Tijdens sessieronde 1 van deze Onderwijsdag ben ik naar een sessie geweest waarin een praktijkvoorbeeld van de invoering van blended learning werd gepresenteerd. Daaruit bleek dat een ‘blended’ curriculum kan bijdragen tot betere studieresultaten.
Farshida Zafar van de Erasmus Universiteit deelde haar ervaring met de invoering van blended learning op het gebied van Rechtsgeleerdheid (Fiscaal recht). Dit is een deeltijdopleiding. Tot nu toe was dat een deeltijdprogramma dat vrij kostbaar was voor de organisatie, maar dat tegenvallende studieresultaten kende. Het programma -waarbij voor een groot deel ’s avonds colleges gevolgd moesten worden- was lastig te combineren met een fulltime baan en gezinsleven. Daar kwam bij dat deze studenten op een gegeven moment ook meer vroegen om online onderwijs.
De opleiding wilde dus de kwaliteit van het onderwijs verbeteren, het studiesucces verbeteren en meer deeltijdstudenten aantrekken. Het herontwerp van het onderwijs moest hier aan bijdragen. Een meer activerende didactiek zou verder ook bijdragen aan de kwaliteit van het deeltijdonderwijs.
Er is gekozen voor het ontwikkelen van een volledige blended bacheloropleiding. In een kleine werkgroep heeft men uitgangspunten geformuleerd zoals een grotere focus op vaardighedenonderwijs, een zekere mate van flexibiliteit en het verzorgen van hoogwaardig academisch onderwijs. Verder zouden onderwijsactiviteiten zo veel mogelijk online verzorgd worden, en is actieve participatie vereist. Studenten moeten het eerste jaar flink aan de bak, en mogen niet doorstromen als men niet aan een strenge norm voldoet. Zij zijn in hoge mate zelfverantwoordelijk voor het leerproces. Daarbij worden studenten nauwlettend gemonitord.
Een belangrijk vraag bij dit initiatief was: wat is een optimale mix tussen online en face-to-face onderwijs, en hoe geef je dat vorm.
Op dit moment vindt 60% van de leeractiviteiten online, terwijl 40% face-to-face plaats vindt. Het netwerken en de academische gemeenschapsvorming vindt vooral op de campus plaats. Kennisoverdracht vindt voornamelijk online plaats via weblectures en kennisclips (max. 10 minuten). Veel van de studenten is niet in staat om fysieke hoorcolleges te volgen.
Verder wordt veel gewerkt met een soort formatief toetsen (ook rond vaardigheden) of casusopdrachten. Kennisclips worden ook afgesloten met een vraag. De docenten kijken daarbij ook hoe studenten het daarbij doen. Goede studenten krijgen dan -vooralsnog handmatig- extra leerstof aangeboden, terwijl minder goed presterende studenten extra hulp krijgen.
Binnen de opleiding beoordelen studenten aan de hand van criteria elkaar. Deze opleiding heeft namelijk veel studenten. Docenten kijken selectief opdrachten na, en focussen zich op de meest gemaakte fouten. Dat werkt prima.
Men heeft ook afgesproken dat docenten niet onmiddellijk reageren op forumvragen. Je ziet dan dat studenten elkaar gaan helpen. De docent bewaakt wel dat de reacties van de studenten inhoudelijk correct zijn. Naast een LMS-systeem gebruikt men ook een Facebook-pagina voor de opleiding voor niet-taakgerichte communicatie (zoals sportende studenten in het zonnetje zetten als zij een succes behalen), en als ontsnappingsmogelijkheid om te kunnen communiceren als de eigen online omgeving niet bereikbaar is.
Zafar benadrukte in haar bijdrage ook het belang van structuur en organisatie, waaronder een hele goede ondersteuning. Deeltijd studenten willen verder ook uitgebreid weten wat van hen wordt verwacht en wanneer bijvoorbeeld tentamens zijn. Zij moeten namelijk bij hun werkgevers vaak ruim van te voren vrij regelen als er een tentamen is.
Farshida Zafar gaf vervolgens inzicht in de resultaten:
- Een sterke toename van de instroom (van 76 in 2012 naar bijna 300 nu).
- Een grote groep deeltijdstudenten studeert in veel kortere tijd dan voorheen af. Van de 76 studenten die in 2012 zijn gestart zijn er zo’n 50 binnen 3 jaar afgestudeerd.
- 70% van de studenten rondt 60% van de opleiding (ects) het eerste jaar af.
De tentamens voor het deeltijdonderwijs zijn hetzelfde als de tentamens voor het voltijdsonderwijs. Verder reageren deeltijdstudenten op grote schaal op blokevaluaties, en vinden individuele gesprekken met docenten plaats. Helaas werd daar geen inzicht in gegeven.
Docenten zijn nauw betrokken bij de ontwikkeling en uitvoering van het nieuwe onderwijsprogramma. Zeker in het eerste jaar ervoeren zij een grote werkdruk.
Belangrijke succesfactoren zijn de ondersteuning door het bestuur, het didactisch concept (f2f op één middag) en een iTeam dat docenten en studenten ondersteunt. Volgens Farshida Zafar gaat het bij een dergelijk initiatief vooral om het realiseren van een duurzame verandering, en niet om het invoeren van ICT in het onderwijs.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie