ICT kan leren effectiever, efficiënter en aantrekkelijker maken. In een aantal blogposts zet ik op hoofdlijnen op een rij hoe dat gerealiseerd kan worden. In deze derde en laatste blogpost licht ik toe hoe ICT onderwijs, opleiden en leren efficiënter kan maken en betrokken beter zich kan geven op de voortgang van het leren.
Zaterdag ben ik in deel 1 ingegaan op de meerwaarde die ICT kan hebben voor flexibilisering van onderwijs, opleiden en leren. Gisteren schreef ik over manieren waarop ICT de leeromgeving van lerenden kan helpen vergroten en krachtige leeromgevingen kan helpen faciliteren.
ICT kan onderwijs, opleiden en leren efficiënter maken
Veel organisaties passen ‘technology enhanced learning’ toe om opleiden goedkoper te maken. Automatisering van werkprocessen leidt er in het algemeen namelijk vaak toe dat je uit de voeten kunt met minder personeel. Je kunt echter niet zo maar meer lerenden opleiden met minder docenten zonder dat dit ten koste gaat van de kwaliteit. Online begeleiding kost ook tijd. Bovendien vraagt ‘technology enhanced learning’ aanvankelijk om een forse investering. Beleidmakers verliezen dat bijvoorbeeld wel eens uit het oog als het gaat om massive open online courses.
Er zijn echter tal van cases bekend waarbij ‘technology enhanced learning’ inderdaad kan leiden tot een kostenbesparing. Ik heb ooit voor een zorginstelling een berekening uitgevoerd waaruit bleek dat de ‘return on investment’ van het ‘blended’ maken van een BHV-cursus al binnen een jaar was bereikt. Dat kwam door de omvang van de doelgroep en het feit dat deze medewerkers via blended learning minder tijd kwijt waren aan de BHV-cursus dan bij een traditionele aanpak. Het gevolg was dat de instelling veel minder kosten hoefde te maken om deze medewerkers te vervangen.
Een ander voorbeeld is een bedrijf waarbij servicemedewerkers moeten leren een zeer dure machine te onderhouden. De opleidingsafdeling beschikte niet over het budget om deze machine aan te schaffen. Een simulatie bleek uitkomst te bieden.
In één van mijn eerste e-learningprojecten hadden we te maken met een farmaceutisch bedrijf dat een nieuw document managementsysteem ging invoeren. De ongeveer 90 medewerkers -verspreid over drie locaties in Nederland- moesten zich dit systeem zo snel mogelijk eigen maken, vóórdat zij dit systeem mochten gebruiken. Normaliter zouden we zo’n vier weken nodig hebben gehad om deze doelgroep te trainen. Nu konden we deze medewerkers binnen een week in staat stellen het document management systeem in te zetten.
Verder besparen vooral internationaal opererende organisaties dankzij ICT veel reiskosten. Tenslotte zijn lerenden minder tijd aan reizen kwijt als een gastcollege via een webinar wordt verzorgd. De vraag of ‘technology enhanced learning’ leidt tot kostenbesparingen dan ook afhankelijk van een groot aantal factoren zoals omvang van de doelgroep, leerinhouden (o.a. mogelijkheid voor hergebruik) of verletkosten.
ICT kan bovendien bijdragen tot het verminderen van werkdruk van medewerkers. Zo ben je dankzij een RSS feedreader in staat om heel snel updates van relevante websites en weblogs te zien. Ook stellen diverse sociale media werknemers in staat om snel met elkaar te communiceren. Bepaalde secundaire processen, denk aan de inschrijving voor cursussen, kunnen ook efficiënt met ICT worden uitgevoerd. Docenten kunnen dankzij ICT leermaterialen gemakkelijker toegankelijker maken voor lerenden (zelfs voor de hele wereld).
Vreemd genoeg lijkt het er wel op dat we de winst die we hiermee kunnen boeken, vervolgens weer te niet te doen. We verwachten dat mensen sneller reageren en we communiceren intensiever (maar niet altijd betekenisvoller). Ook veroorzaken we door het gebruik van ICT ook nieuwe vragen (hyperlinks die niet werken, bestanden die onvindbaar zijn of wachtwoorden die kwijt raken). Daarnaast kan de hoge reactiesnelheid leiden tot onzorgvuldig communiceren, waardoor er ruis kan ontstaan. Ook wat dat betreft kunnen we nog veel leren.
ICT kan betrokken een beter zicht geven op de voortgang
Het gebruik van ICT genereert veel data. Deze data kunnen worden geanalyseerd en gevisualiseerd worden teruggekoppeld naar de organisatie, de docent of opleider en naar de lerenden. Dankzij bijvoorbeeld learning analytics krijgen deze betrokkenen beter zicht op het gedrag van lerenden binnen elektronische leeromgevingen en indirect ook op de kwaliteit van onderwijs en opleiden. Als docent kun je dankzij tools voor monitoring en communicatie een meer intensief contact hebben met jouw lerenden. Dit kan de kwaliteit van de begeleiding ten goede komen. Je kunt bijvoorbeeld in een vroeg stadium signalen krijgen als een lerende af dreigt te haken.
Verder kunnen lerenden dankzij formatieve toetsen zicht krijgen op hun eigen ontwikkeling. Daar komt bij dat zicht op de voortgang de motivatie van lerenden positief kan beïnvloeden. Bijvoorbeeld als lerenden zien welke badges zij hebben verdiend of welke ‘levels’ zij binnen een serious game hebben bereikt (en welke badges en niveaus zij nog kunnen bereiken).
Je moet je echter ook bewust zijn van de beperkingen van learning analytics en monitoring:
- Lerenden leren niet alleen binnen het platform waar jij de data van hebt. Je hebt altijd maar zicht op een deel van het leerproces.
- Het correct interpreteren van de data is behoorlijk complex. Welke data zijn daadwerkelijk relevant voor het leren? Heb je voldoende zicht op de context van de lerenden om verschillende data met elkaar te kunnen vergelijken? Bovendien blijken systemen ook vervuilde data te bevatten (zoals verouderde gegevens).
- Monitoring tools zijn vaak aleen toegankelijk voor de organisatie en de docenten of opleiders, maar niet voor de lerenden.
Zie ook
- De meerwaarde van ICT voor onderwijs, opleiden en leren (deel 1)
- De meerwaarde van ICT voor onderwijs, opleiden en leren (deel 2)
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Een reactie