Vandaag word ik 50 jaar. Een goed moment om te reflecteren op ICT in het onderwijs. ‘Technology enhanced learning’ maakt immers al lang een belangrijk deel uit van mijn leven.
Je verwacht het misschien niet, maar op het gebied van ICT ben ik een laatbloeier. De eerste computer zag ik op de middelbare school. De adjunct-directeur gebruikte een PC voor het maken van roosters. Het medium TV bood ons thuis een beperkte blik op de wereld.
Tijdens mijn universitaire studie Pedagogische Wetenschappen heb ik de computer zo veel mogelijk vermeden. Ik was van mening dat computers vooral werden gebruikt om arbeid te verdringen, en om ongewenst binnen te dringen in ‘het leven van anderen’ . Daarom wilde ik deze apparaten buiten mijn leven houden. Mijn scriptie van zo’n 150 pagina’s heb ik met twee vingers op een elektronische typemachine geschreven. Aan het eind van het scriptieproces vroeg mijn begeleider of ik bepaalde passages naar een ander hoofdstuk wilde verplaatsen. Dat heeft me toen zo’n twee weken werk gekost. Voor het eerst begon het te dagen dat een PC ook voordelen had.
Na mijn afstuderen -september 1989- kon ik niet direct een baan vinden. Ik ben toen vrijwilligerswerk gaan doen. Bij de toenmalige Leermiddelenverzameling Mondiale Vorming moest ik leermiddelen in een elektronische catalogus invoeren. Bij het Educatief Centrum Nijmegen gebruikten we met name de tekstverwerker voor schrijfwerk. Toen ervoer voor het eerst gewin (tijdswinst) en gemak (kunnen hergebruiken van documenten). Van genot was niet echt sprake.
Via mijn eerste werkgever heb ik niet lang daarna mijn eerste computer gekocht, met een 286 AT Processor, een harde schijf van 20 MB en WP 5.0 als belangrijkste applicatie. Privé gebruikte ik dit apparaat vooral voor bestuurswerk. In 1992 ben ik een opleiding gaan volgen bij de Nederlandse School voor Onderwijsmanagement. Ik kan me herinneren dat één van de modules over informatietechnologie ging. Daarbij werd geen aandacht besteed aan de relatie met onderwijs, maar aan het faciliteren van organisatorische processen middels IT (merk op dat de ‘C’ van ‘ICT’ in de naam van de module ontbreekt).
Ik hield me dus niet bezig met ICT en leren, al ben ik al die jaren wèl geïnteresseerd geweest in leren. Zo heb ik een proefwerk ooit gebruikt om feedback te geven op de wijze waarop de docent Latijn lesgaf. Ik realiseerde me het belang van intrinsieke motivatie voor leren toen ik er tijdens mijn eerste jaar aan de universiteit achter kwam dat ik de meest fantastische collegereeks gemist had. De docent had namelijk aangegeven dat deze colleges geen tentamenstof waren. Voor mij voldoende reden om er niet naar toe te gaan. Eén van mijn belangrijkste leermomenten, kun je wel stellen.
En toen kwam internet op. Met enige scepsis maar ook nieuwsgierigheid volgde ik deze ontwikkeling. Tot dat ik in het najaar van 1995 werd gevraagd als redacteur van BVEnet. Deze organisatie had als taak het bevorderen van het gebruik van internettechnologie binnen het beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie. Ik heb toen de kans gekregen om vanuit een pedagogisch-didactische bril naar de mogelijkheden van technologie te kijken. Ik werd erg enthousiast over de enorme hoeveelheid bronnen die beschikbaar kwamen. Dankzij hypertext kon je gemakkelijk verbanden tussen zeer actuele bronnen tastbaar maken, en non-lineair leren faciliteren. Je kon dankzij zoekmachines als Lycos informatie heel snel zoeken en gebruiken. Ik vond het fantastisch om in contact te komen met tal van mensen, over de hele wereld. Ik was dolenthousiast toen ik via internet een cursus in Amerika had gevolgd. De belangrijkste leertechnologie die we gebruikten, was e-mail. Televisie werd al snel niet meer het belangrijkste medium. Er was niet alleen sprake van gewin en gemak, maar ook van genot.
Sinds die tijd is er veel gebeurd. De kracht van ICT is exponentieel toegenomen. Breedbandtechnologie, mobiele en draadloze technologie, online video, sociale media, serious gaming en augmented reality bieden tal van mogelijkheden voor het onderwijs. En het einde is nog niet in zicht. We gebruiken ICT inmiddels ook intensief om mee te leren: voor informeel leren, voor ‘do it yourself’-learning of voor samen leren in netwerken.
Wat mij hierbij opvalt, is dat we eigenlijk nog steeds op dezelfde manier denken over onderwijs. Technologie wordt binnen het onderwijs weliswaar steeds vaker ingezet om leren te faciliteren, maar in wezen is er sprake van marginale veranderingen. Massive Open Online Courses hebben ’technology enhanced learning’ weer hoog op de agenda van bestuurders en beleidmakers gezet. Maar dat komt niet door de technologie of vanwege de manier van leren: men verwacht dat deze MOOCs het hoger onderwijs goedkoper kunnen maken, en toegankelijker (bijvoorbeeld in het kader van een leven lang leren).
Verder gebruiken we ICT betrekkelijk weinig om onderwijs met toegevoegde waarde te verzorgen. Natuurlijk experimenteren docenten met nieuwe media en werkvormen. De traditionele hoorcolleges liggen steeds vaker onder vuur, er wordt meer gebruik gemaakt van formatieve toetsen, en ook peer feedback en samenwerkend leren worden meer ingezet. Van echt andere manieren van leren en doceren is binnen het onderwijs echter nog niet echt sprake. We praten en bloggen er meer over dan we doen.
Daar zijn meerdere redenen voor. Een weinig enthousiaste houding ten aanzien van ICT is daar één van. Maar als ik me van laatbloeier kan ontwikkelen tot enthousiasteling kan worden, dan kan iedereen dat. Laten we de kansen benutten die technologie ons biedt om meer effectief, efficiënt en attractief onderwijs te ontwikkelen.
Deze column heb ik geschreven voor Surfspace.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Wilfred, gefeliciteerd en nog vele jaren! Ik hoop ook nog met vele blogs en artikelen 😉
Wilfred, gefeliciteerd en dat nog heel lang je enthousiasme een inspiratie is voor veel mensen !
Gefeliciteerd en nog vele jaren, dank voor al je goede werken alhier, en dat ook die nog vele jaren mogen doorgaan.
Proficiat Wilfred!