E-learning wordt in toenemende mate gebruikt binnen de geestelijke gezondheidszorg. Dat wordt vermoedelijk veroorzaakt door de positieve ervaringen die met e-learning worden opgedaan.
Vanmiddag heb ik als spreker deelgenomen aan een seminar over de effectieve implementatie van e-learning binnen de Geestelijke Gezondheidszorg. Dit drukbezochte seminar is georganiseerd door de GGZ Ecademy. Dit is een samenwerkingsverband van instellingen in de GGZ die met elkaar samenwerken op het gebied van contentontwikkeling.
Ik wil in deze blogpost de m.i. belangrijkste punten weergeven:
Maarten Franken en Milan Hofmans van GoodHabitz gingen in op het verschillend gebruik van de generieke e-learning content (57 online trainingen op bijvoorbeeld het gebied van Office, persoonlijke effectiviteit en communicatie) door zo’n tachtig klanten (onder meer in de zorg). De ideale cursist is voor hen een cursist die 30x per jaar inlogt, 40 minuten per keer studeert, 8 trainingen per jaar afronden en 20 uur per jaar aan het leren is. Er zijn klanten die dat ruimschoots halen, maar ook klanten die dat helemaal niet halen.
Daar zijn heel veel variabelen op van invloed. Op basis van data-analyse hebben zij daarom de GoodHabitz-factor geformuleerd. De GH-factor is dan de 20 uur die een lerende jaarlijks studeert. Deze factor wordt in de eerste plaats beïnvloed door ‘de wortel van de factor tijd’: het vergt een bepaalde tijd om e-learning ingebed te krijgen (ongeveer drie jaar).
Verder is een groot aanbod aan e-learning van belang. Een groot aanbod leidt namelijk tot een vraag naar e-learning. Eén kwalitatief goede module ervaren, leidt er dan toe dat lerenden daarna gemiddeld bijna 29 modules volgen. Persoonlijke effectiviteitstrainingen blijken bij GoodHabitz overigens het meest populair te zijn. De wortel tijd maal aanbod+kwaliteit bepaalt dan voor 25% het succes van de implementatie.
De cultuur van de organisatie is daarnaast erg belangrijk: hoe belangrijk is leren, is aanbod online beschikbaar, de doelgroep en de beschikbare faciliteiten. Verder zijn medewerkers (attitude, kennis) van invloed daarop, marketing en communicatie (alleen beschikbaar stellen van content is niet voldoende). Je moet monitoren hoe gebruikers omgaan met e-learning, en dan bijvoorbeeld gericht extra communiceren. Verder is het creëren van draagvlak heel belangrijk. Betrek daarom de direct leidinggevende bij je traject, en bed het in de HR-cyclus in.
Opvallend is ook dat organisaties op de meest populaire trainingen niet stuurt (intrinsieke motivatie). Daarnaast is het belangrijk om, indien mogelijk, blended leren vorm te geven. Als je succes met e-learning wilt hebben, zul je dus volgens deze sprekers moeten volhouden, voldoende aanbod van hoge kwaliteit hebben, en rekening houden met de cultuur. Marketing, communicatie, draagvlakcreatie en de mix met andere vormen van leren zijn eveneens belangrijke elementen.
Femke de Geus van de GGZ Ecademy ging in op de evaluatie van een modules van de GGZ Ecademy. De meldcode huiselijk geweld heeft bijvoorbeeld geleid tot veel gebruik van een betreffende cursus. Verder valt op dat de modules met gemiddeld minimaal 6,8 beoordeeld. Het gemiddelde over alle modules is 7,2 . Dat is behoorlijk goed. Ook vinden de deelnemers de modules relevant voor het werk, en interessant. Mensen met een HBO-opleiding scoren over het algemeen het meest positief. De deelnemers zouden de modules en de GGZ Ecademy over het algemeen ook aanbevelen aan collega’s. Men is vooral tevreden over de flexibiliteit, en als men klaagt is dat vooral over de techniek. Je merkte dat de noodzaak voor medewerkers om bij te blijven rond richtlijnen of psychofarmaca de drivers vormen voor e-learning.
Derek de Beurs van de Vrije Universiteit heeft onderzoek gedaan naar blended learning op het gebied van suïcidepreventie. Richtlijnen op het gebied van diagnostiek en behandeling van suïcidaal gedrag worden nauwelijks gelezen. Daarom heeft men een blended learningprogramma over deze richtlijnen ontwikkeld. Het online gedeelte bestond uit redelijk eenvoudig gemaakte casebased online leren.
Deze aanpak is zeer goed ontvangen. Er was veel interesse voor het programma. Door samenwerking met de GGZ Ecademy komt het programma verbeterd breed beschikbaar. Experimenteel onderzoek naar de effecten van dit programma laat zien dat het zelfvertrouwen en kennis van studenten van de VU in het omgaan met suïcidaal gedrag (tijdens stages) binnen de experimentele groep veel groter dan in de controlegroep. Daarnaast blijken studenten de module erg te waarderen.
Bij GGZ professionals is dit programma ook getest. In een onderzoek gaf 70% aan veel geleerd te hebben van de blended aanpak. Via een vervolgonderzoek wil de VU ook onderzoeken wat de effecten van alleen e-learning op dit gebied is.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie