Sinds een jaar of 20 beschikken we over technologieën waardoor we beter kunnen waarnemen hoe ons brein werkt. Daardoor is onze kennis over hoe wij leren vergroot.
Via Pedro De Bruyckere heb ik onderstaande video bekeken. Cognitief psychologe Helen Abadzi vertelt hierin dat neurowetenschappen hebben geleid tot meer kennis over leren. Daarmee is ook een aantal vaak voor waar aangenomen veronderstellingen ontzenuwd.
Enkele wetenswaardigheden uit de video zijn:
- Bij mondeling brainstormen is vooral sprake van sociale controle. Je kunt ideeën beter individueel opschrijven en daarna samenbrengen.
- Mensen beschikken over een enorm geheugen, maar over een beperkt werkgeheugen. Abadzi vergelijkt ons geheugen met een fles. Het werkgeheugen is dan de smalle flessenhals. Onderwijs zou mensen er op moeten voorbereiden om ‘just-in-time’ informatie in het werkgeheugen te brengen, om in mili-seconden beslissingen te kunnen nemen. Scholen zouden basiskennis (taal en rekenen) moeten automatiseren, zodat je er niet meer over na hoeft te denken en daardoor het werkgeheugen niet hoeft te belasten.
- Technologieën kunnen prima helpen bij leren, maar voordat je Wikipedia of Google effectief kunt gebruiken, zul je veel kennis -door veel oefenen- geautomatiseerd moeten hebben. Daarom is de stelling dat je veel feitenkennis niet hoeft te weten, maar op kunt zoeken, een illusie. Je moet eerst over feitenkennis beschikken -deze geautomatiseerd hebben- om effectief te kunnen zoeken.
- Jongeren moeten over discipline beschikken om te leren. Jongeren zijn namelijk beter in staat om te leren dan volwassenen. Daarom moeten zij zaken leren, ook als die zaken op dat moment nog niet voor hen relevant zijn.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie