Adaptief leren versus gepersonaliseerd leren

Op het gebied van leren, opleiden en onderwijs (al dan niet in combinatie met digitalisering) struikel je vandaag de dag over de begrippen ‘adaptief leren’ en ‘gepersonaliseerd leren’. Onlangs kreeg ik de vraag of deze termen geen synoniemen zijn. In deze blogpost ga ik daarop in.

A 3D render of a student who is using a laptop for personalised learning, sitting in a green library
DALL-E: A 3D render of a student who is using a laptop for personalised learning, sitting in a green library

Er zijn auteurs die stellen dat adaptief leren synoniem is aan gepersonaliseerd leren. Zie bijvoorbeeld de bijdrage What Is The Difference Between Adaptive Learning And Personalized Learning?

Volgens mij zijn er echter verschillen. Bij gepersonaliseerd leren richt je je op het afstemmen van de leerervaring op de individuele behoeften en interesses van de lerende. Dit kan betrekking hebben op tijd- en plaatsonafhankelijk leren, op leren in eigen tempo, op het aanpassen van de leerstof aan het niveau van de lerende, of op het bieden van keuzevrijheid in leerinhouden, leeractiviteiten en doelen. Vaak wordt hierbij ook verwezen naar ‘leerstijlen’ (zie bijvoorbeeld Johnson, 2023). Maar we weten inmiddels dat dit een hardnekkige onderwijsmythe is.

Gepersonaliseerd leren is ook niet altijd een vorm van ‘individueel leren’. Je leert daarbij ook samen met anderen. Verder betreft gepersonaliseerd leren niet alleen het bestuderen van leerinhouden en het maken van oefeningen. Er is ook sprake van gepersonaliseerde begeleiding en feedback.

Adaptief leren is dan een specifieke vorm van gepersonaliseerd leren. De leerstof wordt daarbij aangepast op basis van de voortgang van de lerende. De leerstof wordt aangepast aan de mate waarin de lerende de leerinhoud beheerst. Er wordt dus nadrukkelijk in eigen tempo geleerd, waarbij rekening wordt gehouden met het niveau van de lerende. Uiteindelijk is het echter de bedoeling dat elke lerende hetzelfde einddoel behaald.

Digitalisering speelt hierbij een belangrijke rol. Een aantal jaren geleden stelde technologie jou als ontwikkelaar in staat om leerpaden samen te stellen. Je kon bijvoorbeeld aangeven dat een lerende die oefening A voldoende maakte door kon gaan naar opdracht C. Een lerende die oefening A onvoldoende maakte, moest eerst taak B uitvoeren. De condities binnen zo’n leerpad waren dus gebaseerd op ‘als-dan’-principes. Veel leermanagementsystemen kennen deze functionaliteit. Vandaag de dag kan dankzij AI en grote hoeveelheden data veel specifieker gekeken worden naar patronen in leergedrag. Op basis van (automatische) analyses kan een systeem dan gepersonaliseerde leerpaden uitstippelen (controleer het systeem wel op ‘bias’).

Adaptief leren is m.i. dus een vorm van gepersonaliseerd leren, maar niet hetzelfde. Vergelijk het met een fiets als vervoersmiddel. Een fiets is een vervoersmiddel, maar een vervoersmiddel is niet altijd een fiets.

Beide vormen hebben ook voor- en nadelen. Je kunt bijvoorbeeld meer rekening houden met individuele verschillen (bijvoorbeeld voorkennis) en leerbehoeftes. Binnen het reguliere onderwijs blijken echter vooral de betere lerenden van deze aanpak te profiteren waardoor de verschillen tussen lerenden verder worden vergroot. Bovendien kan een sterke nadruk op individualisering het sociale aspect van leren verminderen (Karsten, 2019; artikel niet meer online). Gepersonaliseerd leren stelt bovendien hoge eisen aan metacognitieve en zelfregulerende vaardigheden van lerenden (bron). Zie ook: Adaptief leermateriaal in het hoger onderwijs: Kansen en risico’s

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *