Marcel de Leeuwe vreest naar aanleiding van één van mijn recente bijdragen, dat we met de persoonlijke leeromgeving de verkeerde kant uit gaan. Hij stelt
onder meer dat het proces om tot een PLE te komen al lang gaande is, en formuleert vijf spelregels die er vooral op gericht zijn medewerkers te stimuleren en
vrij te laten wat betreft hun persoonlijke leeromgeving.
Ik ben echter bang dat het aantal mensen dat al een tijd bezig is om met behulp van social software een persoonlijke leeromgeving te creëren, beperkt is in verhouding tot het totaal aantal medewerkers. En sterker: de meeste
medewerkers hebben ook geen zin om zich te verdiepen in allerlei tools, en in de manier waarop die tools voor (informeel) leren kunnen worden gebruikt. Deze
groep medewerkers -in omvang vele malen groter dan de 'social software adepten' die dat wel doen- is erg gebaat bij organisaties die hen hiervoor
handreikingen doen en faciliteren, bijvoorbeeld door mash up technologie beschikbaar te stellen, blogs, wiki's en dergelijke. Het brede gebruik van
persoonlijke leeromgevingen zou dus wel eens bevorderd kunnen worden door bemoeienis van de organisatie.
In vier van de vijf spelregels van Marcel kan ik mij verder prima vinden. Eén regel vind ik vreemd:
Schrijf geen applicaties voor als dit niet nodig is (inclusief browser). Laat mensen kiezen.
Wanneer is dit nodig? Een systeembeheerder zal hiervoor andere criteria hanteren, dan een medewerker die graag experimenteert met de nieuwste tools.
Bovendien: willen mensen wel altijd kiezen? Als ik een doorsnee collega zou vragen of hij gebruik wilt maken van Google Chrome, Firefox of de Internet
Explorer, dan zal ik glazig worden aangekeken. Veel keuzevrijheid wat betreft applicaties stelt ook hoge eisen aan ICT Beheer (met dito gevolgen voor de
kosten). En dat is ook een aspect waar je rekening mee moet houden.
Idealiter zou het zo moeten zijn dat medewerkers de keuze hebben tussen zelfbeheer (en veel vrijheid), of een door de organisatie beheerde ICT-omgeving. Diverse technologisch-organisatorische ontwikkelingen (denk aan cloud computing) zullen een dergelijke flexibiliteit overigens wel bevorderen, verwacht ik. Maar zover zijn de meeste organisaties nog niet.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Hoi Wilfred,
Ook Marcel’s regel die jij vreemd vind, vind ik juist erg sterk.
Op dit moment word ik bijvoorbeeled door mijn werkgever gelimiteerd in mijn persoonlijke productiviteit omdat ik niet kan werken met de applicaties waar ik graag mee werk.
De browser is daar het grootste voorbeeld van: thuis gebruik ik Firefox met een serie aan handige extensies die ervoor zorgen dat ik alles veel sneller kan doen dan de meeste andere computergebruikers. Op het werk moet ik aan de slag met Internet Explorer 6. Dat is zonde!
Flexibiliteit van IT is inderdaad kostbaar, maar je moet natuurlijk ook kijken naar de “opportunity costs” van de zaken die in een inflexibele situatie niet mogelijk zijn. Dat zou misschien nog wel eens kostbaarder kunnen zijn.
Ik denk dan ook vooral dat Marcel’s stelregel meer de horizon definieert (het gaat over ambitie), dan een beschrijving is van de huidige situatie.
Overigens snappen de IT architecten van mijn werkgever dit probleem ook helemaal. Als ik hun toekomstschetsen bekijk, dan zien zij ook dat het mogelijk moet zijn om toegang te hebben tot de werkomgeving (in hun termen: het netwerk) vanaf elk locatie en met elk type apparaat.
Het is alleen nog maar een kwestie van tijd…
Vr. groet,
Hans
@Hans de Zwart: ik vind het pleidooi om mensen zelf de eigen software te laten kiezen, niet vreemd. Hoewel er meer bij komt kijken, dan je op het eerste gezicht zou zeggen. Zij mijn toelichting. Ik vind de formulering wat vreemd, met name door de toevoeging “als dit niet nodig is”. Ik neem naar mijn werk ook bijna altijd mijn eigen laptop mee omdat daar handige en tijdsbesparende applicaties op staan, waar ik op mijn werklaptop niet over kan beschikken.
@ Wilfred,
Fijn dat je nog een reactie hebt geschreven op mijn blogpost! Dank.
Goed punt dat er genoeg mensen zijn die niet eens weten waar je het over hebt en die helemaal niets willen kiezen. Voor die groep is het inderdaad prima om een standaard set aan gereedschappen, procedures etc. aan te bieden. Voor mij geldt overigens ook dat deze groep niet teveel gepusht moet worden. Als iemand geen behoefte heeft om kennis te delen dan kun je dit wel stimuleren en faciliteren maar niet afdwingen.
Wat betreft die vrije applicaties: soms is er maar 1 applicatie waarmee je een bepaalde taak kunt uitvoeren. Dan is het nodig om die applicatie te gebruiken. Verder zou ik graag zien dat ook een ICT-beheerder de professional die alternatieven graag gebruikt (zoals de browser) de ruimte te laten. Desnoods geef je aan dat je bepaalde applicaties niet ondersteunt. Het primaire proces moet leidend zijn voor het ICT-beleid. Het is toch jammer dat jij je privé-laptop mee moet nemen om productiever te zijn? Wat nou als je dit niet zou kunnen of niet zou doen? Dat is toch, ook vanuit het perspectief van je werkgever, jammer?
Hartelijke groeten,
Marcel