Afscheid nemen van afleiding?

Vanochtend las in via Blendle een essay over het belang van ‘sprezzatura’ als een manier om de vele afleidingen waar we dagelijks mee geconfronteerd worden, hanteerbaar te maken. Afleiding schijnt echter ook soms productief te werken.

Charlie Chaplin in Modern Times
Charlie Chaplin in Modern Times, foto gemaakt door Jim Forrest

In het voorjaar van 1990 kreeg ik mijn eerste baan. Ik ging toen altijd met de trein naar mijn werk. Vanuit Nijmegen reisde altijd eenzelfde groep mensen naar Venlo. We spraken dan altijd over van alles en nog wat. Ik gebruikte toen een computer op mijn werk. Privé had ik er nog geen. Laat staan dat ik beschikte over een laptop. Dankzij de trein stapte ik meestal altijd iets voor 9 uur het kantoor binnen. Om de trein te kunnen halen, verliet ik het kantoor om 17 uur. We namen eigenlijk nooit werk mee naar huis. Hooguit vakliteratuur uit de leesmap. Overwerken was een uitzondering. Ik gebruikte de computer om brieven te sturen naar relaties (hooguit enkele brieven per dag). Verder werd de vaste telefoon veel gebruikt, en hadden we relatief veel overleggen (bilateraal, kleine groepen, grote groepen).

Tijdens mijn laatste baan, anderhalf jaar geleden, gebruikte ik twee laptops, een tablet en een smartphone. Een vaste telefoon gebruikte ik nauwelijks. Brieven verstuurde ik niet meer. Ik verstuurde wel tientallen mails per dag, ontving ongeveer honderd mails per dag, ik had zakelijke contacten via Twitter, Skype, Google Hangout (soms), Facetime (soms), een digitale leeromgeving, projectnetwerken zoals Basecamp en via mijn blog (Facebook en WhatsApp gebruikte ik eigenlijk alleen privé). Nog steeds had ik veel overleg. Vakliteratuur hield ik met name ook online bij (een paar honderd blogs via RSS, bijvoorbeeld). Overwerken was eigenlijk standaard, mede omdat je een uur 12 per dag achter de laptop zat (waarvan toch zeker 10 aan werk werd besteed). Ook in de weekenden werden bijvoorbeeld mails afgehandeld.

Eerlijk gezegd vermoed ik dat mijn veranderend leven exemplarisch is voor de invulling van de werkzaamheden van veel kenniswerkers, zelfs als je rekening houdt met het feit dat ik begin 2015 meer verantwoordelijkheden had dan 25  jaar ervoor. Kenniswerkers werken harder dan 25 jaar geleden. Het is echter de vraag of dit ook leidt tot betere resultaten. Natuurlijk, we kunnen nu veel efficiënter communiceren en zaken sneller afhandelen dan vroeger. Daardoor doen we vermoedelijk meer. Maar tegelijkertijd is ook veel ‘ruis’ en afleiding ons werk binnengeslopen doordat we bijvoorbeeld ICT niet altijd op de juiste manier gebruiken. ICT blijkt de laatste jaren niet meer bij te dragen aan productiviteitsverbetering binnen arbeidsorganisaties.

In “Zo neem je afscheid van alles dat je altijd afleidt” schrijft Wieteke van Zeil dat we radicaal moeten breken met dergelijke afleidingen (maar ook niet helemaal). Aan de hand van detectives op TV illustreert zij dat we het allemaal veel drukker hebben gekregen. Zij stelt dat druk zijn de norm is geworden, en dat onze hoeveelheid werk aan onze identiteit is gaan kleven. Werkdruk is een prestigekwestie.

Druk = goed. Niks doen = falen – of hooguit ‘lekker opladen’ om daarna weer druk te kunnen worden.

Daarbij is het dus echter de vraag of we ook beter of effectiever werken.

Kenniswerkers werken volgens Van Zeil nu in elk geval net zo hard, als fabrieksarbeiders in de 19de eeuw. Uiteraard zijn de werkomstandigheden veel beter, en de financiële vergoeding evenzeer.

In een wat vage passage stelt Van Zeil ‘sprezzatura’ daar als alternatief tegenover.

Echt werk ziet er niet uit alsof er hard gewerkt is. Met sprezzatura wek je de indruk van moeiteloosheid, (…), want je kunt er elke prestatie aangenamer en overtuigender meemaken. Kort gezegd: belast de ander niet met hoe zwaar iets is, want het verpest de goede indruk die je maakt.

Wieteke van Zeil refereert daarbij aan de obers in een vol restaurant die jou alle aandacht geven zodat je de indruk krijgt de enige klant te zijn, aan telefonische helpdeskmedewerkers die alle tijd voor je nemen of aan docenten die in staat zijn om dertig leerlingen toch individueel te benaderen.

Makkelijker gezegd dan gedaan, natuurlijk.

Van Zeil meent dat je ‘sprezzatura’ kunt bereiken door de kwaliteit van je concentratie te verbeteren. Je kunt volgens haar pas tot moeiteloos lijkende prestaties komen door concentratie en discipline. Niet door informatie te verplaatsen, en dat werk te noemen of door als een malle te communiceren. Hier komt namelijk veel afleiding bij kijken.

Wieteke van Zeil haalt daarbij een recent experimenteel onderzoek van de Carnegie Mellon Universiteit aan waaruit blijkt dat afleiding leidt tot een prestatieverlies van 20%. Het onderzoek laat ook zien dat werknemers ook kunnen wennen aan afleiding waardoor het prestatieverlies iets afneemt. Als je afleiding echter stopt dan kan dit tot een grote prestatieverbetering leiden (met 43%).

Dit onderzoek bevestigt eerdere onderzoeken die wijzen op prestatieverlies bij het snel schakelen tussen taken, ook al ‘leert’ het brein tot bepaalde hoogte met afleiding om te gaan. De auteur haalt hierbij eveneens Robbert Dijkgraaf aan die stilte en rust noodzakelijk beschouwt voor concentratie. We moeten volgens haar afstappen van “altijd bereikbaar, altijd bezig, altijd verbonden” zijn.

We moeten bewust rust creëren, onszelf discipline opleggen. Maar ook door eens niet aan te geven dat je het druk hebt, als iemand vraagt hoe het met je gaat.  Dat geldt met name voor leidinggevenden. Gestreste bazen leiden tot een ratrace onder medewerkers. Het gaat om slimmer werken, niet om harder te werken, stelt Van Zeil.

Toch schuilt er volgens haar een adder onder het gras. Volgens een onderzoek van de Universiteit van Californië is focus en concentratie juist niet goed als je werkt aan oplossingen die creativiteit vereisen.  Het “afgeleide hoofd” blijkt sneller tot oplossingen te komen als vraagstukken een onverwachte benadering nodig hebben, in plaats van een analytische. ‘Dagdromers’ (en mensen met een aandacht stoornis) presteren beter bij opdrachten die om een creatieve oplossing vragen dan mensen die sterk zijn in het analyseren.

Als de teugels vieren en de gedachten kunnen wegdrijven, ontstaat ruimte om tot inzichten te komen.

Volgens Van Zeil betekent dit dat focus en concentratie niet zaligmakend zijn, maar dat we deze af moeten wisselen

met de noodzakelijke ontspanning en moeiteloosheid die in sprezzatura is samengevat.

Wat mij betreft is dit een belangrijke boodschap, die jezelf in de praktijk kunt brengen. Niemand kan -gelukkig- jouw smartphone in de vliegtuigmodus zetten. Niemand kan verschillende apps een paar uur uitzetten. Dat zul je zelf moeten doen (en ja, er zijn apps die je kunnen helpen je te focussen).

Hierbij is het m.i. ook van belang je af te vragen hoeveel van je werkzaamheden om concentratie vragen, en hoeveel om creativiteit. Verder vraag ik me af of een analytisch vermogen en creativiteit wel tegenpolen zijn. Tenslotte betwijfel ik of veel van de ‘afleidende activiteiten’ die we bijvoorbeeld via sociale media ondernemen, wel zo ontspannend zijn. Afleiding via Twitter of Facebook kan juist ook cognitief belastend zijn. Een spel spelen of sporten (of douchen na het sporten) bevorderen de creativiteit eerder, vermoed ik. Maar dat kan ook van persoonlijke voorkeuren afhangen.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *