Jonah Newman en Soo Oh hebben voor The Chronicle of Higher Education acht wetenswaardigheden over MOOCs op een rij gezet, op basis van data van meer dan een half miljoen deelnemers aan 16 edX-MOOCs. Daarbij vallen vooral de verschillen tussen de typen cursussen op.
-
Ruim driekwart van de deelnemers is mannelijk, terwijl 57% van de campus-studenten vrouwelijk is. Het maakt overigens nogal wat uit om welk type cursus het gaat. Op het gebied van sociale wetenschappen is de verhouding man-vrouw 54%-46%.
- Er participeren vooral deelnemers die al een diploma hebben. Overigens heeft ongeveer 20% niet meer dan een ‘high school-degree’. Ook hier maakt het type cursus verschil. Op het gebied van ‘engeneering’ doen relatief veel deelnemers mee die alleen een voortgezet onderwijs-diploma hebben.
- De gemiddelde leeftijd van de MOOC-deelnemer is 24 jaar. Computerwetenschappen trekt een relatief jong publiek aan (zelfs twaalf jarigen), terwijl ‘Humanities’ relatief oude deelnemers heeft.
- De meeste deelnemers, ongeveer eenderde, is afkomstig uit Noord-Amerika. Aan ‘Engeneering’-cursussen nemen vooral Zuid-Aziaten deel. Europeanen nemen het meest deel aan computerwetenschappen en ‘humanities’, terwijl Afrikanen naar verhouding vaak participeren in sociale wetenschappen.
- Drie procent van de deelnemers bestudeert alle leerinhouden, 50% van de geregistreerden bestudeert helemaal geen content. 30% van de deelnemers bestudeert 11% of minder van de content.
- De meeste content wordt bestudeerd door Europeanen. Dat geldt voor elk type cursus. Volgens de auteurs bestuderen Chinezen en Japanners de minste content. Dat geldt echter niet voor elk type cursus. De leerinhouden van sociale wetenschappen worden naar verhouding het meest bestudeerd.
- Gepromoveerde deelnemers bestuderen naar verhouding de meeste cursusmaterialen. Deelnemers met een masterdiploma volgen. Opvallend is dat studenten zonder diploma op plaats drie komen. Deze laatste groep bestudeert relatief veel content op het gebied van ‘humanities’, en het minst leerinhouden van sociale wetenschappen.
- Deelnemers die meerdere MOOCs hebben gevolgd, bestuderen meer leerinhouden. Er is sprake van een toename van de bestudeerde hoeveelheid content, tot deelname aan zes MOOCs.
Deze cijfers geven zicht op het gebruik van MOOCs. De auteurs geven terecht aan dat dit nog niets zegt over de motivatie of leervoorkeuren van deelnemers. Zo zijn veel deelnemers waarschijnlijk niet geïnteresseerd in een certificaat, maar wensen zij voor hun eigen ontwikkeling ‘krenten uit de pap’ te halen. Verder mis ik de relatie met de omvang van een cursus (worden kortlopende MOOCs naar verhouding intensiever bestudeerd dan MOOCs met een langere doorlooptijd?).
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie