Blockchain + microcredentialing = nieuwe manier van valideren van leren

Met behulp van microcredentialing kunnen leeractiviteiten gewaardeerd worden die niet bij een klassieke opleiding zijn uitgevoerd (zoals massive open online onderwijs). Samen met blockchain-technologie kan deze ontwikkeling tot de nodige reuring leiden binnen het onderwijs.

Blockchain

Microcredentialing is het opknippen van het onderwijs in kleinere eenheden die afzonderlijk gecertificeerd worden (SURF, 2016, pdf). Blockchain technologie wordt gezien als een kansrijke ontwikkeling voor microcredentialing. Dian Schaffhauser licht deze ontwikkeling toe.

Zij legt eerst uit wat blockchain-technologie doet: het fungeert als een medium om waarde uit te wisselen in een gedecentraliseerde gemeenschap zonder tussenkomst van een derde. Vergelijk het met een bank. Als ik geld wil over maken naar giro 555, dan moet dat nu nog via een bank.

Met blockchain-technologie vindt die transactie rechtstreeks plaats omdat het vertrouwen ingebouwd is in het platform. In een verhelderende TED-talk over dit onderwerp stelt Don Tapscott dat je informatie kunt kopiëren en delen met anderen. Het internet is daar erg goed in. Als het om activa -zoals geld, kunst of obligaties- gaat, dan wil je niet dat het origineel bij maker blijft terwijl de klant over een kopie beschikt.

Tapscott beschrijft blockchain als

een soort enorm, wereldwijd gedistribueerd grootboek dat op miljoenen computers draait en voor iedereen beschikbaar is, en waarop elk type van activa, van geld tot muziek, kan worden opgeslagen, vervoerd, verhandeld, geruild en beheerd, allemaal zonder machtige tussenpersonen

Tapscott gaat ook in op de onderliggende technologie, en op de mogelijke gevolgen voor diverse sectoren en de samenleving als geheel. Het transcript, waar dit citaat uit afkomstig is, is in het Nederlands te lezen.

Schaffhauser gaat in op de educatieve toepassing van blockchain die vooral te maken heeft met het erkennen van waarderingen. Het MIT gebruikt deze technologie sinds 2015 voor certificering van alumni-programma’s. In 2016 heeft men deelname aan een bootcamp in Zuid-Korea op deze manier gewaardeerd. Het doel hiervan was in eerste instantie leerervaringen opdoen met deze technologie, de technologie verbeteren met behulp van feedback.

De digitaal door MIT ondertekende certificaten hebben dan een key die via Blockchain.info geverifieerd kan worden (zie afbeelding). De afgelopen oktober heeft men een open standaard toolkit hiervoor gepubliceerd, waarmee andere organisaties aan de slag kunnen met blockchain voor microcredentialing. Dian Schaffhauser typeert deze als volgt.

The toolkit consists of libraries for creating, issuing, viewing and verifying blockchain credentials — the same routines MIT tapped to issue its certificates.

Lerenden zouden hiermee volledige controle kunnen krijgen over hun waarderingen (de waardering zelf, door wie deze is verleend en aan wie de waardering is verleend). Je leert bovendien je leven lang, bij tal van aanbieders. Lerenden hoeven geen organisatie meer te raadplegen voor verificatie van hun waarderingen.

De blockchain kan vanuit dit oogpunt vooral van belang zijn voor werkzoekenden en werkgevers, maar mijns inzien ook voor het bepalen van vrijstellingen en voor het in kaart brengen van voorkennis ten behoeve van een vervolg-leertraject. Mogelijk leidt dit wel tot vrees bij opleiders dat zij controle verliezen over dit aspect van kwaliteitszorg.

Schaffhauser schrijft dat de adoptie van blockchain afhankelijk is van de de vraag of deze manier van werken standaard wordt erkend en van het gebruiksgemak. Nu is dat zeker nog niet het geval. Onderwijsbestuurders staan nu nog argwanend ten opzichte van deze technologie. Een sterke kant hiervan is wel de beveiliging en daarmee de betrouwbaarheid. Het decentrale karakter van de technologie maakt dat deze eigenlijk niet te hacken is.

Er is al een ‘wallet-app’ voor iOS beschikbaar waarmee lerenden hun credentials op hun iPhone kunnen bewaren. Het student-informatiesysteem zou dan automatisch een ‘credential’ moeten afgeven op het moment dat een onderwijseenheid is afgerond. De lerende kan deze dan in zijn ‘beurs’ opslaan en gebruiken bij het zoeken van een baan.

Ik vind het mooi om te zien hoe deze technologische trend vordeingen maakt, al zal de adoptie nog best traag verlopen. Het onderliggende concept is complex en onbekend. Onderwijsinstellingen kunnen dit als een bedreiging ervaren, ook in combinatie met individuele financiering. De SER pleitte hier afgelopen week al voor, als het gaat om een leven lang leren. De SER is niet de enige aangezien vraagfinanciering, vouchers, en dergelijke al langer onderwerp van gesprek zijn. Waarschijnlijk komt dit thema bij de volgende formatie ook weer ter sprake.

Uiteraard kun je er ook de kansen van inzien. Als je online onderwijs van zeer goede kwaliteit is, bijvoorbeeld. De kans is dan aanwezig dat lerenden bij jouw opleiding komen leren. Bij certificering is er -anders dan bij geld of kunst- overigens geen sprake van dat je het origineel afstaat, in plaats van een kopie. Je geeft mensen in elk geval inzicht in jouw certificering.

De toepasbaarheid zal ook toenemen als je die microcredentials kunt bundelen, afhankelijk van het doel dat je wilt bereiken. Als je een baan zoekt, dan zul je je op een andere manier willen profileren dan als je een vervolgopleiding kiest. Wat dat betreft is er weer grote overlap met het elektronisch portfolio.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *