Margaret Rhodes presenteert vier ideeën die een flinke impact kunnen hebben op de leerdoelen, didactiek en organisatie van het hoger onderwijs. Deze ideeën zijn gebaseerd op een onderzoek van Stanford. De ideeën zijn soms al honderden jaren oud, maar worden vaak niet meer toegepast. Tijd om ze af te stoffen?
Rhodes begint met het cliché dat alle beroepssectoren veranderen als gevolg van ICT en data, maar dat het onderwijs al 800 jaar op dezelfde manier wordt verzorgd. Een m.i. onterecht beeld omdat de onderwijspraktijk veel diverser is dan een docent die een hoorcollege verzorgt. Maar ze heeft een punt als ze de vraag stelt of we binnen het onderwijs nog wel de juiste dingen doen en jongeren wel leren informatie te verwerken en toe te passen binnen een complexe wereld met veel onzekerheden.
Op basis van een onderzoeksproject van Stanford’s Institute of Design, waarbij studenten interviews hebben afgenomen om te onderzoeken hoe mensen leren, zijn de volgende ideeën voor onderwijsvernieuwing geformuleerd:
- Stap af van een vierjarige opleiding. Waarom zou je geen zes jarig programma ontwikkelen waarbij lerenden periodes van werken en leren afwisselen, en waarbij werken en leren geïntegreerd worden? Lerenden zien dan veel meer de betekenis van leren in.
Mijn opmerking: zorg wel voor blijvende binding met de lerenden. ‘Uit het oog’ kan ook ‘uit het hart’ tot gevolg hebben. - Stap af van het high school-college model. De onderzoekers doelen hierbij uiteraard op het Amerikaanse onderwijssysteem. Maar waar het om gaat is dat lerenden over een langere periode in eigen tempo verschillende thema’s verkennen. Dit sluit aan op het idee van de university colleges waarbij studenten een brede basisopleiding krijgen. Of op het principe van doorlopende leerlijnen. Deze voorgestelde verandering strekt zich echter over een veel langere periode uit (van 12-24 jaar), en gaat ervan uit dat je geen onomkeerbare keuzes maakt als lerende maar altijd de mogelijkheid hebt verschillende thema’s te verkennen. Op dit moment maken lerenden vaak (te) vroeg onomkeerbare keuzes ten aanzien van hun leerloopbaan.
Mijn opmerking: dit principe is zeer ingrijpend voor de organisatie van het onderwijs. Het is ook een heel oud principe. De elite in de Renaissance leerde in feite op deze manier (college’s aan universiteiten in verschillende landen volgen en Europa doorreizen om in aanraking te komen met diverse culturen en geleerden). - Stap af van het beoordelen van kennis. Maar kijk naar wat lerenden kunnen. De onderzoekers hebben daarbij hoge verwachtingen van een portfolio.
Mijn opmerking: kennis is vaak voorwaardelijk voor bekwaamheden. Je moet naar verschillende niveaus van competent zijn kijken: kennen, weten hoe, laten zien (in een gesimuleerde omgeving) en doen (inderdaad de Piramide van Miller van weleer). Dat zul je manieren van beoordelen voor moeten ontwikkelen. Ik geloof nog steeds in de potentie van elektronische portfolio’s. Maar die moeten wel naadloos ingebed zijn in curricula. - Stap van van de klassieke ‘major’. Authentieke en actuele problemen en missies (zoals klimaatverandering) zouden uitgangspunt moeten zijn voor het hoger onderwijs. Dat vraagt ook om een multidisciplinaire benadering:
“It’s a new kind of incentive: give students real world applications, and then build a course around that goal”, aldus Rhodes.
Mijn opmerking: authentieke en actuele problemen als uitgangspunt van onderwijs zijn een interessante, en ook niet heel nieuwe gedachte. Ze kunnen betekenis geven aan het onderwijs. Het is echter de vraag of je als lerende overal wat van af moet weten. Je kunt dergelijke ‘missies’ ook in multidisciplinaire teams aanpakken. Je loopt anders het risico dat lerenden aan het einde van de rit breed ontwikkeld zijn, maar over geen verdiepende expertise beschikken.
Verder valt het me op dat de auteur begint met de invloed van ICT en data op domeinen. Bij de gepresenteerde ideeën komt de invloed van ICT en data er echter maar heel bekaaid van af. Toch denk ik dat ICT een rol kan spelen bij elk van deze ideeën. Je kunt ICT gebruiken om via online communities lerenden aan je te binden. Je kunt ICT ook gebruiken om lerenden meer in eigen tempo te laten leren, of specifieke kennis te laten bestuderen.
Dankzij ICT heb je ook zeer veel bronnen tot je beschikbaar om een scala aan thema’s en ‘missies’ te verkennen, ook met mensen die in verschillende vakgebieden werken. ICT kan vervolgens ook worden gebruikt voor het beoordelen van andere niveaus van competent zijn dan kennis of het toepassen van kennis. Denk daarbij aan serious games of simulaties.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie