OnderwijsInnovatie over richtingenstrijd binnen onderwijsbeleid, factoren bij onderwijsinnovatie en sociale media binnen onderwijsinstellingen

Gisteren viel de nieuwste editie van het blad OnderwijsInnovatie weer in de bus. Uiteraard staat deze editie ook online. Wat valt mij in deze editie op?

  • OnderwijsInnovatie maart 2014Een kort bericht over de toenemende weerstand tegen het nieuwe werken. Werknemers zijn bang om een eigen (vaste) werkplek te verliezen, en er is angst om contact met collega’s te verliezen.
  • Een interview met de CEO van softwarebedrijf Afas en een hoogleraar Software. Hierin valt te lezen dat veel briljante onderzoeken te zeer binnen de muren van de universiteit blijven hangen. Verder stellen de geïnterviewden dat samenwerking tussen ICT-bedrijven en universiteiten er voor zorgt dat studenten eerder in aanraking komen met innovatieve ICT-thema’s.
  • Rob Martens beschrijft een richtingenstrijd op het gebied van onderwijsbeleid tussen enerzijds het kamp van neoliberale bestuurskundigen en economen, en anderzijds het kamp van psychologen en motivatieonderzoekers. Het eerste kamp brengt volgens Martens menselijk gedrag en drijfveren terug tot winst en verlies, en tot meetbare scores.  Het tweede kamp zal volgens hem het “vermeende gebrek aan innerlijke drijfveren en moreel kompas” van het eerste kamp nooit accepteren, en daarom in verzet komen tegen overheidsbeleid dat vanuit het eerste kamp is geformuleerd.
  • Bieke Schreurs, Wendy Kicken en Marlies Kieboom rapporteren over een kwalitatief onderzoek naar factoren die een rol spelen bij onderwijsinnovatieprojecten. Zij benadrukken het dynamische verloop van onderwijsinnovatieprojecten, waarbij sprake zou moeten zijn van “voldoende tijd, ruimte, vertrouwen, enthousiasme, reflectie en waardering” voor docenten die expertimenteren met vernieuwingen. Daar komt bij dat pionierende docenten over bepaalde kerncompetenties zouden moeten beschikken, zoals intrinsieke motivatie, het vermogen om samen te werken en het kunnen motiveren van anderen. De aanbevelingen in het artikel zijn dan ook gericht op de beschreven factoren en kerncompetenties.
  • Alf Moens stelt dat sociale media een steeds belangrijkere rol spelen binnen het onderwijs. Hij adviseert instellingen in het gebruiksregelement of studentenstatuut op te nemen welke middelen worden ingezet om te communiceren, en wat de reactietermijn zal zijn. Daarbij zal onder meer rekening gehouden moeten worden met de belangen van verschillende betrokkenen. Gezien het dynamische karakter van sociale media zal regelmatig bepaald moeten worden welke media voor communicatie worden ingezet.
  • Lieke Walet, Margreet Engelhart en Gerard Straetmans doen verslag van een onderzoek waarin de smartphone met een specifieke app is ingezet om toetsangst te meten. Het blijkt namelijk logistiek lastig te zijn om een dergelijke test op papier af te nemen. Gebruikers blijken dit een efficiënte manier van toetsafname te vinden.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *