De eerste keer dat ik over het begrip ‘affordances’ las, was in de inaugurale rede van Paul Kirschner, zo’n tien jaar geleden. Volgens Stephen Haskin is dit concept belangrijk bij het ontwerpen en ontwikkelen van leerarrangementen.
Haskin gebruikt de volgende definitie van affordances:
The qualities or properties of an object that define its possible uses or make clear how it can or should be used. We sit or stand on a chair because those affordances are fairly obvious.—Scott Lafee, San Diego Union-Tribune, 15 Aug. 1993
Aan de vormgeving van een stoel zie je bijvoorbeeld onmiddellijk dat deze bedoeld is om er op te zitten.
Het lastig te vertalen bestaat dus al diverse jaren, maar wordt op het gebied van leren en technology enhanced learning zelden gebruikt.
Dat is niet terecht. Want binnen dit vakgebied gebruiken we volgens Haskin tal van ‘modaliteiten’ zoals een presentatie of een online video. Deze modaliteiten en submodaliteiten hebben ‘affordances’ die maken dat ze meer of minder geschikt zijn, afhankelijk van de doelen die je wilt bereiken. Haskin geeft daarbij het voorbeeld van een agressietraining waarbij je gedrag wilt laten zien. Een tekst of presentatie zijn daarvoor minder geschikte modaliteiten, maar een video juist wel.
Haskin meent dat je je een aantal vragen moet stellen om een afweging te maken bij de keuze voor modaliteiten. Die vragen hebben bijvoorbeeld betrekking op de complexiteit, op de wenselijkheid van het gebruik van scenario’s en op de noodzaak om in levende lijve een docent aanwezig te laten zijn.
Eigenlijk is dit een vrij logische benadering. Het is daarbij wel van belang dat we ons verdiepen in de ‘affordances’ van modaliteiten die we bij leren met en zonder ICT kunnen inzetten. Een complex begrip als ‘affordances’ helpt daarbij niet. Ik gebruik daarom liever de term ‘waarneembare didactische eigenschappen’ al doe ik de term ‘afordance’ daarmee eigenlijk tekort.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie