Onderwijs voor de kennismaatschappij ontwerpen (#in #owd10)

Peter Sloep gaat tijdens de tweede dag van Onderwijsdagen in op de vraag: hoe ontwerp je onderwijs voor de kennismaatschappij? Met name voor mensen die na hun reguliere onderwijs moeten blijven leren.

Daarbij wordt op dit moment vooral extrapolerend gedacht. Het bestaande, reguliere, onderwijs wordt als uitgangspunt genomen en iets aangepast. Dat leidt echter volgens Sloep tot suboptimale oplossingen. Hij doet daarom onderzoek naar oplossingsrichtingen hiervoor.

Peter Sloep focust zich daarbij op non-formeel leren. Sloep onderscheidt -op basis van het proefschrift van Suzanne Verdonschot- daarbij drie vormen van leren:

  • Trainen
  • Communities (Etienne Wenger).
  • Open innovatie, waarbij vaak kennis wordt ontwikkeld door bestaande kennis met elkaar te combineren.

De laatste twee vormen van leren vormen het aandachtsgebied van Sloep's onderzoeksgroep. Daar bestaat in feite geen toolbox voor. De werkhypothese is dat met name web 2.0 veel te bieden heeft om die vormen van leren te versterken.
Voor communities of practices kun je dan denken aan omgevingen vergelijkbaar met elektronische leeromgevingen. Maar dan met meer mogelijkheden om de omgeving flexibel in te richten. Bij kleine groepen kun je ook werken met eenvoudige tools, zoals Ning.
Bij open innovatie kun je dan eerder denken aan open, sociale, netwerken die je kunt gebruiken om van grote groepen mensen te leren. Dat is bijna niet in te richten. Er is ook bijna geen business model voor te ontwikkelen.

Een andere toepassingsmogelijkheid betreft de zogenaamde recommender systemen zoals Amazon die gebruikt. Je online profiel en leervraag wordt dan gematcht met mensen met dezelfde leerbehoefte. Je moet de drempel voor mensen, om elkaar te helpen, daarbij verlagen. Peer support kan dan erg goed werken voor deze manier van leren. Sloep ziet daarin meer heil dan systemen waarin je metadata moet invoeren om kennis expliciet en vindbaar te maken. Werknemers hebben daar weinig behoefte aan, omdat zij weinig resultaat daarvan verwachten.

De vraag werd gesteld hoe je als instelling daaraan geld kunt verdienen? Sloep refereert daarbij aan de long tail: grote groepen bereiken, met specifiek aanbod. Ik denk daarbij aan donatiesystemen, vergelijkbaar met de open sourcebeweging. Sloep denkt bij 'ontwerp' dan vooral aan het ontwikkelen en onsluiten van faciliteiten, en aan aanbevelingen voor een rijke en open leercultuur.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *