Het wordt hoog tijd dat we meer oog hebben voor de aantasting van menselijke en democratische waarden door ICT. De onderliggende ideologie reduceert mensen namelijk tot enen en nullen, tot programmeerbare eenheden. Een consequentie daarvan is om ICT uit het onderwijs te bannen. Aldus criticaster Audrey Watters onlangs tijdens een forumdiscussie. Je zou het niet zeggen, maar ik herken veel uit haar betoog.
Toen ik in de jaren tachtig studeerde, was ik zeer sceptisch over de opkomst van de computer. Ik vond dat ICT bijdroeg aan vervanging van arbeid door kapitaal, en was bovendien van mening dat ICT er voor zorgde dat Grote Broer permanent over ons mensen waakte en daarmee bijdroeg aan ontmenselijking en ontdemocratisering.
Ik wilde daarom ook lange tijd niets met computers te maken hebben. Op een gegeven moment ontdekte ik voordelen, zoals het gemakkelijk kunnen bewerken en hergebruiken van teksten. Ik werd pas echt enthousiast toen ik in aanraking kwam met het wereldwijde web, en ik in staat was om zeer snel informatie te zoeken en contact te hebben met mensen met dezelfde interesses (waar dan ook ter wereld).
Als ik Audrey Watters mag geloven, ben ik naïef en blind geweest. Zij wijst op de functie van ICT om onder meer neoliberalisme, laat-kapitalisme, imperialisme en milieuvervuiling te faciliteren. Volgens haar moeten we ons realiseren dat ICT niet ideologisch-neutraal is, maar in feite is geneutraliseerd tot een middel dat bestaande machtsverhoudingen in stand houdt.
Watters wijst op de commercialisering van leertechnologieën, op de ontmanteling van publiek gefinancierd onderwijs en op de devaluatie van menselijke arbeid. Verder wijst zij op het gebruik van ICT, op cloud computing en big data ten behoeve van het monitoren van individuen, voor centrale controle en managen.Zo heeft Google volgens haar het meest omvangrijke mondiale bewakingssysteem gemaakt. Ze hebben massale hoeveelheden persoonlijke data verzameld en hebben controle over de toegang tot ‘kennis’. De hardware en software, die het onderwijs aanschaft, dienen vooral het onderwijsmanagement, en niet de behoeften van de lerenden.
En het ergste is volgens haar dat we ons daar niet van bewust zijn, en nog steeds een naïef geloof hebben in ICT als middel om lerenden te bevrijden, en bijvoorbeeld gepersonaliseerd leren mogelijk te maken. Iets wat schier onmogelijk is in een samenleving die bepaald wordt door ongelijkheden.
Watters citeert daarom Neil Postman die ooit waarschuwde:
“And so I think it’s time now to recognize that if we want education that’s more just and more equitable and more sustainable, that we need to get the ideologies that are hardwired into computers out of the classroom.“
Ik herken dus veel van wat Watters stelt, al ga ik er eerlijk gezegd ervan uit dat zij in haar bijdrage bewust chargeert om de discussie op scherp te stellen. Ik geloof niet dat zij werkelijk meent dat het onderwijs een ICT-loze haven in een ICT-rijke wereld kan zijn. Strategieën a la de Luddites om ICT tegen te houden, zijn weinig vruchtbaar gebleken. Bovendien zijn er tal van voorbeelden waaruit blijkt dat ICT wel degelijk kan bijdragen aan het mobiliseren van sociale bewegingen, het faciliteren van zelfgestuurd en informeel leren, of het ondersteunen van achtergestelde groepen (ik denk aan kinderen met bepaalde leerproblemen).
Maar het is inderdaad verstandig om je bewust te zijn van het feit dat ICT niet-ideologisch neutraal is, en om vooral die ideologieën ‘uit het klaslokaal’ te houden. In de jaren tachtig las ik bijvoorbeeld over het ‘verborgen curriculum’ van Henry Giroux. Daarbij gaat het om niet-openlijke doelen, normen en waarden waar het onderwijs aan bijdraagt, veelal om bestaande sociaal-economische machtsverhoudingen in stand te houden. Dit fenomeen komt in elke samenleving voor, hoewel men in de DDR bijvoorbeeld erg duidelijk was over de functie van het onderwijs binnen de maatschappij.
Met ICT -en ook bijvoorbeeld met media en cultuur- is iets vergelijkbaars aan de hand. Het heeft echter weinig zin om daar moord en brand over te schreeuwen. De werkelijkheid is m.i. bovendien complexer dan menig neo-marxist je doet geloven.
Maak liever transparant wat de werkelijke doelen en beweegredenen van het gebruik van ICT zijn, wees je bewust van de donkere kanten van ICT, voer er de dialoog over, wees niet naïef maar probeer ICT bewust in te zetten voor democratisering, bevrijding en het bestrijden van ongelijkheid. Ook in het onderwijs.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
ICT is een prachtig middel om onderwijs beter te laten aansluiten op de huidige maatschappij. Maar het is een middel. En daar gaan m.i. vele onderwijsinstellingen de fout in. Het wordt ingezet als doel. “We moeten tablets in de klas gaan gebruiken.” Dergelijke uitspraken kom ik in netwerken nog regelmatig tegen. Ik heb dan ook steeds de neiging om deze collega’s dringend te adviseren voor GEEN tablets of andere vormen van ICT toe te gaan passen. Zonder duidelijke visie, het in beeld hebben van dat verborgen curriculum of de duistere kanten te snappen, geef je de negatieve effecten van ICT in het onderwijs ruim baan. Onderwijsinstellingen die dus nog niet hebben nagedacht over die kanten van ICT zou ik willen adviseren ICT weg te laten, of tot het minimum te beperken. Gepersonaliseerd, actueel en interactief leren kan ook zonder ICT, al is het een stuk arbeidsintensiever.
Voor alle scholen die met deze vragen bezig zijn zullen de Gouden Cirkel van Simon Sinek eens moeten bekijken. Begin altijd vanuit het Waarom. Weet waarom je iets gaat doen en bekijk dan het Hoe je het gaat doen. Als je dat weet gaat je bepalen Wat je gaat doen.
Dan ben je volgens mij goed voorbereid, weet je wat de risico’s zijn, heb je het verborgen curriculum openbaar gemaakt. ICT in de klas kan dan echt een meerwaarde hebben.
Ik stel altijd dat ICT meer is dan een middel. Het is ook een ‘enabler’ of katalysator. Maar nooit een doel op zich. Behalve bij ICT-opleidingen 😉