Het was Pim Fortuyn die ooit pleitte voor het verwijderen van de computer uit het onderwijs. Fortuyn had zich gisteren vast verkneukeld als hij de populaire pers had kunnen volgen over een recent OECD-rapport over de relatie tussen leerprestaties en het gebruik van de computer. Volgens mij is er echter geen reden om deze flamboyante politicus postuum gelijk te geven.
Gisteren was het weer zo’n dag. Terwijl ik druk bezig was met verschillende werkzaamheden, stroomde mijn RSS-feedreader en Twitter-tijdlijn vol met berichten over een OECD-rapport over de (in)effectiviteit van ICT in het onderwijs. Ik presenteer eerst een bloemlezing, en eindig met enkele persoonlijke opmerkingen.
- ‘Scholieren presteren niet beter met computer‘ kopte De Volkskrant. Het OECD-onderzoek zou zelfs laten zien dat een veelvuldig gebruik van de computer kan leiden tot lagere cijfers. Binnen goed presterende schoolsystemen zou relatief weinig gebruik worden gemaakt van de computer.
- Volgens Trouw is een opvallende conclusie uit het OECD-rapport dat scholen beter kunnen investeren in het opkrikken van het niveau van begrijpend lezen en rekenen, dan in computers en internetverbindingen. Dit dagblad stelt echter ook dat leerlingen die de computer op school met mate gebruiken, iets betere resultaten behalen dan leerlingen die ICT zelden op school gebruiken.
- De NOS hanteert ook een spectaculaire kop: Slechtere schoolprestaties door meer computergebruik. De redactie geeft wel aan dat de onderzoekers pleiten voor een gemiddeld gebruik van ICT op school.
- De bron van deze Nederlandse media, de BBC, gaat in op overspannen verwachtingen die we zouden hebben van ICT. Zij citeren OECD’s onderwijsdirecteur Andreas Schleicher die aangeeft dat ICT op school “too many false hopes” zou hebben gewekt. Sociaal-economische verschillen tussen leerlingen zouden wellicht worden versterkt door ICT. Ook wijst men op het risico van afleiding dat ICT met zich meebrengt. Desalniettemin geeft Schleicher in dit artikel aan dat het OECD-rapport geen excuus mag zijn om ICT niet te gebruiken. Het rapport zou scholen vooral moeten aansporen om een meer effectieve benadering te zoeken. In dit artikel komen verder pleitbezorgers van ICT in het onderwijs aan bod die de voordelen van technologie benadrukken, en die aangeven dat er geen weg terug is.
- Steve Wheeler verwijt de BBC misleidende headlines te gebruiken. Hij raadt onder meer aan om je meer te verdiepen in het OECD-rapport dan in de koppen en inleiding van het BBC-artikel. Verder wijst Steve onder meer op de vele variabelen die een rol spelen bij ICT in het onderwijs.
- Michael Trucano laat ook zien hoe zeer de populaire pers aan de haal gaat met dit rapport. Hij haalt enkele hoofdlijnen uit het rapport, en stelt onder meer dat de vraag “wat is de impact ICT op het onderwijs?” alleen beantwoord kan worden met: “It depends on what you use them for, and how, and why.” Verder zou je je volgens hem vooral moeten afvragen hoe je er voor kunt zorgen dat ICT wel kan bijdragen aan het krachtig faciliteren van het leren.
- Volgens Toine Maes van Kennisnet bevat het OECD-rapport een boodschap die we in ons land al langer kennen. Er is méér nodig dan technologie alleen, om te komen tot betere prestaties van lerenden. Toine geeft terecht aan dat ICT differentiatie binnen het onderwijs kan faciliteren, en dat de bekwaamheid van de docent de meest bepalende factor is als het gaat om een kwalitatief goed gebruik van ICT in het onderwijs. Meer ICT is niet altijd beter, stelt Toine: “Geen focus op meer technologie, maar een focus op de leerling, de leersituatie en de leraar die ermee gaat werken”.
- Voor Larry Ferlazzo bevat het OECD-rapport ook weinig nieuws. Volgens hem krijgen we pas andere onderzoeksresultaten als schoolleiders samenwerking tussen docenten en professionalisering eindelijk eens serieus gaan nemen. Hij is één van de bloggers die de OECD-uitspraak citeert: “technology can amplify great teaching, but great technology cannot replace poor teaching”.
- Het valt Pedro de Bruyckere (hier en hier) ook op dat het onderwijsnieuws voorbij gaat aan de boodschap van de OECD: we gebruiken ICT nog niet op de juiste manier. Het uitsluitend (“solely”) investeren in “high-tech devices and services” is niet voldoende.
- In een artikel op de website van de BBC is Andreas Schleicher kritisch, maar ook genuanceerd. Hij stelt onder meer dat het gebruik van ICT soms ten koste gaat van menselijke interacties tussen docenten en lerenden. Verder beschrijft dat de impact van ICT op onderwijs sub-optimaal blijft omdat
- docenten en lerenden onvoldoende digitaal vaardig zijn,
- ICT vaak op een didactisch slechte manier wordt ingezet,
- en de kwaliteit van de educatieve software en courseware vaak onvoldoende is.
Volgens Schleicher is het nodige te verbeteren op dit terrein. Hij stelt bijvoorbeeld dat het onderwijs meer moet investeren in capaciteitsontwikkeling (dus professionalisering), bekwaamheden op het gebied van verandermanagement, bewijs van wat wel werkt, terugkoppeling van dat bewijs naar de praktijk, duurzame financiering en een actieve betrokkenheid van docenten bij het vormgeven (en niet alleen implementeren) van veranderingen.
Mijn opmerkingen:
- Koppen van bijdragen zijn vooral bedoeld om lezers te trekken. De inhoud is vaak genuanceerder. Maar via sociale media gaan koppen vaak een eigen leven leiden.
- De nuances uit het OECD-rapport gaan verloren als de populaire pers met de inhoud op de loop gaat. Voor spektakel moeten we bij hen zijn. Voor de echte achtergronden kunnen we beter bij blogs en artikelen terecht van mensen die zich meer verdiepen in de materie. En dan vragen kranten zich af waarom ze steeds minder gelezen worden.
- Bij de inzet van ICT voor leren moet je m.i. niet alleen kijken naar leerprestaties. Je kunt ook andere redenen hebben om ICT voor leren in te zetten. Als de prestaties bijvoorbeeld gelijkblijven maar het onderwijs wel efficiënter vorm krijgt, dan is dat ook een goede reden. Je moet dus naar meer redenen kijken. Het voorbeeld van differentiatie van Toine Maes is daar ook een voorbeeld van. De OECD heeft bovendien naar een beperkt aantal prestatie-indicatoren gekeken.
- Het gebruik van ICT in het onderwijs -en met name het gebruik van internet- is van een redelijk recente datum. Er is daarom minder bekend wat werkt en wat niet werkt, dan over gewoon onderwijs. Waarschijnlijk gaat daarom ook vaker wat fout, en presteren landen die meer intensief gebruik maken van ICT in het onderwijs minder goed dan landen die minder intensief gebruik maken van ICT. Er valt met andere worden nog heel wat te leren. En we moeten ons, zoals Toine Maes terecht stelt, niet te zeer focussen op ICT op zich.
- Je kunt ICT wel degelijk op een effectieve, efficiënte en aantrekkelijke manier in het onderwijs inzetten. Kennisnet probeert met het tijdschrift 4W daar bijvoorbeeld meer zicht op te bieden. Of ICT op een effectieve, efficiënte en aantrekkelijke wijze wordt ingezet voor leren, is afhankelijk van een groot aantal factoren. Hattie doet daar in Visible learning bijvoorbeeld uitspraken over. Een bekwame docent, een diversiteit aan doceerstrategieën en meer controle over het leren bij de lerende, zijn drie voorbeelden.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Laten we vooral niet vergeten er op in te gaan dat vooral de opleiding van de leraren tegenwoordig gewoon achterblijft. Hele lokalen worden volgepropt met Smart-boards zonder dat een onderwijzer enigszins wordt opgeleid om hier mee aan de slag te gaan. 9 Van de 10 keer is de digitalisering ook gewoon een gemiste kans.
Ik ben van mening dat er juist meer ICT in het onderwijs moet komen. Er wordt steeds meer gedigitaliseerd, daarom kun je niet snel genoeg beginnen met de kinderen hiermee te leren om gaan. Ben helemaal met Freek eens dat de leraren hier beter voor moeten worden opgeleid, je merkt vaak dat de (ouderen) leraren hier te weinig ervaring mee hebben en het niet kunnen toe lichten aan de leerlingen.