Het Britse Jisc heeft tussen oktober en december 2020 onderzoek gedaan naar opvattingen van studenten in het hoger en “further education” over de wijze waarop onderwijsinstellingen met behulp van leertechnologie onderwijs tijdens de coronacrisis verzorgen. Welke sterke positieve punten en welke negatieve punten noemen zij?
Er hebben bijna 28.000 deelgenomen aan deze enquête. Het eerste dat opvalt, is dat 68% de kwaliteit van online en “digital learning” (blended en simultaan onderwijs) als goed, uitstekend of nagenoeg perfect betitelt. Uiteraard zegt dit niets over de vraag of lerenden daadwerkelijk ook effectief leren. Bovendien hebben lerenden niet per definitie expertise op het gebied van curriculumontwikkeling en didactiek.
We moeten ons daarbij m.i. ook realiseren dat er grote verschillen zijn tussen en binnen instellingen, als het gaat om de kwaliteit van het onderwijs. Gemiddelde scores willen dat nog weleens verbloemen.
Maar het is toch een mooie opsteker voor docenten en andere medewerkers die het afgelopen jaar flink hebben geïnvesteerd in de noodzakelijke verandering!
Positieve punten
- Flexibiliteit. Opgenomen colleges maken het gemakkelijker om aantekeningen te maken en te studeren op momenten dat dit het beste uitkomt.
- Een deel van de lerenden vindt studeren thuis comfortabel en gemakkelijk.
- Een deel van de lerenden heeft het gevoel meer controle te hebben over het eigen leren.
Deze punten worden dikwijls genoemd als voordelen van online en blended learning (er zijn er m.i. meer).
Negatieve punten
- Technische problemen.
- Concentratieproblemen (ook vanwege lange online sessies en veel ‘screentime’).
- Ongeschikte studieomgevingen.
- Isolement.
- Problemen met welzijn en geestelijke gezondheid.
Een deel van deze negatieve punten wordt m.i. mede veroorzaakt door de extreme mate waarin lerenden online zijn. Bovendien zijn isolement en problemen met welzijn en de geestelijke gezondheid waarschijnlijk ‘coronagerelateerd’ (sowieso nauwelijks contact met leeftijdsgenoten).
Onderwijsinstellingen hebben weinig grip op de thuissituatie (technologie, studieomgeving). Bovendien is sociale ongelijkheid hierop sterk van invloed. Niet elke lerende heeft bijvoorbeeld een aparte studeerkamer.
Concentratieproblemen, en meer in het algemeenheid digitale studievaardigheden, zouden m.i. wel de aandacht moeten hebben van onderwijsinstellingen. Hierbij hebben we ook te maken met een paradox. We gebruiken noodzakelijkerwijs digitale technologie voor online en blended learning. Je kunnen concentreren en focussen is van groot belang voor effectief en efficiënt leren. Tegelijkertijd zijn veel digitale technologieën zodanig ontworpen dat ze mensen vaak afleiden (denk aan de notificaties).
Daar slim mee om leren gaan, is een hele uitdaging (maar wel noodzakelijk). Overigens geeft 55% van de studenten hoger onderwijs aan dat zij ondersteuning en training krijgen over hoe zij het beste online kunnen leren.
De respondenten noemen ook verschillende zaken die onderwijsinstellingen kunnen verbeteren. Deze zaken hebben te maken met professionalisering en ondersteuning van docenten, het aanpassen van didactiek (bijvoorbeeld meer interactiviteit en begeleiding) en veranderingen in het ontwerp van het onderwijs (onder meer het tempo). Een duidelijke structuur is eveneens een basisvoorwaarde (duidelijk kunnen navigeren, roostering en planningen van sessies).
De genoemde positieve punten, negatieve punten en verbeteringen zijn volgens mij herkenbaar voor het middelbaar beroeponderwijs en hoger onderwijs in de Lage Landen.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie