De rol van ICT bij gepersonaliseerd leren

Vanavond besteedt het VPRO-programma Tegenlicht aandacht aan onderwijs waarbij leerstofjaarklassen en standaard toetsen niet centraal staan, maar onderwijs dat bij de ontwikkeling van de ideale leerling past. In deze blog post wil ik daarom stil staan bij gepersonaliseerd leren, en de rol die ICT daarbij kan vervullen.

Personalisering
Foto: Stockfoto © Genialbaron #12652578

In mijn boek heb ik gepersonaliseerd leren gedefinieerd als:

leertrajecten die zijn afgestemd op het individu en waarbij de individuele lerende invloed heeft op de vormgeving van het leerproces, rekening houdend met datgene wat hij of zij al kan, kent en wil.

Bij gepersonaliseerd leren hebben lerenden dus onder meer grip op het tempo waarin zij willen leren, het type leeractiviteiten die zij willen uitvoeren, de leerinhouden die zij willen bestuderen (inclusief op welk moment), de setting waarin zij willen leren en de leerdoelen die zij willen bereiken.

De mate van personalisering kan sterk variëren. Tijdens de Online Educa Berlijn vergelijk Stephen Downes ‘personalisering’ met ‘karameliseren’. Bij personalisering is vaak sprake van enige mate van personalisering, en niet van volledig ‘persoonlijk leren’.

Je hebt verschillende voorbeelden van ‘personalisering’:

  • Op universiteiten en hogescholen volgen studenten een minor, naast hun hoofdstudie. Het gaat daarbij om een pakket van meerdere met elkaar samenhangende cursussen die gedurende een heel collegejaar worden verzorgd. De onderwijsinstelling stelt deze minoren samen. Studenten maken er een keuze uit.
  • Keuzes maken binnen vakken of modules. De docent geeft lerenden de gelegenheid om keuzes te maken uit te bestuderen leerstof of uit te voeren leeractiviteiten. Lerenden kunnen bijvoorbeeld keuzes maken uit verschillende projecten, of uit verwerkingsactiviteiten (video maken, blog post schrijven, enzovoorts).
  • Frans Droog schreef gisteren over Verbreding-Verdieping-Verbeterings-uren (VVV) van het Wolfert Lyceum. Dit zijn uren die op een vast moment in de week -bijvoorbeeld elke dag het 4de of 5de uur- zijn ingeroosterd. Lerenden kiezen dan uit modules die docenten additioneel aanbieden. Voorbeelden zijn dan creatief schrijven, rap je rot of ‘Leven als een tourist in Frankrijk’. Leerlingen schrijven zich online in voor deze modules, die vervolgens in een bepaalde periode worden gegeven.
    Binnen grote delen van het MBO wordt sportonderwijs op deze manier verzorgd. Lerenden schrijven zich dan in voor bepaalde ‘clinics’ die zij in een periode gaan volgen. Daarbij wordt meestal het principe ‘wie het eerst komt, die het eerst maalt’ gehanteerd. Dat impliceert dat niet altijd aan de eerste keuze kan worden voldaan. De honoursprogramma’s van universiteiten zijn ook voorbeelden van deze vorm van personalisering.
  • Het Genius Hour. Gedurende een uur in de week werken lerenden aan een project dat zij zelf hebben gekozen. Zij maken dus geen keuze uit een aanbod, maar werken zelf gedurende enkele weken aan een idee of onderzoeksvraag die gerelateerd is aan hun passie. Na enkele weken delen zij datgene wat zij geleerd hebben met andere lerenden en met de docent. Een bedrijf als Google hanteert dit principe ook voor productinnovatie.
  • Het Agora-concept van Niekée. Dit concept werkt met een individuele leerroute voor elke student. In periodes van 1 tot 4 weken werken lerenden aan onderzoeksvragen in het kader van een project. Dit project bedenken zij vanuit één van de door de school aangereikte thema’s voeding, water, energie of duurzaam bouwen, in combinatie met een van de vijf werelden van Agora: de wetenschappelijke wereld, de kunstzinnige wereld, de maatschappelijke wereld, de sociaal/ ethische wereld of de spirituele wereld.
    Daarbij hanteert men de uit de ‘agile softwareontwikkeling’-branche afkomstige SCRUM-methode waarin lerenden onder meer leervragen formuleren, een onderzoek te ontwerpen en uit te voeren (via taken), kennis presenteren en reflecteren op proces en product.
    Het concept stoelt verder op een intensieve sociaal-emotionele en cognitieve begeleiding. Leerlingen moeten namelijk leren proactief te zijn, leren te plannen, samen te werken, te streven naar synergie en bereid te zijn om te blijven leren. Mentoren maken via huisbezoeken afspraken met ouders. De lerenden zijn verder ingedeeld in groepen. Niet op basis van leeftijd of niveau (zoals vmbo-kader of havo), maar op basis van de behoefte aan sturing en begeleiding die zij nodig hebben. Lerenden werken daarbij onder meer met smartphones, iPads, Google Apps en een SCRUM-tool. Zij hebben ook de beschikking over de bekende taalapplicatie Rosetta Stone waardoor zij 27 talen in eigen tempo kunnen bestuderen.

    Met dank aan Guido van Dijk van Agora voor de informatie.

Het Agora-concept gaat dus veel verder in personalisering dan de VVV-uren van het Wolfert Lyceum. Lerenden hebben binnen Agora in veel grotere mate beslissingsbevoegdheid over wat en hoe zij willen leren. Toch geldt ook hier dat de school duidelijke kaders stelt, en via een intensieve begeleiding lerenden hierin stuurt.

Belangrijke uitgangspunten cq aandachtspunten bij gepersonaliseerd leren zijn tenslotte:

  1. Naarmate je meer de beschikking hebt over kwalitatief goede online leerstof, die lerenden in eigen tijd en tempo kunnen bestuderen, en naarmate je meer de beschikking hebt over krachtige tools en rijke data voor het monitoren van de voortgang, ben je beter in staat gepersonaliseerd leren vorm te geven.
  2. Planningen op basis van vakken, niveaus en korte tijdsperiodes (zoals 50 minuten) perken de mogelijkheden om vergaand te flexibiliseren sterk in. Het Agora-concept zou nooit kans van slagen hebben als men te maken zou hebben met klassieke vakkenstructuren.
  3. Het is belangrijk om centrale afspraken te maken. Bijvoorbeeld over het inroosteren van Verbreding-Verdieping-Verbeterings-uren. Hoe groter de organisatie, en hoe autonomer de sectoren/faculteiten etc, hoe lastiger dit is.
  4. Lerenden, ouders en begeleiders moeten over goede informatie beschikken op basis waarvan keuzes kunnen worden gemaakt. Bijvoorbeeld ten aanzien van de leerdoelen die je kunt bereiken of de studielast.
  5. Begeleiding bij het maken van keuzes is cruciaal. Een mentor weet welke einddoelen een lerenden aan het eind van de studie behaald moet hebben. Hoe meer vergaand de keuzevrijheid, des te intensiever de begeleiding zal zijn.
  6. Je hebt niet alleen ICT nodig om mee in eigen tijd en tempo te leren, maar je hebt ook een ICT-systeem nodig waarmee lerenden zich kunnen inschrijven, en waarmee verschillende betrokkenen (mentoren, ouders, lerenden) de voortgang van de lerenden kunnen monitoren.
  7. Er mag geen sprake zijn van vrijblijvendheid. Lerenden worden beoordeeld op basis van proces en product, op basis van resulaten die zij hebben geboekt. Een VVV-uur is geen vrij uur. Na een SCRUM-periode hebben lerenden een product ontwikkeld.

 

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

3 reacties

  1. Mooi overzicht met een goede lijst van uitgangs- en aandachtspunten. De schaalgrootte waarop gepersonaliseerd wordt ingevoerd of toegepast heeft grote invloed op de mogelijkheden. Invoeren kan zowel van bovenaf als van onderaf.
    Overigens doen we op het Wolfert Lyceum binnen het vakoverstijgende leergebied Mens en Natuur ook aan Genius Hour: https://fdroog.wordpress.com/2014/06/13/genius-hour-youre-a-genius-and-you-get-an-hour/
    Een voorbeeld waarbij we proberen van onderaf, door docenten opgezet een verandering teweeg te brengen door te laten zien dat zij werkt.

  2. Dank voor je reactie. Ik weet dat jullie het Genius Hour ook toepassen. En wellicht ook adaptieve programma’s als Rekentuin waar ik in deze blog post maar zeer zijdelings op ben ingegaan.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *