkundigen waren echter zo tevreden met het materiaal, dat men de ontwikkeling ervan doorzette. De afdeling Neurologie gebruikt het materiaal ook voor informeel leren. De wereldfederatie op het gebied van neurologie wil het verder ook oppakken.

Wat betreft het business model is er een stichting opgericht, en wordt er gebruik gemaakt van fondsen (leden wereldfederatie, industrie). 

Na de presentatie van de verschillende praktijkcases, mocht Ben Janssen van de Open Universiteit de dag afsluiten. Ben presenteerde een aantal ervaringen uit de internationale praktijk met businessmodellen rond OER. Zijn presentatie was gebaseerd op interviews met sleutelfiguren die bij OER-projecten betrokken zijn. Deze interviews bestonden vooral uit het vertellen van verhalen: hoe doe je het, waarom en voor wie? Het canvasmodel van Osterwalder en Pigneur is hierbij als kader gebruikt.

Waardepropositie:

– Kleine delen van cursussen en opleidingen
– Introductiecursussen
– Teaser cursussen
– Complete cursussen en opleidingen

Klantsegmenten:

– Self learners
– Reguliere studenten (vaak ongeveer de helft van het aantal deelnemers
– Professionals (onder de 10%)
– Gevarieerd (zoals achterstandsgroepen of hoogbegaafde leerlingen uit het VO)

Kanalen:

– Website
– Web 2.0

Relaties met klanten:

– Content push (vindt het meeste plaats)
– Interactieve contacten

Kernactiviteiten:

– Digitaliseren van materialen is de hoofdactiviteit
– Gereed maken van materialen voor zelfstudie
– Het faciliteren van communities

Key resources:

– Docenten en opleiders
– Ondersteunende medewerkers, bijvoorbeeld op het gebied van didactiek, digitalisering en recht
– Vrijwilligers die bijdragen leveren

Kostenstructuur:

– Vaste kosten, met name van personeel
– Variabele kosten zoals de opslag, servers, software, inhuur
studentassistenten

Inkomsten:

– Subsidies
– Verrekening via onderwijsprogramma's (ook abonnementen of gelden die de instelling ontvangt dankzij reputatieversterking)
– Giften

Key partnerships:

– Voor onderhoud
– Voor uitwisseling van informatie en ideeën
– Met vrijwilligers

Er is ook gekeken of initiatieven succesvol zijn. Dat blijkt o.a. uit naamsbekendheid, uit het versterken van de reputatie, uit een kwaliteitsverbeterslag van leermaterialen, uit het bereiken van lifelong learners, uit een betere en nieuwe dienstverlening aan reguliere studenten, uit het bereiken van nieuwe doelgroepen, en uit het bereiken van bijzondere doelgroepen.

Er zijn echter geen of weinig gegevens bekend over effecten op leren, of het daadwerkelijk vergroten van de toegankelijkheid van onderwijs/kennis.

Samenvattend onderscheidde Ben institutionele projecten (o.a. de OU), community-based projecten (vaak ideologisch gedreven; zijn zij in staat het initiatief duurzaam in de lucht te houden) en stand alone of commerciële projecten (spelen business cases een grote rol).

Wat betreft businessmodel zie je verschuivingen van financiering (via projectgelden), naar duurzame verdienmodellen (zoals het freemium model), en vervolgens naar businessmodellen voor de hele organisatie.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *