Dalit Levy blikt terug op zijn deelname aan een massive open online course volgens het connectivistische concept. Wat zijn zijn belangrijkste geleerde lessen, bijvoorbeeld wat betreft leerresultaten? En hoe zinvol kun je uitspraken doen over leerresultaten van MOOCs?
Levy vergelijkt in zijn paper beknopt het connectivisme met de paradigma's behaviourisme, cognitivisme en constructivisme. Vervolgens beschrijft hij de cursus waar hij aan heeft deelgenomen, om daarna vier geleerde lessen te formuleren:
- Het is mogelijk om daadwerkelijk binnen een MOOC te leren. Je bent in staat tal van bronnen te raadplegen en bijdragen te plaatsen, waar je feedback op krijgt. De grootschalige deelname en betrokkenheid van veel deelnemers beschouwt hij als bewijs hiervoor.
- Leren vindt vooral via 'back channels' plaats. Daarbij doelt de auteur onder meer op de chat-kanalen tijdens webinars. Je leert volgens hem van interacties over de inleidingen. Het chatten helpt jou als lerende je gedachten opnieuw te structureren.
- Het is mogelijk om te leren zonder dat je beoordeeld wordt. Binnen het reguliere onderwijs lijkt dat onmogelijk. Binnen deze MOOCs gebeurt dat volgens hem.
- Belangrijk voor het leren is dat je dagelijks een samenvatting krijgt van blogposts, tweets en discussiebijdragen. Deze notificatieservice geeft de grenzen aan van de virtuele leergemeenschap en faciliteert integratie van diverse bijdragen.
Levy's paper is vooral een persoonlijke reflectie op zijn participatie aan een connectivistische massive open online course. Ik vind vooral zijn opmerkingen over back channels en de notificatieservice interessant. Zijn conclusies over leerresultaten zwak. Ze zijn sterk gebaseerd op zijn persoonlijke gevoel.
Gisteren heb ik met Wim Drost (@DrostW) kort getwitterd over leerresultaten van MOOCs. Ik vind dat een lastig onderwerp. Ik zie weinig heil in de klassieke manier van toetsen en beoordelen. Deze manier past m.i. niet goed bij de grote groep, veelal volwassen, deelnemers. Bovendien zijn ze sterk gericht op reproductie van kennis. Het zijn ook betrekkelijk weinig lerenden die de afsluitende toetsen aan het eind van een MOOC maken. Ze zeggen dus niets over wat andere deelnemers hebben geleerd.
Andere manieren van beoordelen, zoals het samenstellen van een portfolio of het schrijven van papers, vragen erg veel van deelnemers en zijn bij grote aantallen ook niet te beoordelen door docenten.
In het kader van de MOOC over e-learning, die ik heb begeleid, heb ik deelnemers tijdens een tevredenheidsonderzoek gevraagd naar redenen waarom zij hebben deelgenomen aan deze MOOC, in hoeverre deze MOOC tegemoet is gekomen aan deze redenen en naar hun perceptie ten aanzien van het behalen van leerdoelen. Een groot deel van deelnemers geeft daarbij aan dat zij dankzij deze MOOC bij zijn gebleven op hun vakgebied of dat zij hun kennis op dit voor hen nieuwe vakgebied hebben vergroot. Ook geven diverse deelnemers aan diverse leerresultaten bereikt te hebben. Het ging mij er vooral om te kijken of deze perceptie van invloed is op de tevredenheid van de deelnemers. Ik kom hier later meer specifiek op terug.
Het is echter de vraag of deze wijze van zelfinschatting een betrouwbare manier is om te kijken naar de effectiviteit van MOOCs.
Al met al is het m.i. niet eenvoudig om te onderzoeken wat deelnemers aan een MOOC, en dan met name deelnemers die zich minder hebben deelgenomen aan interacties en opdrachten, hebben geleerd van deze MOOC.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie