Trends op het gebied van corporate learning

Sharon Boller van Bottom-Line Performance heeft een bondig whitepaper geschreven over trends op het gebied van e-learning binnen arbeidsorganisaties (corporate learning). Wat staat bedrijven en aanbieders van e-learning oplossingen volgens de auteur te wachten?

Boller kijkt hierbij 12-18 maanden vooruit. In het eerste deel van haar paper beschrijft zij 'waarheden' op dit terrein. Deel twee gaat in op zeven 'emerging trends and technologies'.

De waarheden zijn dan:

  • Training door opleiders is allesbehalve dood. Meer dan 70% van de leeractiviteiten die op het gebied van corporate learning worden uitgevoerd is 'instructor-led' (klassikaal of online).
  • Er wordt veel gesproken over mobile learning, maar het wordt nog steeds betrekkelijk weinig toegepast. Veel bedrijven onderzoeken nog steeds de mogelijkheden.
  • Bedrijven besteden gemiddeld ongeveer 30% van hun budget op het gebied van leren en ontwikkelen aan derden. Met name als het gaat om het ontwerpen van leren, en leertechnologie hebben bedrijven externe expertise nodig.
  • Werknemers besteden gemiddeld 1,5% van hun werktijd aan gestuurd leren. Daarbij gaat Boller uit van 52 werkweken van 40 uur.
  • Bedrijven beschouwen de uitgevoerde leeractiviteiten niet als optimaal (te contentgedreven, te saai, te veel 'e-reading').
  • Weinig mensen maken gebruik van data van een leermanagement systeem. Zij hebben wel het gevoel dat zij deze data nodig hebben. Zij laten daarmee een groot deel van de mogelijkheden van een LMS onderbenut.

Trends zijn:

  • Mobile learning wordt belangrijker, maar in een minder rap tempo dan vaak wordt gedacht. Het onderwijs loopt bij mobile learning voorop, in vergelijking met het bedrijfsleven. Bedrijven, bijvoorbeeld in de farmacie, richten zich met mobiele performance support eerder op klanten dan op de eigen medewerkers. Daarbij is het ook de vraag wat we verstaan onder 'mobiel' (tablets, smartphones?).
  • Er worden andere typen leeroplossingen ontwikkeld die leren boeiender en krachtiger maken. In de eerste plaats online cursussen in kleine, hapklare brokken. Boller rekent daartoe de flipped classroom, maar ook massive open online courses waar deelnemers selectief aan mee doen. Op de tweede plaats worden cursussen steeds vaker vervangen door online referentietools, zoals ePubs en online video's.
  • Er zal minder aandacht zijn voor de mogelijkheden van een leermanagement systeem, maar meer voor Tin Can. Bij deze laatste specificatie staan leerervaringen van lerenden centraal, en niet de vraag welke cursus zij hebben afgerond. Boller geeft daarbij aan dat veel arbeidsorganisaties de afgelopen jaren natuurlijk veel hebben geïnvesteerd in een LMS. Dat los laten, zal moeilijk zijn. Bovendien zullen steeds meer LMS-en Tin Can-compliant worden.
  • Lerenden zullen het steeds minder accepten dat zij 'de les gelezen krijgen'. Daardoor zal er meer gebruik gemaakt gaan worden van gamification en games.
  • Instructor-led trainingen zullen meer versterkt worden met behulp van ICT, waardoor de interactiviteit ervan toe zal nemen. Boller geeft als voorbeeld de 'student response systemen'.
  • Het aandeel 'gestuurd leren' neemt af, ten gunste van meer zelfgestuurde vormen van 'sociaal' leren. De acceptatie hiervan kent overigens een lange aanlooptijd, schrijft Boller.
  • Organisaties zullen meer gebruik maken van community managers en 'curatoren', en minder van trainers. Sociale media zoals Scoop-it en Paper.li stellen mensen in staat content gemakkelijk te cureren. Deze trends vloeit uiteraard voort uit de vorige trend.

Boller beschrijft een aantal belangrijke trends, al vraag ik me af of zij volledig is. Ik mis bijvoorbeeld 'gepersonaliseerd' leren.

Daarnaast heb ik twijfels bij haar scope van 12-18 maanden. Als je ziet hoe traag de adoptie van mobile learning en zelfgestuurd leren verloopt, dan vraag ik me af of dit een reële tijdspanne is.

Tenslotte aarzel ik over de adoptie van Tin Can. Tin Can zal leiden tot enorme hoeveelheden data waarvan het de vraag is wat lerenden, opleiders en leidinggevenden ermee kunnen. Is er een voldoende 'sense of urgency' voor Tin Can? Of blijven deze data, net zoals nu het geval is met een LMS, ook onderbenut? Slimme analysetools zullen helpen. Maar het gaat vooral om de noodzaak om deze data te analyseren en gebruiken. De tijd zal het leren.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *