Ik heb besloten mijn sociale media gedrag te gaan veranderen. Ik zal Scoop-it intensiever gaan gebruiken, Tumblr niet meer en Twitter wat anders.
De afgelopen week had ik een werkafspraak met Robert Schuwer (@fagottissimo). We kwamen ook te spreken over Scoop-It. Ik heb al langere tijd een Scoop-It account met twee thema’s (topics). Maar ik gebruikte de tool eigenlijk nauwelijk. Robert vertelde enthousiast over Scoop-it. Dat was aanleiding om eens kritisch naar mijn sociale media-gedrag te kijken, met het volgende resultaat.
Mijn weblog
Daar ga ik uiteraard mee door. Ik probeer nagenoeg dagelijks één of meer blogposts over ’technology enhanced learning’ te schrijven. Ik vat hierin samen wat ik heb gelezen, gezien, gehoord of gedaan. En geef er mijn eigen commentaar bij. Verder reageer ik op reacties, als ik dat wenselijk acht. Ik blog ook af en toe op OpenU. Aan deze blogposts verbind ik strengere kwaliteitscriteria. Meestal betreft het daarbij ook cross posting.
Tumblr
Dit is eigenlijk ook een tool om mee te bloggen. Ik gebruikte Tumblr af en toe om anderen te attenderen op relevante bronnen. De bijdragen bestonden uit een verwijzing met een kort commentaar. Te kort voor een blogpost, en te lang voor een tweet.
Ik heb Tumblr echter relatief weinig gebruikt, terwijl ik die behoefte eigenlijk wel heb. Ik ben er nu achter waarom. Tumblr integreert cureren en delen niet. Daardoor is Tumblr voor dit doel minder gebruikersvriendelijk.
Scoop-it
Dit wordt de vervanger van Tumblr. Scoop-it stelt je namelijk wel in staat om snel cureren, becommentariëren en delen te integreren. Dat kan binnen Scoop-it zelf. Maar ook dank zij de bookmarklet van Scoop-it. Als ik nu op een bijdrage stuit waar ik anderen op wil attenderen (zonder er over te bloggen, maar met een toelichting of commentaar), dan zal ik deze via Scoop-it delen. Ik beperk me daarbij tot ‘technology enhanced learning‘. Een gevolg is ook dat ik geen MOOC-bloemlezing meer zal maken. Ik gebruik dan Scoop-it of ik blog er uitvoeriger over.
Bijdragen op Scoop-it en op mijn weblog deel ik automatisch via Twitter. Daarnaast blijf ik Twitter ook gebruiken om sporadisch aan te geven wat ik doe (daar was Twitter oorspronkelijk voor bedoeld), voor conversaties, om geattendeerd te worden (vooral via een aantal lijsten), als back channel (sporadisch) en voor korte commentaren over wat mij bezighoudt. Ik verwacht dat het aantal inhoudelijke attenderingen door het intensiever gebruik van Scoop-it toe zal nemen.
Ik wil Facebook vooral gebruiken voor en met mensen die ik beter ken. Ik verwijs weliswaar naar mijn blogposts, maar verder gebruik ik Facebook met name voor interacties over zaken die niet werkgerelateerd zijn.
RSS
Mijn RSS-feedreader blijft mijn belangrijkste toegangspoort op algemeen nieuws, en trends en hypes op het gebied van technology enhanced learning. Ik scan de berichten een paar keer paar dag, en besluit dan of ik er wat mee wil doen. Ik gebruik nu al een tijdje Inoreader (en daaraan gekoppeld FeedlerPro op de iPad en iPhone).
Ik gebruik eigenlijk geen groepen binnen LinkedIn. Hooguit tijdelijk, rondom een event. Ik krijg wel steeds vaker reacties via LinkedIn op blogposts, waar ik -indien wenselijk- op reageer. Ik vind LinkedIn vooral belangrijk om mensen individueel te benaderen, bijvoorbeeld als ik op zoek ben naar een spreker voor een congres.
Diigo
Dit is en blijft mijn archief met bookmarks. Via RSS krijg ik ook een overzicht van bookmarks die door een aantal anderen zijn toegevoegd.
Google Plus
Mijn blogposts worden ook automatisch op Google Plus gepubliceerd. Soms krijg ik reacties, waar ik op reageer. Ik vind Google Plus echter niet zo efficiënt. De kringen zijn handig. Alleen plaatsen leden uit mijn kring ‘e-learning’ ook berichten op Google Plus die niets met e-learning te maken hebben. De filterfunctie is dus voor verbetering vatbaar. Tenslotte is Google Plus niet geschikt om snel te scannen.
Ik maak wel soms gebruik van Google Hangout.
Hier deel ik mijn presentaties. Ik embed ze eigenlijk standaard in mijn weblog (met toelichting).
Deze applicatie gebruik ik om blogposts en artikelen in op te slaan om ze later -offline- te lezen. Ze zullen meestal via Scoop-it, mijn weblog of twitter worden gedeeld.
Ik produceer zelf weinig video’s. De video’s die ik bijvoorbeeld via Vine maak, publiceer ik op YouTube. Maar ik gebruik YouTube vooral om video’s te bekijken en te delen.
Flickr
Ik maak soms foto’s die ik op Flickr plaats. Ik gebruik Flickr ook om Creative Commons-foto’s te vinden.
Ik ben overduidelijk meer iemand van het geschreven woord dan van het beeld. Dat is de reden dat applicaties als Instagram en Pinterest geen plaats in mijn sociale mediagedrag hebben weten te veroveren.
Beelden zeggen vaak meer dan woorden, maar vaak is dat ook omgekeerd.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
ja, de wereld is er niet echt overzichtelijker op geworden 🙂 Wel veelzijdiger #datdanweerwel
Ook via Pinterest kan je boeiende dingen vinden!