AI kan helpen taalvaardigheden van kinderen te verbeteren

The Hechinger Report besteedt aandacht aan een AI-applicatie die kinderen uit achtergestelde groepen helpt hun leesvaardigheden te verbeteren. De eerste resultaten zijn veelbelovend.

Volgens de auteur van dit artikel worstelt men in de VS al decennia lang met de ontwikkeling van leesvaardigheden. In ons land is dat niet anders. Er worden nu in toenemende mate applicaties gebruikt die onder andere natural language processing toepassen.

Eén van die programma’s is de AI-tutor Amira. Dit programma maakt gebruik van een avatar in de vorm van een docente, die fungeert als  persoonlijke ‘leesassistent’ en begeleider van leerlingen. Het programma luistert naar leerlingen terwijl deze korte verhalen voorlezen. Het programma monitort verschillende leesvaardigheden zoals hoe goed leerlingen zichtbare woorden herkennen, hoe goed zij woorden decoderen en hun woordenschat ontwikkelen. De leerlingen krijgen dan oefenactiviteiten die gericht zijn op de vaardigheden waaraan ze moeten werken.

De AI-tutor moedigt leerlingen aan om te proberen bepaalde delen van zinnen opnieuw te lezen. Het programma leest uitdagende woorden voor, geeft aanwijzingen voor oefentaken en feliciteert leerlingen als ze klaar zijn. De makers adviseren om Amira elke week gedurende twee of drie dagen in totaal 40 minuten gebruiken. Zij hebben de AI-toepassing ontwikkeld, mede op basis van onderzoek naar taalontwikkeling.

De eerste resultaten van het gebruik van dergelijke programma’s zijn veelbelovend. In één onderzoek bleek dat leerlingen die het programma gebruikten hun woordenschat meer vergrootten dan leerlingen die één-op-één werkten met een docent van vlees en bloed. Een andere studie laat zien dat het percentage leerlingen dat een bepaald taalniveau moest hebben dankzij een AI-programma binnen twee maanden tijd is gestegen van 20% naar 73%.

Deze AI-programma’s hebben echter ook beperkingen. Je kunt als docent beter improviseren (‘kun je die zin nog eens lezen?’). Docenten kunnen volgens de auteur hun onderwijs aanpassen aan leerlingen die een spraakgebrek of dialect hebben dat geen invloed heeft op de algemene lees- en schrijfvaardigheid. Ook moet je bij beoordelingen breder kijken dan alleen naar de data uit het AI-programma.

De makers van het AI-programma pleiten er dan ook voor om deze toepassingen te gebruiken ter ondersteuning van docenten. AI-programma’s als Amira zijn in staat om belangrijke, routinematige, taken van docenten over te nemen.

Deze AI-programma’s spelen in op didactische principes als gespreid oefenen, toetsing als leer- en oefenstrategie en, als het goed is, het gebruik van feedback die lerenden aan het denken zet. Docenten hebben niet altijd de ruimte om zeer intensief met leerlingen te oefenen. Programma’s als Amira kunnen daarbij ondersteunen.

Tegelijkertijd kan het gebruik van dergelijke applicaties ook kansengelijkheid in de weg zitten omdat leerlingen uit welgestelde groepen hier meer van profiteren, dan leerlingen uit achtergestelde groepen. Beluister maar eens deze Kennisnet-podcast over kansen(on)gelijkheid en adaptieve technologie.

 

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *