Van oudsher leren mensen op een informele manier van elkaar, en van experts. Informatie- en communicatietechnologie geeft daar een nieuwe impuls aan, maar leidt ook tot nieuwe uitdagingen. Ook is het belangrijk om begrippen af te bakenen. Ik wil daar een poging toe doen.
Inge de Waard (aka Ignatia) heeft een boeiende blogpost geschreven waarin zij informeel leren in een historisch perspectief plaatst. Deze vormen van leren zijn van alle tijden. Leonardo da Vinci leerde bijvoorbeeld dankzij een uitdagende omgeving, door te reizen en door kennis en ervaringen met anderen (van verschillende disciplines) uit te wisselen. Hetzelfde geld voor Plato.
Ook leren mensen van persoonlijke verhalen, zonder externe invloeden. Een andere vorm van van informeel leren was de zogenaamde ‘Grand Tour’ (een reis door Europa die jongeren van rijke komaf maakten om in aanraking te komen met andere culturen). Of daarvan geleerd werd, was ook afhankelijk van eigenschappen van de persoon.
Inge benadrukt dat ICT mensen beter in staat stelt verbindingen aan te gaan. Bovendien is de wereld een stuk kleiner geworden dankzij ICT. We hebben veel meer bronnen tot onze beschikking. Zij spreekt onder meer van democratisering van de ‘Grand Tour’.
Het domein van ICT leunt volgens haar ook van oudsher zwaar op informeel leren. Ontwikkelaars leren zichzelf programmeren en ontwikkelen nieuwe toepassingen via informeel leren.
Ik denk inderdaad dat ICT meer dan ooit kansen biedt voor zelfgestuurd en informeel leren. Sociale media stellen je onder meer in staat om ideeën, tips en ervaringen te delen, en in contact te komen met ‘peers’ en experts. Tegelijkertijd leidt deze manier van leren tot nieuwe uitdagingen, zoals het effectief kunnen filteren en hanteren van informatie en interacties.
Verder valt me op, ook in Inge de Waard’s bijdrage, dat begrippen vaak door elkaar lopen. Laat ik me eens wagen aan een afbakening (mede op basis van mijn boek over e-learning trends en de daarin gebruikte referenties).
- Zelfgestuurd leren (self-directed learning): de lerende bepaalt zelf waarom geleerd wordt en/of wanneer geleerd wordt en/of wat geleerd wordt en/of waar geleerd wordt en/of waarmee geleerd wordt en/of hoe geleerd wordt en/of wat geleerd is (evaluatie). De lerende kan dat zelf doen, of met hulp van anderen. De mate van zelfsturing kan dus variëren. Dit betekent dus dat een organisatie binnen een opleiding hoofdzakelijk bepaalt waarom en wat geleerd wordt, maar lerenden zelf kunnen bepalen waarmee en hoe zij leren.
- Zelfgeorganiseerd leren: dat is wat mij betreft een synoniem voor zelfgestuurd leren.
- Zelfbepalend leren (self-determined learning): de lerende is eigenaar van het leerpad en leerproces, waarbij de docent een faciliterende rol heeft wat betreft het geven van begeleiding en het aanbieden van bronnen. In feite is dit een vergaande vorm van zelfgestuurd leren. Bij self-determined learning is veel aandacht voor het ontwikkelen van bekwaamheden van lerenden om het eigen leerpad en -proces zelf te bepalen.
- Informeel leren: al het intentionele leren waarbij geen sprake is van een (sociaal) contract tussen een lerende en een (onderwijs- of opleidings)instituut (Sloep, 2012). Je leert door werk- en andere levenservaringen. Stages zijn dus geen vorm van informeel leren, aangezien er sprake is van een sociaal contract tussen de school, de arbeidsorganisatie en de stagiaire. Je kunt dus binnen een opleiding per definitie niet informeel leren (maar dus wel zelfgestuurd of zelfbepalend leren). Informeel leren is dus ook een vergaande vorm van zelfgestuurd leren.
- Serendipitous learning oftewel toevallig leren: je leert zonder dat je van plan was om te leren. Je scant bijvoorbeeld tweets en stuit op een interessant artikel dat je op een nieuw idee brengt. Als je leren definieert als een proces dat per definitie ‘intentioneel’ is, dan is serendipitous learning in feite een contradictio in terminis. Het is echter wel een fenomeen dat dagelijks plaats vindt.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
2 reacties