Vanuit diverse hoeken wordt kritiek geuit op het bestaande hoger onderwijs. In het verleden probeerden critici het bestaande onderwijs te veranderen. Nu ontstaan ook alternatieve vormen. Momenteel zijn deze alternatieven kleinschalig van aard. Technologische ontwikkelingen kunnen deze initiatieven echter een impuls geven, als eerste op het gebied van een leven lang leren.
Het artikel “Why Malcolm Gladwell, Seth Godin, Google, and a Harvard Expert Say Colleges and Universities Are Broken” haalt opinieleiders aan zoals Malcolm Gladwell en Set Godin. Zij scharen zich in het koor van critici van het (Amerikaanse) hoger onderwijs:
- Het onderwijs is onvoldoende betekenisvol en toepassingsgericht, en te theoretisch.
- Het onderwijs is te passief.
- Het onderwijs houdt onvoldoende rekening met informele ontwikkelingsprocessen.
- De manier van beoordelen past niet met waar je in de echte wereld op wordt beoordeeld.
- Van elke 100 studenten die starten met hoger onderwijs, krijgen er slechts 25 een diploma en aantrekkelijke banen. Vijfenveertig vallen er uit, terwijl 30 werkloos blijven of onder hun niveau gaan werken.
- Het onderwijssysteem werkt ongelijkheid in de hand.
- Het onderwijs is intellectueel uitdagend, maar sociaal en emotioneel passief.
- Het onderwijs schenkt onvoldoende ruimte aan sociale vaardigheden.
- Het onderwijs leidt op tot meegaandheid, terwijl leiderschap noodzakelijk is.
Dit artikel laat ook (voormalige) hoogleraren aan gerenommeerde instituten aan het woord, die vergelijkbare kritiek hebben. De auteur stelt dat deze kritiek al vele jaren wordt geuit. Hij suggereert dat meer competitie dankzij de opkomst van nieuwe universiteiten een impuls kan bieden aan veranderingen.
Deels hebben deze criticasters een rechts-libertaire agenda (denk aan Peter Thiel). Aan de andere kant hebben critici juist een meer progressief maatschappij-kritische achtergrond, die onder meer terug gaat naar Ivan Illich’s ontschoolde maatschappij.
Het verschil met het verleden is dat mensen als Godin nu met alternatieven komen, en niet alleen het bestaande onderwijs van binnenuit willen innoveren. Zo heeft Godin een alternatieve MBA-opleiding gestart. Deze opleiding duurt een maand (de maand oktober), en kost $ 3000. Om toegelaten te worden, moet je een selectieproces doorlopen. Godin zoekt zeer gecommitteerde studenten die ook bereid zijn fors te investeren in deze opleiding (en niet alleen met geld). Wat kenmerkt deze opleiding bijvoorbeeld?
- De opleiding wordt volledig online verzorgd.
- Godin werkt samen met prominente bedrijven.
- De studenten zijn onderverdeeld in groepen, op basis van tijdzones.
- Elke dinsdag- en donderdagavond (van 18-21 uur) en de hele zondag besteed je aan discussies met andere studenten.
- Je werkt aan authentieke projecten die je conform vaste deadlines af moet ronden.
- Er wordt is sprake van veel interactie.
- Er is veel aandacht voor veranderkunde, kritisch denken en risico’s nemen.
De auteur refereert in het artikel naar meer alternatieven.
Ik ben onvoldoende bekend met het Amerikaanse onderwijs om de betreffende kritiek te bevestigen of te ontkrachten. Ik lees wel vaker dergelijke bijdragen, die voornamelijk anekdotisch ‘bewijs’ bevatten (zo ook dit artikel).
Bovenstaand beeld herken ik in elk geval niet echt van het Nederlands hoger onderwijs. De uitval is in elk geval ongeveer de helft lager, als we bijvoorbeeld naar het HBO kijken (pdf; ook al is de uitval nog steeds te hoog). Een aantal kenmerken van Godin’s MBA-programma zie ik ook in ons onderwijs terug, al zijn er weinig volledig online programma’s beschikbaar (wat overigens ook niet noodzakelijk is).
Uiteraard kan ons onderwijs altijd beter (minder uitval, een sterkere verbinding met de praktijk, andere manieren van beoordelen, meer actief leren, een duidelijke structuur, meer rekening houden met informeel leren, meer flexibel, enzovoorts).
Het valt me verder op dat Amerikaanse critici niet alleen hameren op een betere kwalificerende functie van het onderwijs, maar nadrukkelijk ook aandacht vragen voor de socialiserende functie en voor persoonsvorming. Dat is positief.
Het belangrijkste aan dit artikel is echter niet zo zeer de kritiek op het (Amerikaanse) onderwijs maar de opkomst van de alternatieven. Ontwikkelingen als microcredentialling, de student als eigenaar van zijn online identiteit, het geleidelijk afnemend belang van diploma’s en block chain technologie dragen ertoe bij dat lerenden regulier hoger onderwijs minder nodig hebben. In het SURF Trendrapport 2016 wordt hier op ingegaan.
Deze deels technologische ontwikkelingen maken het mogelijk dat je kleinere onderdelen van een leertraject bij meerdere instituten kunt volgen, dat de bewijslast veilig is opgeslagen (decentraal) en transportabel is, en dat een opeenstapeling van certificaten -en niet alleen meer een diploma- op de arbeidsmarkt erkend worden (civiel effect). Initiatieven rond vraagfinanciering (de lerende kan zelf beslissen waar hij of zij opleidingsbudget besteedt) spelen hierbij ook een rol.
Er zal als gevolg van dergelijke ontwikkelingen ’unbundling’ plaatsvinden, waarbij dergelijke alternatieven een steeds belangrijkere rol kunnen spelen. Nu betreft het nog kleinschalige initiatieven, en zullen deze trends met name op het gebied van een leven lang leren op niet al te lange termijn een rol gaan spelen. Bij succes zal dit ongetwijfeld opgeschaald worden.
Uiteraard zijn hier risico’s aan verbonden. Denk aan de toegankelijkheid van het onderwijs, aan een steeds groter wordende kloof tussen kwalitatief goed en veel minder goed onderwijs en een toenemende sociale ongelijkheid.
Hoe zou het onderwijs hier op moeten reageren? Wat mij betreft door verder te investeren in kwaliteit en flexibiliteit, en door je te blijven onderscheiden wat betreft regionale worteling en persoonlijke contacten met lerenden.
Dat gebeurt deels al. Het antwoord op de vraag of het tempo hoog genoeg is en of de innovaties ver genoeg gaan, laat ik graag aan anderen over. Verder zou je ook kwalitatief goede alternatieven moeten verwelkomen. Ze kunnen waardevolle aanvullingen zijn.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie