Onlangs heb ik kritiek geleverd op de m.i. traditionele benadering van bevoegde docenten door GroenLinks. Vandaag werd ik dankzij Scienceguide herinnerd aan een mooi initiatief van de Universiteit Utrecht (UU).
Universiteiten nemen in de regel dikwijls docenten aan die sterk zijn op hun vakgebied, maar die geen didactische expertise hebben (geen politicus die daar overigens over valt). De UU heeft daarom jaren geleden besloten fors te investeren in professionalisering van docenten. Zij kennen bijvoorbeeld een basiskwalificatie onderwijs en een seniorkwalificatie onderwijs. Docenten bekwamen zich dan -wat betreft de basiskwalificatie- gedurende een jaar in het verzorgen van onderwijs. Zij stellen met een tutor een opleidings- en begeleidingsplan samen, voeren dit plan uit, maken de resultaten zichtbaar in een portfolio dat vervolgens door een commissie wordt beoordeeld.
Er wordt hierbij rekening gehouden met eerder verworven bekwaamheden, er is sprake van van een mix van formeel en informeel leren, en het is aan de docent om te bewijzen dat hij bekwaam is. Oordeelt de toetscommissie dat hij bekwaam is, dan wordt hij gecertificeerd.
Recent het College van Bestuur van de UU dit kwalificatiesysteem 'opgefrist'. Nu moeten ook ervaren en seniore medewerkers aantonen dat zij bekwaam zijn om onderwijs te verzorgen en te ontwikkelen. Toen het kwalificatiesysteem werd ingevoerd, werden zij namelijk ontzien. Verder komt er meer uniformiteit (en minder vrijblijvendheid) in de wijze waarop faculteiten omgaan met de regeling.
Toen ik bij de UU werkte, vond ik dit een mooi systeem (ik heb zelf de basiskwalificatie voor adviseurs moeten halen, door mijn ervaringen in een e-portfolio aan te tonen). Volgens mij een goed voorbeeld voor het hele onderwijs.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie