Het gebruik van interactieve media door jongeren (#in)

Toen de verhalen over de digital native enkele jaren geleden aan mij begonnen te knagen, bezocht ik tijdens de (toen nog SURF)Onderwijsdagen een workshop van Antoine van den Beemt. Van den Beemt was toen begonnen aan een promotieonderzoek over het gebruik van interactieve media door jongeren. Hij schetste een behoorlijk genuanceerd beeld van het gebruik van deze media door de zogenaamde 'net-generatie'.

Op 17 december aanstaande hoopt Antoine te promoveren op dit onderwerp. Verleden week ontving ik zijn dissertatie. De centrale vraag hiervan luidt:

Hoe gebruiken jongeren interactieve media in de hedendaagse Westerse samenleving?

Van den Beemt vertaalt zijn bevindingen ook naar gevolgen voor het onderwijs. Hij vindt dat onderwijsgevenden kennis moeten hebben van het dagelijks leven van jongeren, en het gebruik van interactieve media daarbinnen. Verder kijkt hij ook naar meningen en motieven van jongeren om interactieve media te gebruiken.

Antoine van den Beemt heeft diverse analysemethoden gehanteerd. Ook combineert hij drie disciplines: sociologie, (interactieve) mediastudies en onderwijskunde. Zijn dissertatie bestaat uit papers, die ook los te lezen zijn. Enkele algemene conclusies zijn:

  • Er zijn meerdere groepen gebruikers te onderscheiden: traditionalisten (die interactieve media gebruiken om te consumeren, gamers (die er mee spelen), netwerkers (die uitwisselen) en producenten (die deze tools gebruiken om te creëren).
  • Een andere deelstudie laat vier typen gebruik zien: interacteren (consumeren en informatie, bijvoorbeeld via email, uitwisselen), uitwisselen (diverse sociale netwerkactiviteiten), spelen en creëren.
  • De groepen jongeren maken zeer verschillend gebruik van interactieve media. Van de Beemt waarschuwt docenten daarom voor onvoorzichtig gebruik van interactieve media als leermiddel.
  • Naaste vrienden en familie spelen een belangrijke rol bij het ontstaan van belangstelling voor specifieke typen interactieve media. Daarna gaan jongeren er mee experimenteren.
  • Een kleinschalige, kwalitatieve, studie laat zien dat de betrokken leerlingen het gebruik van interactieve media in het onderwijs altijd willen combineren met het uitvoeren van projecten en instructie door een onderwijsgevende.
  • Er is geen sprake van een alomvattende waarheid op dit gebied, maar slechts van een richting voor het nadenken over het gebruik van interactieve media in het onderwijs. De dynamiek (technologische ontwikkelingen en veranderend gebruik) is zo groot dat de resultaten van onderzoek permanent aan verandering onderhevig zijn.
  • De diversiteit in gebruik van interactieve sociale media onderstreept het belang van 'maatwerkopdrachten' of brede leercontexten (de erkenning dat leren ook buiten het onderwijs plaats vindt). Games werken bij voorbeeld positief voor de motivatie om eenvoudige opdrachten uit te voeren (gericht op performance). Meer complexe vraagstukken vereisen daarentegen een "matery orientation" die je via games maar moeizaam kunt bereiken.

Antoine van den Beemt's lezenswaardige proefschrift bevestigt wat we al langer weten, maar een hele tijd hebben ontkend: jongeren gebruiken op een zeer diverse manier interactieve media. Een dergelijke diversiteit vereist in feite zeer flexibel onderwijs.

Bovendien onderstreept hij dat hierbij in feite sprake is van een 'moving target', zodat we het ons niet kunnen veroorloven om voortdurend onderzoek te doen naar het gebruik van nieuwe technologie door jongeren, binnen en buiten het onderwijs. Onder andere, beveelt hij aan, naar de relatie tussen de diversiteit in gebruik en jeugdsubculturen.

Wat zijn dissertatie ook illustreert is dat het onderwijs vaak wat al te gemakkelijk en kritiekloos achter 'gepapagaai' aanloopt (met brain-based learning als volgende hype?).

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *