Het World Economic Forum is een invloedrijke organisatie waar de publieke sector en het bedrijfsleven met elkaar in gesprek gaan over een aantal mondiale thema’s zoals de vierde industriële revolutie, mondiale uitdagingen (zoals duurzaamheid) en mondiale veiligheid. De afgelopen dagen kwam ik een aantal bijdragen op de site van het WEF tegen die gaan over artificiële intelligentie en hoger onderwijs. De auteurs stellen dat ‘universities’ zich inhoudelijk met AI bezig moeten houden en dat AI grote gevolgen zal hebben voor de processen van onderwijsinstellingen.
In ‘‘Universities must stay at the heart of the AI revolution. Here’s why’ stelt Nick Jennings van het Imperial College in London dat artificiële intelligentie geen zaak mag zijn van uitsluitend tech-giganten. Ook startups en academische onderzoekers en studenten moeten dit belangrijke terrein mee helpen vorm geven.
Als universiteiten op dit terrein een meer centrale rol gaan spelen, kunnen valkuilen vermeden worden en kan diversiteit in spelers op dit terrein geborgd worden.
Jennings stelt verder dat AI effectief kan zijn als sprake is van samenwerking met mensen. Synergie tussen computers (snelheid en efficiëntie) en mensen (beoordelingsvermogen en empathie) helpt dingen te bereiken die computers en mensen afzonderlijk niet kunnen bereiken.
Bovendien zouden transformaties bevorderd moeten worden door een diverse gemeenschap van vernieuwers.
Universities are, and must remain, central to this. They are home to world-leading academic talent, bright and creative students, and innovative startup companies. (…) AI innovations that spring from universities are often driven by societal benefit rather than a profit motive.
Hij geeft in zijn bijdrage een aantal voorbeelden van AI-toepassingen die niet ontwikkeld zouden zijn als alleen winstgedreven organisaties zich met AI bezig zouden hebben gehouden (bijvoorbeeld op het gebied van het bepalen waar waterfilters het beste in Nepal geplaatst konden worden).
In ‘Artificial intelligence will transform universities. Here’s how’ beschrijven Mark Dodgson (University of Queensland Business School) en David Gann (Imperial College London) dat AI de volgende technologische ontwikkeling is die het hoger onderwijs zal transformeren. Zij stellen zelfs:
We believe AI is a new scientific infrastructure for research and learning that universities will need to embrace and lead, otherwise they will become increasingly irrelevant and eventually redundant.
Binnen wetenschappen kan AI volgens de auteurs zelfstandig hypothesen maken, onverwachte verbanden vinden, en helpen de kosten van kennisontwikkeling en het kunnen doen van voorspellingen te verminderen.
Uitgevers gebruiken AI bijvoorbeeld al voor het automatisch reviewen van literatuur. Ook kan AI ‘onethisch’ gedrag van onderzoekers, zoals plagiaat, helpen achterhalen. Verder kan AI ideeën tussen verschillende disciplines helpen verbinden.
In hun bijdrage gaan Dodgson en Gann ook in op verschillende onderwijstoepassingen waar ik in eerdere bijdragen ook op ben ingegaan, zoals het beoordelen van opdrachten of het gebruik van chatbots bij begeleiding. Verder maken zij behoorlijke zijstappen in hun artikel als zij ook ontwikkelingen als simulaties, MOOCs en ‘flipping the classroom’ aanstippen. Big data, learning analytics en blockchain technologie worden ook genoemd.
Zij menen echter ook:
It is the duty of universities to reflect on their broader social role, and create opportunities that will make society resilient to this disruption.
Pas ontwikkelingen dus niet alleen toe, maar initieer ook het discours over de gevolgen van deze ontwikkelingen. Zoals het feit dat veel mensen niet in staat zijn deze vernieuwende technologieën toe te passen in hun werk.
Volgens de auteurs hebben eerdere ‘revoluties’ de structuur en organisatie van het hoger onderwijs relatief ongemoeid gelaten. Volgens Dodgson en Gann treft AI het hoger onderwijs echter in het hart:
The very concept of ‘deep learning’, central to progress in AI, clearly impinges on the purpose of universities, and may create new competition for them.
If done right, AI can augment and empower what universities already do; but continuing their missions of research, teaching and external engagement will require fundamental reassessment and transformation. Are universities up to the task?
Het artikel van Nick Jennings spreekt mij het meeste aan. Hij onderstreept m.i. terecht het belang van een kritisch-reflectieve functie van instellingen voor hoger onderwijs op het gebied van AI. Ook stelt hij volgens mij niet zonder reden dat AI-toepassingen met waarde voor de gemeenschap eerder door research van het hoger onderwijs gerealiseerd zullen worden, dan door tech-giganten.
Dodgon en Gann bespreken in hun bijdrage in vogelvlucht de potentie die de combinatie van technologische ontwikkelingen kan hebben voor innovatie van het hoger onderwijs. Zij gaan echter wat al te gemakkelijk voorbij aan het feit dat eerdere (internet)technologieën het doceren ook relatief ongemoeid hebben gelaten, terwijl ook toen een ‘revolutie’ werd voorzien.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Ha Wilfred,
Ik zie ook wel de potentie van AI in het onderwijs. Zeer recentelijk ook in het Horizon Report 2018 te lezen. Turnitin is er voor peer review ook enkele tijd mee bezig. Inderdaad mooi dat de technologie mee gaat, maar de adoptie van docenten blijft vrijwel afwezig (zoals de inzet van vele andere technologieën). Grote taak van de instelling om ICTO (oid) de innovatieslag te laten maken samen met docenten die daar tijd voor krijgen.