Eén van de voordelen van technology enhanced learning is dat je meer flexibel leren mogelijk kunt maken. Eén van de doelgroepen zijn lerenden die sneller leren dan anderen. Volgens Peter West zijn er vier manieren waarmee je deze doelgroep kunt ‘bedienen’.
- Model van de lineaire uitbreiding
De lerende kan sneller een volgend onderwerp bestuderen. Daarvoor moeten wel alle leerinhouden vanaf het begin beschikbaar zijn. Daarnaast zou het beoordelen geïndividualiseerd moeten worden. - Model van de horizontale uitbreiding
Hierbij laat je snellere lerenden hun expertise op onderwerpen verbreden. Neem als voorbeeld het thema ‘leertheorieën’. Je bestudeert binnen constructivisme niet alleen de opvattingen van Piaget, Bruner, Dewey en Vygotsky, maar ook van Scardamalia en Bereiter. Lerenden bestuderen dus meer en complexere leerstof over bepaalde onderwerpen. Hierdoor kunnen zij in de toekomst beter beslagen ten ijs komen. Dit betekent dat een docent meer leerstof moet aanbieden. Deze toepassing heeft geen gevolgen voor het beoordelen. - Model van de verticale uitbreiding
In dit model verbreden lerenden niet dezelfde expertise, maar verdiepen lerenden zich meer in kennis. Neem weer het voorbeeld van het constructivisme. Lerenden verdiepen zich niet alleen in het constructivisme, maar ook in het radicale en expressieve constructivisme. Hierbij zal een docent meer verdiepende leerstof moeten aanbieden. Deze toepassing heeft ook geen gevolgen voor het beoordelen. - Model van de ’teleporterende’ uitbreiding
Hierbij bestuderen lerenden binnen hun discipline, hele andere onderwerpen. Dus niet alleen het constructivisme, maar ook het connectivisme. De lerenden gaat hierbij zelf op zoek naar andere onderwerpen, na overleg met de docent. Tevens spreekt men af dat de lerenden bijvoorbeeld een product oplevert waarmee zij laten zien dat zij zich hebben verdiept in een ander onderwerp. Ook dit model vraagt om flexibel beoordelen.
West stelt dat we deze manieren van flexibiliseren al langer toepassen, ook toen we nog niet over ICT beschikten. Hij stelt ook:
However, blended learning makes it more important to formalize our understanding of these options so that teachers can choose the model that best suits their situation, and then have the model (and associated learning materials where necessary) prepared in advance for those students who work through topics at a rapid and effective pace.
Ik heb zelf de indruk dat model 2 t/m 4 vooral passen bij intrinsiek gemotiveerde lerenden. Je loopt bij model 2 en 3 m.i. het risico de motivatie van lerenden aan te tasten, doordat bepaalde bestudeerde leerstof niet bij de beoordeling wordt betrokken. De extrinsiek gemotiveerde lerende zal vooral willen versnellen.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie