Aanbieders van elektronische leeromgevingen houden zich behoorlijk goed staande op de Noord-Amerikaanse markt. Er is eigenlijk maar één aanbieder die zich de laatste vijf jaar tussen de gevestigde namen heeft weten te wurmen. Het is de vraag of daar verandering in gaat komen.
Phil Hill heeft -zoals zo vaak- een mooie reflectie geschreven over de adoptie van elektronische leeromgevingen. Dit keer ontbreken overigens de percentages, zodat je niet kunt zien wie marktaandeel heeft gewonnen en verloren (BlackBoard’s marktaandeel vermindert bijvoorbeeld geleidelijk). Hill stelt dat Moodle en Sakai halverwege het vorige decennium een plek hebben weten te veroveren op de markt van leermanagement systemen of elektronische leeromgevingen in het hoger onderwijs. De laatste jaren is dat alleen nog Instructure Canvas gelukt. Samen met BlackBoard (inclusief WebCT en ANGEL), Desire2Learn en Pearson LearningStudio (voorheen eCollege geheten) domineren deze platforms de markt van het Amerikaanse hoger onderwijs.
Hill gaat daarbij uit van adoptie binnen minimaal vijf middelgrote en grote instituten. Andere systemen zijn volgens hem daar nog niet in geslaagd. Het ‘gratis’ OpenClass van Pearson is in 2011 met veel bombarie in Noord-Amerika gelanceerd, maar richtte zich aanvankelijk op het niveau van de medewerkers. Recent rekent men ook instituten tot doelgroep. Sakai OAE heeft nogal wat ups en downs gekend, en gaat nu verder als merk ‘Apereo OAE’. Daarnaast zijn er volgens Hill nog enkele andere nieuwe partijen, die echter nog betrekkelijk geringe voet aan de grond hebben gekregen. Hij biedt in zijn bijdrage geen zicht op niches of op de long tail (wat gebruiken kleinere instituten?)
Een interessante ontwikkeling in dezen betreft de beweging van Coursera en OpenEdX. Aanvankelijk puur bedoeld voor massive open online courses, richt men zich nu meer en meer ook op de functie van elektronische leeromgeving in het algemeen.
Hill neemt een aantal bewegingen op deze markt waar. Deze hebben te maken met prijs en het voldoen aan standaarden. Verder signaleert hij dat leermanagement systemen zich ontwikkelen als
learning platforms that act as the hub of an ecosystem of learning applications.
Elektronische leeromgevingen hebben tot dusverre niet echt bijgedragen aan innovatie van het hoger onderwijs. Ze hebben hooguit het bestaande onderwijs versterkt. Menigeen heeft ook een haat-liefdeverhouding met de elektronische leeromgeving. Een aantal betrokkenen bedenkt daarom oplossingen in aanvulling op of als alternatief van de elektronische leeromgeving van het instituut.
De urgentie om zaken echt anders te doen, heeft m.i. op organisatieniveau tot nu toe ontbroken. Daar komt bij, zoals ik al vaker heb beschreven, dat docenten dikwijls erg opkijken tegen een transitieproces. Pas als we echt het gevoel hebben dat bestaande elektronische leeromgevingen onvoldoende in staat zijn om onze (toekomstige’) core business’ te faciliteren, zullen we bereid zijn te investeren in een alternatief. Het is ook te hopen dat bestaande elektronische leeromgevingen zichzelf opnieuw durven uit te vinden en meer gepersonaliseerd en adaptief leren, daadwerkelijk ‘social learning’, leren in netwerken, en dergelijke gaan faciliteren, en dat nieuwe omgevingen de kans krijgen een plek op de markt te verwerven. Dat laatste is niet eenvoudig, zo blijkt uit Hill’s analyse, maar niet onmogelijk.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Een reactie