Vanmiddag heb ik tijdens de Middag van de Digitale Didactiek van ROC Midden-Nederland een keynote verzorgd over ‘blended learning’. Ik heb er voor gepleit dat je als docententeam je eigen didactisch model moet construeren, om betekenis te geven aan dit op zich betekenisloze begrip.
Binnen tal van organisaties -niet alleen binnen het onderwijs- zijn docenten en opleiders bezig met het vormgeven van ‘blended learning’. De vraag is echter: waar hebben we het over?
Hoogleraar Paul Kirschner betoogt bij voorbeeld dat al het onderwijs eigenlijk ‘blended’ is. Tony Bates onderscheidde laatst drie vormen van blended learning: ICT-ondersteund klassikaal leren, flipped classroom en hybride leren.
Je leest ook wel eens dat blended learning in elk geval moet bestaan uit een combinatie van online leren op afstand, en face-to-face leren, waarbij ICT ‘leerdoelgericht’ zou moeten worden ingezet. ICT-ondersteund klassikaal leren valt dan dus niet onder de definitie van ‘blended learning’, net zo als het gebruik van ICT voor ondersteunende processen. Maar ook dan kunnen tal van vormen van leren onder dit paraplubegrip vallen.
‘Blended learning’ is daarmee eigenlijk een nogal betekenisloos, en tegelijkertijd ingeburgerd begrip. Net als ‘e-learning’ dat eigenlijk is. Ik pleit er daarom voor om als docententeam/opleiding je eigen didactisch model te ontwikkelen, om invulling te geven aan ‘blended learning’. Daar gaat het namelijk om.
Een aantal vragen zijn daarbij wat mij betreft leidend, waarvan ik er vanmiddag de volgende heb behandeld:
- Waar wil je ICT voor leren inzetten, en waarom? Waarom zou je bijvoorbeeld ICT in de klas inzetten? Wat mij betreft zijn er voldoende redenen om dat selectief te doen (beperkt aantal keren, korte duur), maar vraag je wel af hoe je bijvoorbeeld met het risico van afleiding om wilt gaan.
- Waarom wil je ICT voor leren inzetten? Ik onderscheid daarbij grosso modo vijf redenen waar het vergroten van de leeromgeving er één van is.
- Voor welke leeractiviteiten wil je ICT inzetten? Er ligt m.i. nog steeds een grote nadruk op het gebruik van ICT voor het geven van instructie, terwijl je het activeren van voorkennis of formatief toetsen prima kunt faciliteren met ICT.
- Welke leertechnologieën zet je in? Daarbij heb ik het niet alleen over speciaal voor leren ontwikkelde technologieën. Je moet daarbij in ieder geval vooral letten op de didactische eigenschappen van leertechnologieën. Wat kun je er mee? En wat niet?
- In welke mate wil je ICT inzetten? Soms is ‘less more’. Als je lerenden veel met ICT laat werken, dan moet je extra goed nadenken over kwalitatief goede online leeractiviteiten. Veel online programma’s zijn niet van heel goede kwaliteit. Lerenden leren minder als zij lang met kwalitatief minder goede courseware.
Je moet dus heel goed nadenken over de samenstelling van je leerarrangement dat bestaat uit zaken als leerdoelen, leerinhouden, didactiek en leertechnologieën. Uiteraard bepaalt de kwaliteit van de medewerker ook hierbij voor een groot deel de kwaliteit van het onderwijs.
Hieronder vind je mijn slides:
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie