Stand van zaken invoering blended learning in Amerikaanse staat

In welke mate passen onderwijsinstellingen in de staat Ohio blended learning toe? En tegen welke ‘issues’ lopen deze instellingen aan? In deze blogpost vat ik opvallende bevindingen uit een recent onderzoek samen.

Via THE Journal kom je terecht bij een actueel rapport (pdf) dat status en richting beschrijft van de invoering van ‘blended learning’ in de Amerikaanse staat Ohio. Thomas Arnett en collega’s doen hierin verslag van een onderzoek onder alle scholen (high schools en K12-scholen) in deze staat (respons ruim 21%).

Het onderzoek biedt zicht op welke scholen waarom blended learning implementeren, welke modellen voor blended learning deze scholen implementeren (en op welke manier), en tegen welke ‘uitdagingen’ zij aanlopen bij de invoering van blended learning.

Wat zijn voor mij de meest opvallende bevindingen?

Blended learning toegepast
Bron: State of Opportunity

58% van de scholen, die hebben gereageerd, gebruiken een bepaalde vorm van blended learning. Daarbij zijn overigens verschillen tussen scholen. De zogenaamde ‘charter schools’ passen blended learning naar verhouding weinig toe, scholen die oudere leerlingen bereiken gebruiken naar verhouding vaker blended learning. Maar liefst 88% is van plan in de toekomst blended learning te gaan toe passen (uiteraard is altijd sprake van een kloof tussen intentie en de uiteindelijke praktijk).

De onderzoekers definiëren blended learning overigens als volgt:

Blended learning Online learning that typically takes place at a physical school, where students have some control over time, place, path, or pace.

Merk op dat deze definitie niet uitgaan van een combinatie van leren tijdens bijeenkomsten, in combinatie met online leren op afstand. De definitie lijkt daarmee sterk toegespitst op het voortgezet onderwijs, ook al gaat één van de gebruikte modellen -het verrijkt virtuele model- nadrukkelijk uit van een combinatie van online leren thuis en op school face-to-face leren. De onderzoekers hadden daar wat mij betreft meer consequent in mogen zijn. Met technologie verrijkte lessen -zoals het gebruik van student response systemen tijdens lessen- valt dan niet onder deze definitie.

De belangrijkste redenen om blended learning toe te passen zijn:

  • Realiseren van meer gepersonaliseerd leren.
  • Realiseren van meer keuzemogelijkheden voor lerenden.
  • Het verbeteren van leerresultaten.

Zaken als kostenreductie of het verbeteren van toegankelijkheid tot leerstof worden minder vaak als reden genoemd.

Verder blijken scholen het realiseren van meer betrokkenheid van lerenden dankzij blended learning belangrijker te vinden dan het verbeteren van slagingspercentages.

Modellen blended learning
Bron: State of Opportunity

Ongeveer tweevijfde van de respondenten gebruikt meer dan één model voor blended learning. Het ‘A la Carte model’ (combinatie van F2F-cursussen en online cursussen) en Rotatie-modellen (o.a. de flipped classroom) worden door de helft van de blended learning-gebruikende scholen toegepast. Het verrijkt virtuele model wordt het minst toegepast.

Verder valt op dat 58% van de scholen investeert in professionalisering van docenten die blended learning gaan toepassen. Eerlijk gezegd vind ik dat niet veel. In 73% van de gevallen gaat het dan om ‘in-person’ aanbod. De belangrijkste onderwerpen van professionalisering zijn dan:

Professionalisering in blended learning
Bron: State of Opportunity

Ik vraag me daarbij af waar het leren aanpassen van het onderwijs dan onder valt (curriculumontwikkeling).

Belangrijke uitdagingen waren het realiseren van professionalisering van goede kwaliteit, het inhuren van kwalitatief goed personeel en het vinden van aanvullende fondsen. Het meten van de resultaten van de implementatie of een stabiele en betrouwbare internetverbinding werden niet echt als een uitdaging beschouwd. Tijdgebrek om de omslag naar blended learning te maken werd door bijna de helft van de respondenten als een probleem beschouwd. Als belangrijkste geleerde les komt een onvoldoende doordachte planning en het betrekken van belanghebbenden bij de realisatie naar voren.

Dit rapport biedt vooral inzicht in de invoering van blended learning op organisatorisch niveau. Daarbij is het handig dat de onderzoekers de vragenlijst hebben opgenomen in het rapport. Ik vind veel bevindingen overigens herkenbaar. Daarbij vraag ik me wel in welke mate de beschreven modellen al in ons land worden toegepast.

Verder valt op dat Arnett cs in hun aanbevelingen focussen op het meten van resultaten, in relatie tot de doelen die de instellingen met blended learning nastreven. Ook pleiten de onderzoekers voor meer onderlinge samenwerking op het gebied van professionalisering en ondersteuning. Schoolleiders zouden meer geprofessionaliseerd moeten worden in het toepassen van iteratieve innovatieprocessen.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *