Agora Roermond: collectief lef en gespreid leiderschap

Is het moeilijk om binnen ons bestaande onderwijssysteem een drastische onderwijsinnovatie te realiseren? Best wel. Maar onmogelijk is het niet. Dat laat Agora Roermond m.i. zien. Investeringen in het ‘sociale kapitaal’ zijn daarbij van groot belang.

Agora Roermond
Foto: Agora Roermond/Niekée

Bijna acht jaar geleden bezocht ik samen met een aantal (oud-)collega’s Niekée. Ik was toen onder de indruk van hun visie op leren, het gebouw en hun vertrouwen in de mogelijkheden van leerlingen om te leren. Vandaag heb ik weer een bezoek gebracht aan Niekée, om met locatiedirecteur Martin Peters (aka @MeneerPeters) uitgebreid te praten over het Agora-concept.

Ik ben van een aantal zaken erg gecharmeerd. In de eerste plaats het onderwijsconcept waarin leerlingen in heterogene groepen samenwerken, en er geen sprake is van een vakkenstructuur (maar gewerkt wordt via leerwerelden zoals kunst of wetenschap). Leerlingen werken aan individuele projecten en groepsprojecten aan eigen leervragen.

Je kunt de indruk krijgen dat hierbij sprake is van veel zelfsturing. Er is echter veel meer sprake van een gedeelde controle over wat en hoe er geleerd wordt. Docenten begeleiden leerlingen intensief bij het formuleren van leervragen en het maken van keuzes. Zij bewaken of leerlingen ook werken aan landelijk vastgestelde doelen en eindtermen. Daar wordt ook op gestuurd.

Verder besteedt men aandacht aan hoe leerlingen op een effectieve manier kunnen leren. Er wordt rekening gehouden met individuele ambities, talenten en mogelijkheden, zonder dat sprake is van geïndividualiseerd leren. ICT wordt onder meer ingezet om het leren te organiseren. Men gebruikt bijvoorbeeld een applicatie van Target Process die normaliter gebruikt wordt voor het faciliteren van ‘agile software ontwikkeling’, maar die voor het onderwijs is aangepast.

Op de tweede plaats ben ik erg gecharmeerd van de veranderaanpak. Agora onderstreept de opvatting van Corry Ehlen, Marcel van der Klink en Els Boshuizen dat het ‘sociale kapitaal’ binnen een organisatie een cruciale rol speelt bij succesvolle innovaties.

Ik heb sterk de indruk dat daarvan bij Agora Roermond ook sprake van is:

  • Er wordt veel geïnvesteerd in professionalisering, waarbij medewerkers ook tijdens het werk veel leren (niet alleen tijdens studiedagen en werkbijeenkomsten). Docenten reflecteren elke dag op datgene wat goed ging en datgene wat verbeterd kan worden. Daarnaast ontwikkelt men het onderwijs ook op een ‘agile’ manier. Elke twee weken worden verbeterprojecten en -taken geformuleerd, uitgevoerd en geëvalueerd.
  • Er is volgens mij sprake van visionair en faciliterend leiderschap, dat veel autonomie geeft aan docenten bij de vormgeving van hun onderwijs.
  • Docenten zijn deskundig en gemotiveerd om binnen dit concept onderwijs te verzorgen.
  • In veel gevallen willen onderwijsinstellingen vernieuwingen doorvoeren naast bestaande praktijken. Deze school maakt ruimte voor innovaties vrij door bestaande praktijken los te laten, niet meer te doen, en echt andere dingen te doen.
  • Het Agora-concept is een radicale innovatie die plaatsvindt binnen een bestaand onderwijssysteem en binnen een bestaande onderwijsinstelling. Het kán dus wel. Maar dit vraagt wel durf en betrokkenheid van bestuurders, leidinggevenden, docenten, ondersteuners, ouders en leerlingen.

Tijdens de meest recente managementconferentie van het Consortium voor Innovatie stelde hoogleraar Henk Volberda dat 75% van het innovatiesucces van organisaties wordt bepaald door leiderschap en organisatie. Volgens mij zijn het vooral ‘mensen & cultuur’ en ‘leiderschap en strategie’ die dit succes bepalen. In het bijzonder: gemeenschappelijke lef en gespreid leiderschap (en hard werken). Volgens mij heb ik daar vandaag een voorbeeld van gezien.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *