Vandaag heb ik voor de MBO Opleidingsschool ‘s-Hertogenbosch van het Koning Willem 1 College een virtual classroom sessie verzorgd over asynchrone en synchrone vormen van online leren. Welke verschillende vormen zijn er te onderscheiden? Wat zijn -met name vanuit het perspectief van didactiek- de sterke en minder sterke kanten van deze vormen? Wanneer kun je het beste welke vormen inzetten? En op welke manier? Wat betekenen deze verschillende vormen voor online begeleiden?
De sessie bestond uit korte inleidingen, opdrachten, quizzes en vragen/discussie. Er werden veel vragen gesteld. Daardoor ben ik aan het onderdeel online begeleiden niet meer toegekomen.
Dit was de structuur van de virtual classroom:
1. Voorstellen en spelregels
O.a. via de chat voorstellen en via Mentimeter in kaart brengen wat de ervaringen van de aanwezigen zijn met toepassingen van synchroon en asynchroon online leren
2. Synchroon en asynchroon leren
Wat is het verschil? Wat zijn eigenschappen van beide vormen? Verder heb ik benadrukt dat het zowel bij synchroon als asynchroon online leren belangrijk is een activerende didactiek toe te passen.
3. Vormen van asynchroon online leren
Ik heb zeven vormen genoemd waarvan ik er vier heb toegelicht (wat is het, hoe werkt het, sterk/minder sterk, waarvoor zet je het in):
- Kennisclips
- Screencasts
- Podcasts
- Online content (zelf maken of bestaande gebruiken). En hoe weet ik dat lerenden de content bestudeerd hebben?
Verder ben ik hierbij ingegaan op het belang van het bieden van een duidelijke structuur.
4. Vormen van synchroon, live, online leren
Ik heb vier vormen genoemd. Daarbij ben ik onder meer ingegaan op functionaliteiten en applicaties. Een aantal applicaties wordt gebruikt voor het faciliteren van virtual classrooms, terwijl ze er eigenlijk niet voor bedoeld zijn. Deze applicaties beschikken niet over belangrijke functionaliteiten zodat je moet kiezen voor work-a-rounds. Het gebruik van deze applicaties is de laatste maanden explosief toegenomen.
Ik ben vervolgens uitgebreider ingegaan op de virtual classroom (toepassingen, wanneer normaliter in te zetten, waar kun je tegenaan lopen, didactische principes).
5. Online begeleiden
Hierbij wilde ik ingegaan op het voorbereiden van lerenden op online leren, op de sterke en minder sterke kanten van online begeleiden, en op een aantal voorbeelden.
6. Afronding
Slotopmerkingen, verwijzingen en een afrondende opdracht.
Hieronder vind je mijn slides:
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie