Op het gebied van innovatie van technology enhanced learning worden verschillende indelingen gebruikt. Hoogleraar Herman van den Bosch onderscheidt drie typen technische innovaties. In hoeverre is die indeling relevant voor ICT en leren?
Voorbeelden van typen innovatie zijn het verschil tussen incrementele en radicale innovaties of het SAMR-model (substitution, augmentation, modification, redefinition).
In zijn blog post Innovatie is belangrijk. Maar voor wie? onderscheidt Herman de volgende typen technische innovaties:
- Type 1: innovaties die bedoeld zijn om de arbeidsproductiviteit te vergroten. Een voorbeeld is dan de zelfscanner bij, bijvoorbeeld, Albert Hein. Op termijn heb je minder medewerkers nodig om hetzelfde werk te doen, omdat klanten een deel van het werk doen.
- Type 2: innovaties die het leven makkelijker en soms leuker maken. Deze innovaties, zoals navigatiesystemen, helpen bedrijven zich te onderscheiden van concurrenten (zonder op prijs te hoeven concurreren).
- Type 3: innovaties met een grote maatschappelijke impact. Tegelijkertijd gaan deze innovaties in tegen gevestigde belangen, en gaan zij mede daarom traag.
Volgens Herman is niet altijd duidelijk tot welk type een innovatie behoort, en wordt verschillend over de waarde van innovaties gedacht (waar moet op ingezet worden?). Doordat verschillende betrokkenen (zoals aandeelhouders en consumenten) uiteenlopende belangen kunnen hebben bij innovaties, worden innovaties lang niet altijd in een even snel tempo doorgevoerd. Je ziet dat bijvoorbeeld op het gebied van energie. Eigenaren en aandeelhouders die leven van fossiele brandstoffen weten innovaties op dit terrein al behoorlijk lang te traineren.
In hoeverre is deze indeling relevant voor ICT en leren?
- Leermanagement systemen, die inschrijvingsprocessen in cursussen ondersteunen, zijn wat mij betreft een voorbeeld van type 1 innovaties. Hetzelfde geldt voor het via een elektronische leeromgeving kunnen inleveren en nakijken van opdrachten. Eerlijk gezegd denk ik dat op dit terrein nog meer winst is te behalen door vooral de administratieve last voor docenten te verminderen.
- Weblectures zijn wat mij betreft een voorbeeld van type 2 innovaties. Studenten kunnen hoorcolleges in eigen tijd en tempo, en naar behoefte (selectief) bekijken. Bijvoorbeeld als zij zich voorbereiden op een tentamen. Een online masterclass is daar ook een voorbeeld van. Je hoeft niet meer te reizen om je kennis op te frissen via interactie met een normaliter onbereikbare expert en ‘peers’.
- Volledige online cursussen of initiatieven als Livemocha (waar je een andere taal kunt leren van individuen) zijn voorbeelden van type 3 innovaties. Nieuwe partijen betreden met andere business modellen de markt. Deze innovaties kunnen een grote impact hebben, maar worden tegelijkertijd door gevestigde belangen tegen gehouden. Zo hanteert de onderwijsinspectie een beperkte definitie van contactonderwijs omdat zij bang zijn dat minder fysiek en vooral synchroon contact tussen een docent en leerlingen zou leiden tot kwaliteitsverlies. Verder zijn het vooral gevestigde instellingen die erkende certificaten en diploma’s mogen afgeven, waardoor innovatieve initiatieven een beperkt civiel effect hebben.
Je ziet dus dat ook op het gebied van onderwijs innovaties als gevolg van ICT verschillende belangen en belanghebbenden kunnen dienen.
Ik zie ook een overlap met Puentedura’s SAMR-model. Type 1 innovaties hebben vooral betrekking op het niveau van augmentation, terwijl type 3 innovaties vooral gaan over ‘redefinitions’. Type 2 innovaties zijn volgens mij niet per definitie ‘modifications’, maar kunnen ook op versterkend werken (zich dus op het niveau van augmentation begeven).
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie