Nederlandse instellingen voor hoger onderwijs krijgen te maken met andere doelgroepen. Dat leidt tot innovatie van het curriculum waarbij meer rekening gehouden zal worden met principes uit de volwasseneneducatie, informeel leren en inzichten rond online leren.
Herman van den Bosch houdt zich als hoogleraar onder meer bezig met innovatiemanagement. In zijn weblog verkent hij onder meer welke krachten leiden tot disruptie van het hoger onderwijs. “De ondernemende student” gaat zogenaamde “entrepreneurial students“. Bijna de helft van alle studenten in de VS blijkt namelijk leren en werken te combineren, en zoekt naar de relevantie van hun studie voor hun positie op de arbeidsmarkt.
Volgens Herman leidt dat er toe dat veel universiteiten hun curriculum gaan veranderen, en bijvoorbeeld niet alleen meer ‘traditionele cursussen’ waarderen als leeractiviteit, maar bijvoorbeeld ook deelname aan trainingen, vormen van informeel leren en leren op de werkplek. Portfolio’s en badges worden gebruikt om aan te tonen wat een student heeft geleerd.
Deze ontwikkeling leidt dan tot “unbundling” van het onderwijs doordat verschillende organisaties betrokken zijn bij het persoonlijke curriculum van een student.
Herman van den Bosch gaat in deze blog post niet in op de relevantie hiervan voor het Nederlandse hoger onderwijs. Die gevolgen zijn er echter wel degelijk.
Ook in ons land zullen “entrepreneurial students” ook meer gemeengoed worden. Daarbij gaat het enerzijds om jongeren die hun studie mede financieren uit bijbanen of die een eigen bedrijfje hebben naast hun studie. Anderzijds gaat het om volwassenen die aan ‘continuous professional development’ doen, en naast hun werk in deeltijd leren/
Deze doelgroepen hebben behoefte aan een zeer flexibel curriculum. Daarbij gaat het niet alleen om de voorbeelden van “unbundling” waar Herman over schrijft, maar ook om:
- Meer vormen van online leren, zodat deze studenten meer invloed hebben op waar, wanneer en hoe lang zij willen studeren.
- Het integreren en valideren van massive open online courses binnen curricula (eigen MOOCs, maar vooral ook MOOCs van andere instellingen).
- HBO- en universitaire cursussen die werken met opdrachten waarbij de persoonlijke beroepspraktijk onderwerp van onderzoek is, of die in de persoonlijke beroepspraktijk kunnen worden uitgevoerd (integratie van kennis).
- HBO- en universitaire cursussen die expliciet rekening houden met eerder ontwikkelde kennis en ervaringen van studenten.
In feite komt het er op neer dat het Nederlands hoger onderwijs meer rekening moet houden met principes uit de volwasseneneducatie, gecombineerd met informeel leren en inzichten rond online leren. Cruciaal daarbij is, zoals Herman van den Bosch ook aangeeft, dat we andere manieren van beoordelen en valideren gaan hanteren. Het impliceert ook meer differentiatie aangezien de ‘traditionele’ HO-student (jong, voornamelijk bezig met de studie) niet zal verdwijnen.
Ik durf te voorspellen dat instellingen die deze koers niet zullen inslaan, zich op termijn kunnen voorbereiden op een ‘krimp-scenario’ (ook gezien de ontgroening en vergrijzing van onze samenleving).
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie