De content van de Khan Academy blijkt op een andere manier te worden gebruikt dan veel mensen verwachten. Dat blijkt uit een evaluatieonderzoek. Ik heb echter de indruk dat deze conclusie ook voortkomt uit de onderzoeksaanpak.
Michael Trucano van de Wereldbank noemt de materialen van de Khan Academy veelbelovend, en meent dat de potentie om kwalitatief goede content meer toegankelijk te maken, groot is. Tegelijkertijd is weinig bekend over het gebruik van deze materialen in de dagelijkse praktijk van ‘middle and low income’ landen. Het onderzoeksinstituut SRI heeft onlangs wel onderzoek gedaan naar het gebruik van de Khan Academy content in de VS. Daarbij is gekeken naar het gebruik van de materialen binnen scholen. Samen met Robert Murphy van het SRI heeft Trucano gekeken naar de relevantie voor scholen in andere landen. Een aantal bevindingen zijn:
- De Khan Academy onderzoekt samen met scholen hoe onderwijs op een andere manier kan worden verzorgd. Het gaat dus niet alleen om content.
- De content wordt op heel verschillende manieren gebruikt. De onderzoekers zijn bijvoorbeeld geen voorbeelden tegen gekomen van het gebruik van deze materialen binnen het concept van de flipped classroom (terwijl men vooral die toepassing had verwacht). Ook blijken de video’s veel minder dan verwacht te worden gebruikt, terwijl de oefenmaterialen juist veel worden gebruikt (in combinatie met traditionele uitleg).
- Het materiaal van de Khan Academy is voortdurend in ontwikkeling (agile ontwikkeling). Dat maakt experimenteel onderzoek erg lastig. De studie van het SRI is dan ook een implementatiestudie.
- Het materiaal van de Khan Academy is vooral bedoeld voor zelfgestuurd leren. Veel lerenden moeten echter nog leren hoe zij zelfgestuurd kunnen leren. Scholen in het onderzoek gebruiken de materialen dan ook niet voor zelfstudie. De materialen worden vooral gebruikt om docenten te ondersteunen bij het vormgeven van meer gepersonaliseerd onderwijs. Daarbij valt ook op dat docenten in het onderzoek weinig gebruik maken van de analysetools van de Khan Academy. Een mogelijke reden is dat zij niet weten hoe zij deze tools moeten gebruiken of dat zij de tools niet waardevol vinden (ook ten opzichte van de middelen die men al heeft).
- “Even where digital education content offerings are quite comprehensive and useful, they are only one piece of a larger whole.”, concludeert Trucano. De meeste scholen, zelfs de arme scholen, beschikken al over content. Daar komt bij dat lerenden vaak specifieke vragen hebben die buiten een online omgeving worden beantwoord. Ook blijken lerenden eerder hun mede-lerenden of docenten om hulp te vragen dan video’s van de Khan Academy terug te kijken. Daardoor wordt de grote hoeveelheid content van de Khan Academy minder instensief gebruikt, dan je zou verwachten.
De onderzoekers hebben gekeken naar het gebruik van de content van de Khan Academy binnen schoolverband. Zij hebben -afgaande op Trucano’s artikel- dus geen onderzoek gedaan naar het gebruik van de Khan Academy door individuen die op eigen initiatief deze materialen gebruiken. De conclusies zouden wel eens anders kunnen uitpakken als je individuele gebruikers zou bevragen.
De online video’s zouden dan best wel intensief gebruikt kunnen worden, ook om instructies nogmaals te bekijken. Bijvoorbeeld omdat geen medeleerlingen of docenten in de buurt zijn. Ik had ook verwacht dat Trucano aan deze invalshoek aandacht zou besteden, aangezien veel jongeren in ontwikkelingslanden weinig toegang hebben tot goed onderwijs. Wellicht komt dat nog want Trucano heeft nog een vervolg op deze post aangekondigd.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Een reactie