“Niet volledig online gaan, tenzij er een goede rede voor is!” Dat waren de woorden van adviseur Wilfred Rubens als onderwijsinstellingen dit overwogen. De coronacrisis zorgde echter voor een ongekende versnelling hiervan in het onderwijs. Langzaamaan wordt er weer teruggeschakeld naar diverse vormen van blended learning. En dat is maar goed ook, vindt Rubens. Online leren heeft voordelen, maar voor het basis- en voortgezet onderwijs zijn er ook een aantal belangrijke beperkingen.
Aldus de inleiding van een artikel dat ik heb geschreven op verzoek van de redactie van het Tijdschrift voor Remedial Teaching.
Blended learning is de mix van face-to-face- en ICT-gebaseerde leeractiviteiten, leermaterialen en tools. Beide soorten leeractiviteiten maken een substantieel onderdeel uit van het onderwijs; idealiter versterken ze elkaar. Met blended learning kun je de sterke kanten van online leren benutten, en de minder sterke kanten tegengaan.
Online leren heeft namelijk een aantal sterke kanten, zoals:
- dankzij technologieën kun je doorgaan met kwalificeren terwijl je niet in staat bent om elkaar fysiek te ontmoeten
- leerlingen kunnen in eigen tempo leren, wanneer het uitkomt, naar behoefte en beter afgestemd op niveau
- de kwaliteit van online leren is goed als voldoende rekening wordt gehouden met een zorgvuldig ontwerp en didactische aanpak. Je moet dus deskundig zijn om online onderwijs te verzorgen
- je kunt de kwaliteit van je onderwijs verbeteren door op een slimme manier gebruik te maken van leertechnologie. Je kunt lerenden bijvoorbeeld formatieve evaluaties laten maken, waarbij zij automatische feedback ontvangen. Virtual reality is een ander voorbeeld. Daardoor kun je meer authentieke leerervaringen realiseren
- je kunt goed monitoren wat en hoe leerlingen leren. Deze data kun je gebruiken voor de begeleiding en zelfs om adaptieve leerpaden te creëren. Leerlingen krijgen dan oefeningen aangeboden, op basis van resultaten van eerdere oefeningen
Volledig online leren heeft echter ook een aantal beperkingen, zoals:
- online leren doet een groot beroep op zelfdiscipline en op het vermogen om je eigen leren te reguleren. Niet elke leerling is in staat het eigen leren zorgvuldig te plannen en geconcentreerd bezig te zijn met online taken zoals het bekijken van een instructievideo. Als remedial teacher heb je ook niet altijd de beschikking over goede middelen om te monitoren of leerlingen betrokken zijn bij het onderwijs. Het is best een uitdaging om leerlingen gemotiveerd te houden bij online leren. Je bent minder goed in staat hen persoonlijk aan te spreken als zij ‘lijken af te haken’, omdat je dat niet onmiddellijk doorhebt. Het is bijvoorbeeld ondoenlijk om via een populaire applicatie als Microsoft Teams te bewaken of alle leerlingen nog wel bij de les zijn. Op asynchrone (op een door de leerling gekozen moment) leeractiviteiten heb je per definitie minder zicht
- live, online, sessies blijken vermoeiender te zijn dan fysieke bijeenkomsten. Als deze sessie vaak worden ingepland dan leidt dit tot een forse cognitieve belasting
- het online monitoren van leerlingen kan grote gevolgen hebben voor de privacy van de leerling
- volledig online leren vraagt een forse investering in de ontwikkeling van leermaterialen, zoals instructievideos. Op termijn win je die investering terug omdat je minder tijd kwijt bent aan de uitvoering (zoals het geven van instructies), en je materialen vaker kunt hergebruiken. Je hebt echter niet altijd in de gelegenheid om die voorinvestering te doen. Een tip hierbij is om samen te werken met een collega rt’er die al materiaal heeft ontwikkeld
- juist in een remedial teaching- setting is de ‘pedagogische’ relatie tussen begeleider en leerling van belang. Sommige gesprekken voer je niet gemakkelijk via Skype of Google Meet. Je kunt niet onmiddellijk reageren bij bepaalde reacties, zoals het negeren van afspraken over onwenselijk gedrag. En hoe sla je virtueel een arm om de schouder van een lerende die net heeft verteld dat de ouders gaan scheiden?
- in ons land beschikken we over het algemeen over goede technische voorzieningen zoals internetverbindingen. Toch zijn er heel wat kinderen die niet beschikken over een eigen laptop of een ruimte om rustig te studeren terwijl dat bij volledig online leren wel noodzakelijk is. Dit kan leiden tot een digitale kloof.
Het nieuwe normaal
Door de anderhalvemetersamenleving zal online en fysiek lesgeven nog wel een tijdje voortduren. Daarom ligt het voor de hand het beste van beide werelden te combineren. Voor de coronacisis maakte je vast wel eens gebruik van een digitale applicatie zoals Kahoot. ICT-gebaseerde leeractiviteiten, leermaterialen en tools maakten echter geen substantieel onderdeel uit van het onderwijsontwerp. De verschuiving naar online is nu goed zichtbaar. Daarbij is het van belang om een eigen aanpak voor blended learning te ontwikkelen. Er vallen namelijk verschillende aanpakken onder dit paraplubegrip. Als remedial teacher kun je met meerdere ontwerpcriteria-keuzes maken die leiden tot een andere ‘blend’. Maak hierbij keuzes in de toepassing (tijd- en plaatsonafhankelijk) of ook live, online, sessies verzorgen (zoals een webinar). Het is goed om je af te vragen welke leer/doceeractiviteiten je online wilt uitvoeren en welke face-to-face.
Tips voor online begeleiden
- Leerlingen hebben baat bij structuur. Als digitale leeromgevingen ergens goed in zijn dan is het in het faciliteren van structuur. Dankzij een heldere structuur (eventueel met deadlines) weten leerlingen wat ze wanneer moeten doen
- Het is mogelijk met behulp van moderne monitoringtools binnen digitale leeromgevingen patronen in leergedrag te herkennen. Bijvoorbeeld als de betrokkenheid van leerlingen voor verbetering vatbaar is
- Zorg dat een leerling actief betrokken is bij de instructie. Sluit hierbij aan bij de voorkennis en geef af en toe een opdracht tussendoor. Dit werkt motiverend. Nieuwe technologieën -die gebruik maken van kunstmatige intelligentie- kunnen leerlingen op basis van patronen in studiegedrag automatisch berichtjes sturen, en zo motiverend werken
- Ook het gebruik van een online quiz wordt in de begeleiding als goede afwisseling gezien. Het eerdergenoemde Kahoot is daarvan een bekende variant, maar ook LessonUp (Nederlandstalig) en Nearpod (Engelstalig) kun je alle fases van het directie instructiemodel mooi en overzichtelijk toevoegen aan je online les
- Je kunt chatbots laten ontwikkelen die in staat zijn veel gestelde vragen van leerlingen te beantwoorden. Bijvoorbeeld https://chatmetwillem.nl/. Je kunt je dan in de begeleiding meer richten op complexe hulpvragen.
- Onderzoek laat zien dat leerlingen gesproken feedback vaak beter beluisteren dan dat zij geschreven feedback lezen. Met behulp van Audacity of Anchor.fm kun je podcasts maken. Podcasts kun je ook gebruiken voor het geven van feedback
- Een andere toepassing van podcasts is de ‘advance organizer’. Hiermee geef je leerlingen gestructureerde informatie aan het begin van het leerproces. Dit bevordert ook het activeren van voorkennis
- Je hebt leerlingen die gemakkelijker praten over problemen, maar je hebt ook leerlingen je daarover liever schriftelijk communiceren. Dankzij een applicatie als Microsoft Teams kun je videobellen met leerlingen, maar ook berichten uitwisselen.
Rubens, W. (2020). Blended learning als het ‘nieuwe normaal’ voor het onderwijs. In: Tijdschrift voor Remedial Teaching, 28, 3 (juni 2020), 8-10.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Bedankt voor de uiteenzetting van de voor en nadelen! Lekker overzichtelijk!
Groet Marco