De berichten over het einde van MOOCs zijn schromelijk overdreven

Massive open online courses vormen wellicht niet de ‘change agent’ van het hoger onderwijs, die sommigen verwachten en anderen hopen. MOOCs sluiten wel aan bij trends die de fundamenten van het huidige systeem van hoger onderwijs kunnen aantasten. Wat mij betreft is die ontwikkeling niet per definitie positief. Ze raken volgens mij namelijk ook de kern van het (hoger) onderwijs.

Terwijl het Nederlandse ministerie van onderwijs eindelijk groen licht heeft gegeven voor de stimuleringsregeling voor open education, wordt in de Amerikaanse populaire pers alweer het einde van massive open online courses aangekondigd (op dit moment de meest populaire vorm van open education).

Zo stelde The New Yorker onlangs dat het nobele streven van MOOC-initiatiefnemers om -in de oorspronkelijke traditie van de Open Universiteiten- hoger onderwijs meer toegankelijk te maken voor grote groepen, niet wordt bereikt. Dat komt, zo schrijft The New Yorker, door het inherent vrijblijvende karakter van MOOCs. Dankzij het open en massale karakter raken lerenden al snel verloren binnen een dergelijke cursus. Degenen die de MOOC met succes afronden, zijn degenen die al bereikt worden met hoger onderwijs. De auteurs bekritiseren ook andere aspecten van het ontwerp van MOOCs zoals een gebrek aan inspelen op verschillende niveaus, het onvoldoende gebruiken van dynamische content of het onvoldoende uitdagen van studenten:

MOOCs are a technology with potentially revolutionary implications for education, but without a precise plan for realizing that potential.

Epitaph Olaf Palme
By Wolfgang Sauber (Own work) [GFDL (http://www.gnu.org/copyleft/fdl.html) or CC-BY-SA-3.0-2.5-2.0-1.0 (http://creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0)], via Wikimedia Commons
Jim Mazoué meent echter dat de grafschriften over MOOCs, net als destijds bij Mark Twain’s aangekondigde dood, schromelijk overdreven zijn. Hij stelt dat er vier trends zijn die het (hoger) onderwijs tot innovatie zullen dwingen, zelfs als de huidige variëteit aan MOOCs gaat verdwijnen.

1. Certificering op basis van MOOCs

Er wordt op dit moment ervaring opgedaan met certificaten van MOOCs die mogelijk een alternatief kunnen zijn voor certificaten van campusonderwijs. Volgens Mazoué zijn succesfactoren bijvoorbeeld als leerresultaten vergelijkbaar zijn, en als werkgevers MOOC-certificaten als volwaardig alternatief accepteren (Donald Clark is daar bijvoorbeeld erg optimistisch over). Jim Mazoué geeft daarbij als voorbeeld de online masteropleiding computerwetenschappen van de universiteit van Georgia.

Eigenlijk zou je kunnen zeggen dat dankzij de schaalgrootte het mogelijk is om goedkoper, maar kwalitatief volwaardig, online hoger onderwijs aan te bieden. In feite is de betreffende MOOC van de universiteit van Georgia geen MOOC, maar een ‘relatief’ goedkope online masteropleiding.

Mazoué stelt dat veel deelnemers tevreden zijn over deze online masteropleiding computerwetenschappen. Wat mij betreft is dat een onvoldoende indicatie voor dergelijk aanbod als alternatief voor reguliere masteropleidingen. Je hebt ook andere kwaliteitscriteria nodig. Dat online masteropleidingen van hoge kwaliteit kunnen zijn, is m.i. overigens al lang bewezen (ik denk daarbij aan audits van online masters van de Open Universiteit). Of daarbij ook sprake te van het bereiken van meer studenten tegen lagere kosten, durf ik niet te zeggen.

2. Competentie-gebaseerd onderwijs

Volgens Jim Mazoué wordt competentie-gebaseerd onderwijs steeds belangrijker. Daarbij moet je je als lezer van mijn weblog realiseren dat het hierbij niet gaat om competentiegericht onderwijs zoals men dat binnen het Nederlandse MBO heeft proberen in te voeren. Het Amerikaanse competentie-gebaseerd onderwijs gaat er van uit dat het belangrijk is dat je bepaalde bekwaamheden aantoonbaar beheerst, maar dat het niet uitmaakt hoe je deze bekwaamheden ontwikkeld. Daarbij gaat het nadrukkelijk om beroepsvaardigheden. Leren zou dan efficiënter kunnen plaatsvinden, waarbij ‘overtollig vet’ van de botten van opleidingen wordt verwijderd. Het onderwijs zou daarmee ook goedkoper kunnen worden.

Daarbij is het wel belangrijk dat de ontwikkelingen van lerenden wordt gemonitord en dat kwalitatief goede manieren van beoordelen worden ontwikkeld. Bovendien krijgen lerenden voor meer eigen controle en verantwoordelijkheid over hun eigen leren. MOOCs zijn dan goedkope manieren om aan competentieontwikkeling te doen.

Uiteraard reduceer je de pedagogische opdracht van het onderwijs hiermee dramatisch. Deze invulling raakt aan het wezen van onderwijs en opleiden. Ik ben groot voorstander van een breed vormende taak van het onderwijs. Het onderwijs is niet alleen op aarde om volgzame beroepsbeoefenaren ‘af te leveren’ die vaktechnisch vaardig zijn, maar ook breed ontwikkelde en mondige burgers die bijvoorbeeld bewust nadenken over ethische beroepskwesties en zaken als solidariteit. Dat geldt ook voor opleidingen voor medici, docenten, advocaten of psychologen.

3. De formalisering van leren

Volgens Mazoué is er binnen het onderwijs vaak sprake van “ritualized classroom behavior”, zonder dat daarbij sprake is van effectief leren. We zouden volgens hem meer oog moeten hebben voor hoe er geleerd wordt. Daarbij stelt hij dat het niets uit maakt of je te maken hebt met een ervaren of onervaren docent. Hij meent dat het vooral belangrijk is om te variëren met instructies, en om te formaliseren hoe lerenden leren. Daarbij zou je vooral moeten kijken naar leeruitkomsten op basis van een gedetailleerde architectuur van domeinkennis, standaarden voor het beoordelen van de progressie en valide methodes voor het verwerven van meesterschap.

Eerlijk gezegd vind ik dat de auteur hier sterk voorbij gaat aan de wisselwerking tussen de expertise van de docent en de didactiek die hij of zij gebruikt voor het stimuleren van leren door lerenden. MOOCs kunnen uiteraard wel een bijdrage leveren aan de wijze waarop lerenden leren. Daarbij is een kwalitatief ontwerp wat mij betreft van groot belang.

4. Veranderende wetgeving

Jim Mazoué meent dat sprake is van kartelvorming binnen het hoger onderwijs, waarbij bestaande instituten vooral institutionele belangen verdedigen en innovaties tegenhouden. De auteur neemt echter ontwikkelingen waar die deze kartels kunnen doorbreken. Een voorbeeld is de overheidssteun voor ‘learner support services’ of certificering van kleinschalige leeractiviteiten. Ook hierbij spelen MOOCs een rol (denk aan -wederom- maatschappelijke erkenning van certificering of aan ‘unbundling’ van services). Het is dus andere wet- en regelgeving die deze trend sterk beïnvloed.

Ook hier is het de vraag of je wilt dat het hoger onderwijs een commerciële voorziening wordt. Wat zijn bijvoorbeeld de gevolgen voor de maatschappelijk waardevolle, maar kleinschalige, opleidingen of juist voor de toegankelijkheid van populaire opleidingen?

Ik verwacht dat MOOCs deel uit zullen blijven maken van de trend die ‘open education’ heet. Waarschijnlijk zullen wel minder MOOCs worden aangeboden, en zal de variëteit van MOOCs toenemen.

Onderwijsinstellingen zullen MOOCs aanbieden om studenten deficiënties te laten weg werken, als vorm voor een leven lang leren (waarbij lerenden selectief gebruik zullen maken van de leerinhouden en leeractiviteiten), als middel voor valorisatie (ook vanuit een maatschappelijke verantwoordelijkheid of vanuit ideële doelstellingen), om potentiële (buitenlandse) studenten beter zicht te geven op het studeaanbod, als proeftuin voor innovaties of om studenten de mogelijkheid te geven bepaalde (basis)kennis op een meer alternatieve manier te verwerven (denk aan statistiek of een inleiding Recht). Het aantal MOOCs met meer dan 20.000 deelnemers -noodzakelijk om een MOOC op basis van certificering te kunnen financieren- zal echter beperkt zijn.

Er is in elk geval wat mij betreft geen reden om het einde van de MOOC aan te kondigen.

Aan de andere kant moeten we er voor waken dat de ontwikkeling van MOOCs bijdraagt aan hervormingen die juist bijdragen aan de selectieve toegankelijkheid van het onderwijs omdat sommige niet-rendabele opleidingen verdwijnen en aantasting van een brede opdracht van het onderwijs. We moeten MOOCs niet voor het karretje van commercialisering van regulier hoger onderwijs laten spannen.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *