“Why I Hate LMSs” is de titel van een artikel van Marco Rosenberg. De auteur blijkt leermanagement systemen overigens niet te haten. Maar hij signaleert wel beperkingen, en ziet ook mogelijkheden. Ik ook.
Rosenberg start zijn column met een korte terugblik op het onstaan van het LMS. Daarbij geeft hij aan zelf ook verantwoordelijk te zijn voor de opkomst van deze technologie. En dat klopt. Want in zijn boek “e-Learning. Strategies for Delevering Knowledge in the Digital Age”(p. 161) noemt hij een LMS nog
essential for creating an environment where employees can plan, access, launch, and manage e-learning on their own.
Volgens Rosenberg heeft een LMS echter belangrijke beperkingen:
- Een LMS (en de onderliggende SCORM-‘standaard’) kan de creativiteit op het gebied van leren beperken. Het kan werken als een keurslijf voor de ontwerper en ontwikkelaar van online leren.
- Een LMS leidt naar ‘de kleinste gemene deler’. Als je als ontwerper wilt afwijken van de vaak beperkte functionaliteiten, dan ben je niet in staat om leerresultaten te volgen of content gemakkelijk te updaten.
- Een LMS is in staat veel rapporten op te leveren, terwijl de organisatie vaak niet in staat is wat met die inzichten te doen. Met andere woorden: de data is niet altijd betekenisvol voor een organisatie.
- Een LMS is vaak kostbaar.
- Geen enkel LMS is in staat de behoeften van een organisatie exact te bevredigen.
- Een LMS is vaak complex te configureren en implementeren.
- Een LMS is vaak zeer sterk gericht in het managen van middelen en systemen van trainingen en opleidingen (en niet op het leren zelf).
- Een LMS wordt voor verkeerde doelen gebruikt. Sommige handelingen kun je beter op andere manieren uitvoeren (zoals het doen van mededelingen). Ook zeggen de data lang niet altijd voldoende over de bekwaamheden van medewerkers.
- Een LMS wordt wel eens gezien als een vervanger van ‘instructional design’. Daar is een LMS echter niet voor bedoeld.
Rosenberg stelt daarbij een deel van deze beperkingen voorkomt uit een verkeerd gebruik. Er is volgens hem echter ook sprake van een staart die de hond doet kwispelen:
despite our best intentions, we often succumb to the limits of the technology—any technology—and the enticements of easy, if ill-advised solutions.
Volgens mij somt Marc Rosenberg inderdaad de belangrijkste beperkingen van een LMS (in het onderwijs spreken we van een elektronische leeromgeving). Dit veelomvattende systeem kun je vergelijken met een kunst kerstboom waarvan de verlichting gebrekkig werkt, de ballen niet fraai blinken en de engeltjes soms maar over één vleugel beschikken. Bovendien plaats je deze boom met de Pasen, en niet met de Kerst, en kun je er bepaalde versiering niet in kwijt.
Rosenberg -en ook ik- ziet echter ook kansen voor een LMS:
- Leermanagement systemen worden meer flexibel waardoor zij eenvoudiger te configureren en upgraden zijn. Je kunt volgens hem veel gemakkelijker nieuwe ‘product capabilities’ in een bestaand systeem integreren. Daardoor kun je als organisatie ook langer doen met een bestaand systeem. Portaaltechnologie speelt wat mij betreft op dit gebied een belangrijke rol. Je ziet dit ook terug in recente rapporten van Surf over de digitale leer- en werkomgeving. Het is overigens wel de vraag of elk LMS/ELO zich in deze richting ontwikkelt.
- Er ontstaan meer cloudgebaseerde oplosssingen met meer flexibele prijsstellingen. De implementatie wordt daardoor eenvoudiger. Bovendien kunnen gebruikers ook naar gebruik betalen (een uitgeklede versie van een LMS is dan goedkoper). Hierbij vraag ik me af of dit niet vooral nog een belofte is. Cloud oplossingen zijn lang niet altijd goedkoper. Bijvoorbeeld omdat je al hebt geïnvesteerd in een eigen infrastructuur. Bovendien willen instellingen lang niet altijd hun data ‘in de cloud’ plaatsen. Ook mag dat formeel niet bij elke organisatie (zie de uitspraak van het Europese Hof over Safe Harbor).
- Ondanks beperkingen, zijn onderwijsontwerpers steeds beter in staat om effectieve leerprogramma’s te ontwerpen. Wat mij betreft ligt dat vooral aan meer en betere mogelijkheden voor contentontwikkeling en krachtige leertechnologieën die in combinatie met een LMS kunnen worden gebruikt.
- Leermanagement systemen richten zich in toenemende mate op het faciliteren van informeel (of beter gezegd: zelfgestuurd) leren. Dat heeft enerzijds te maken met de ontwikkeling van functionaliteiten, maar ook met de implementatie van xAPI die het mogelijk maakt meer informele formen van leren bij te houden. Overigens zegt het vastleggen van deze leerervaringen ook niets over de daadwerkelijk ontwikkelde implementatie.
Ik mis in dit overzicht de toepassing van learning analytics, ook al is het nog de vraag of deze benadering nu wel data oplevert die betekenis kunnen krijgen voor lerenden, docenten en het onderwijsmanagement.
Het klassieke leermanagement systeem is vooral bedoeld voor het managen van het leren. Ik geloof sterk in een digitaal leer-ecosysteem dat bestaat uit een geïntegreerd geheel aan applicaties
- dat tal van manieren van leren kan faciliteren,
- dat betrokkenen helpt het leren efficiënt te organiseren,
- dat betrouwbare en valide data oplevert met betekenis voor alle betrokkenen bij het leren,
- dat lerenden via koppelingen en integraties voorziet van persoonlijke tools om mee te leren.
Bovendien: geen Kerst zonder kerstboom, ook al is die niet zo fraai.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie